Notulen raad voor maatschappelijk welzijn van 19 05 2022

 

Aanwezig:

Marten De Jaeger, Voorzitter RMW;

Koenraad De Ceuninck, Voorzitter Vast Bureau;

Peter T. Van Hecke, Stefaan Standaert, Annelies Lammertyn, Nicole Maenhout, Danny Vannevel en Valerie Taeldeman, Leden vast bureau;

Anneke Gobeyn, Jason Van Landschoot, Peter E. Van Hecke, Bart Van Hulle, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Glenn Longeville, Kiran Van Landschoot, Henk Deprest, Christine Verplaetse, Timothy De Groote, Jan De Metsenaere, Eva Willems, Hilde Versluys, Stefaan Heyndrikx, Cindy De Baets, Ineke Hebbrecht en Cedric De Smet, Raadsleden;

Koen Cromheecke, Algemeen directeur wn..

 

Overzicht punten

 

Zitting van 19 05 2022

 

OPENBARE ZITTING

 

1.   MEDEDELINGEN

 

/

 

 

Publicatiedatum: 27/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 19 05 2022

 

OPENBARE ZITTING

 

2.   GOEDKEURING NOTULEN EN AUDIOVISUELE LIVESTREAMOPNAME VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN 28 APRIL 2022

 

Juridische gronden

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

        Artikel 28, §1 juncto artikel 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn openbaar zijn.

        Artikel 32 juncto artikel 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat behalve in spoedeisende gevallen de notulen van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking worden gesteld van de raadsleden en dat het huishoudelijk reglement de wijze bepaalt waarop de notulen ter beschikking worden gesteld.

Dat verder bepaalt dat elk raadslid het recht heeft om tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast en dat ook nog verduidelijkt dat als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering, de notulen als goedgekeurd beschouwd worden.

        Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017  waarin wordt bepaald dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.

        Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 februari 2019 waarbij de raad beslist het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname.

 

Feiten

        De notulen werden ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de raadsleden.

        De audiovisuele opname werd gelivestreamd tijdens de zitting van 28 april 2022 en bleef sindsdien gepubliceerd op de gemeentelijke website onder 'Vergaderingen OCMW-raad': zie https://web-maldegem.streamovations.be

        Er werden geen opmerkingen gemaakt.

 

Besluit

 

27 stemmen voor: Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Stefaan Standaert, Annelies Lammertyn, Nicole Maenhout, Danny Vannevel, Valerie Taeldeman, Anneke Gobeyn, Jason Van Landschoot, Peter E. Van Hecke, Bart Van Hulle, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Glenn Longeville, Kiran Van Landschoot, Henk Deprest, Christine Verplaetse, Timothy De Groote, Jan De Metsenaere, Eva Willems, Hilde Versluys, Stefaan Heyndrikx, Cindy De Baets, Ineke Hebbrecht en Cedric De Smet

 

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen en de audiovisuele livestreamopname van de zitting van de raad van 28 april 2022 goed.

 

Artikel 2:

De voorzitter en de algemeen directeur worden gemandateerd om de notulen na deze goedkeuring te ondertekenen.

 

 

Publicatiedatum: 27/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 19 05 2022

 

OPENBARE ZITTING

 

3.   LOKAAL DIENSTENCENTRUM OUD ST. JOZEF RETRIBUTIEREGLEMENT VOOR ZAALVERHUUR EN DE POLYVALENTE ZAAL K-BA: VERLENGING TIJDELIJKE VRIJSTELLING IN HET KADER VAN STEUNMAATREGELEN AAN VERENIGINGEN

 

Juridische gronden

 Beslissing van de Vlaamse Regering van 2 juni 2020 om lokale besturen eenmalig 87,3 miljoen euro via het Vlaamse Noodfonds ter beschikking te stellen voor de jeugd-, sport- en cultuurverenigingen. Voor Maldegem komt dit neer op een bedrag van 242.382,60 euro.

 Het ministerieel besluit van 18 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken; zoals gewijzigd.

        De organieke wet van 08 juli 1976 betreffende de OCMW’s en inzonderheid op art. 57 en volgende.

 Het decreet betreffende de organisatie van de OCMW’s dd. 19 december 2008 en inzonderheid op art. 51 en art. 38, waardoor onderhavig punt in openbare zitting wordt behandeld.

 Het woonzorgdecreet dd. 13 maart 2009 en inzonderheid op art. 16 en art. 61 en volgende.

 Het besluit van de Vlaamse Regering dd. 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de  erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, zoals gewijzigd op heden en inzonderheid op art. 7 § 2.

 Het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen.

        Retributiereglement voor de polyvalente zaal K-Ba in het nieuwe gebouw, Mevr. Courtmanslaan 82 vastgesteld door de gemeenteraad op 23 november 2017.

 Lokaal Dienstencentrum (LDC) Oud St. Jozef Retributiereglement voor zaalverhuur goedgekeurd door de Raad van Maatschappelijk Welzijn op 18 december 2018.

        Beslissing raad voor maatschappelijk welzijn van 24 juni 2021 inzake de tijdelijke vrijstellingen retributie voor zaalverhuurd.

        Beslissing van de gemeenteraad van 19 mei 2022 inzake een extra toelage aan bepaalde erkenden verenigingen.

 

Feiten

           De raad heeft erkende verenigingen die geen extra coronastuen hebben gekregen in juni 2022 vrijgesteld van het betalen van een retributie voor zaalverhuur tot 30 juni 2022.

           De gemeenteraad heeft eenzelfde beslissing genomen voor de gemeentelijke zalen en verlengd deze maatregel tot 31 december 2022.

 

Argumentatie

        Het is aangewezen om de maatregel genomen in 2021 te verlengen tot 31 december 2022. 

 

Besluit

 

27 stemmen voor: Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Stefaan Standaert, Annelies Lammertyn, Nicole Maenhout, Danny Vannevel, Valerie Taeldeman, Anneke Gobeyn, Jason Van Landschoot, Peter E. Van Hecke, Bart Van Hulle, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Glenn Longeville, Kiran Van Landschoot, Henk Deprest, Christine Verplaetse, Timothy De Groote, Jan De Metsenaere, Eva Willems, Hilde Versluys, Stefaan Heyndrikx, Cindy De Baets, Ineke Hebbrecht en Cedric De Smet

 

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk Welzijn beslist dat alle erkende verenigingen, behalve alle erkende cultuur-, jeugd-, senioren- en sportverenigingen die reeds een extra subsidie ontvangen hebben (conform beslissing gemeenteraad 19 mei 2021), gratis gebruik kunnen maken van de zalen van het Lokaal Dienstencentrum Oud St. Jozef (Polyvalente zaal, cafetaria, Dakkaffee, Atelierzolder en Concertzolder), en de zaal K-ba, enkel voor occasionele activiteiten (dus niet voor repetitieve, terugkerende activiteiten, zoals repetities, lessenreeksen, …)

 

Artikel 2:

De raad gaat akkoord dat de gemeente Maldegem de zaal K-ba ter beschikking stelt aan het het OCMW Maldegem, volgens de geldende tarieven, voor de gratis gebruiken door erkende verenigingen opgesomd in artikel 1 van deze beslissing.

 

Artikel 3:

Deze maatregel geldt voor die occasionele activiteiten die doorgaan tot 31 december 2022.

 

Artikel 4:

De burgemeester maakt dit besluit bekend op de website van de gemeente overeenkomstig de artikelen 286 en 287 van het decreet over het lokaal bestuur.

De burgemeester publiceert een geactualiseerde en gecoördineerde versie van de gewijzigde reglementen op de website van de gemeente overeenkomstig het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende de raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulpverleningszones.

 

Artikel 5:

De gemeente brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking van dit besluit overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

 

Publicatiedatum: 27/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 19 05 2022

 

OPENBARE ZITTING

 

4.   AANPASSING REGLEMENT AANVULLENDE STEUN

 

Juridische gronden

           De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

           Artikel 28 §1 juncto artikel 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB) bepaalt dat de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn openbaar zijn.

           Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.

 

Feiten

           Het voorbije jaar stegen de facturen voor gas en elektriciteit enorm.

           Door de Covid-pandemie kwamen heel wat gezinnen in financiële problemen terecht.

           De stijging van de energiefacturen maakt het voor velen nog moeilijke.

           vanuit de Federale Overheid werden recent nieuwe steunmaatregelen in het leven geroepen. Zoals een BTW verlaging op elektriciteit en gas, een eenmalige energiecheque van 100 euro en een verlenging van het uitgebreid sociaal tarief t.e.m. juni 2022

 

Argumentatie

           Voor veel kwetsbare gezinnen volstaat dit echter niet. Gezinnen ontvangen voorschotfacturen die soms 3 keer hoger zijn dan voordien en men maakt zich zorgen over de afrekening.

           Maldegem wil hierop inspelen door het reglement aanvullende steun aan te passen rekening houdend met deze prijsstigingen.

           daarnaast wordt ook de doelgroep uitgebreid voor personen de geen lopend traject hebben bij de Sociale Dienst/Sociaal Huis.

           De algemeen directeur herinnert aan alle feitelijke en wettelijke bepalingen.

 

Adviezen

           Het BCSD gaf in zitting van 25.04.2022 een positief advies met dien verstande dat de steun aan de extra doelgroep opgenomen in Artikel 2§5 wordt beperkt tot en met 31.12.2023.

           Het VB gaf in zitting van 02.05.2022 een positief advies met dien verstande dat de steun aan de extra doelgroep opgenomen in Artikel 2§5 wordt beperkt tot en met 30.04.2023 en met een evaluatie na afloop.

 

Financiële weerslag

 

* Reeds voorzien Budget

Voor 2022 werd reeds een Budget voor de Aanvullende Steun voorzien van 94.500 euro, hiervan werd reeds 22.446 euro besteed waardoor er nog een beschikbaar saldo is van 72.045 euro.

 

* Het Energiefonds

De Aanvullende steun voor personen met energieschulden kan opgenomen worden in het Energiefonds.

Voor 2021 hadden we recht op een subsidie van 165.968,68 euro: 10.143,22 euro als tussenkomst in niet betaalde rekeningen en preventief beleid en 155.825,45 voor personeelskosten.

è In 2021  werd de Aanvullende Steun voor 14 personen overgeboekt naar het Energiefonds ten bedrage van 8141,88 euro.

Het bedrag van de subsidie voor 2022 bedraagt in totaal 184.836.60 euro: 20.227,65 euro als tussenkomst in niet betaalde rekeningen en preventief beleid en 164.608,95 euro voor personeelskosten.

 

Binnen het Energiefonds werd gezien de stijgende energieprijzen voor 2022 een bijkomende subsidie voorzien ten bedrage van 8.675,85 euro voor personen die niet gerechtigd zijn op het sociaal tarief voor gas en elektriciteit.

 

* Nog extra eigen budget voorzien?

In dit kader werden er binnen de Cellen Budget en Welzijn enkele simulaties gemaakt voor cliënten:

Zie bijlage.

Op dit moment hebben we ook 7 dossiers inwonenden: dit betekent momenteel een jaarlijkse uitgave van 6.300 euro (7 x 75 € x 12 mnd). Op basis van het nieuw Reglement betekent dit een kost van 6.720 euro per jaar (7 x 80€ x 12mnd).

Zoals hierboven aangegeven, werd voor de bestaande cliënten reeds een budget voorzien alsook kan een deel in het Energiefonds ondergebracht worden.

 

Moeilijker is het om in te schatten hoeveel de nieuwe doelgroep aan extra uitgaven zal betekenen.

In 2021 hadden 132 personen recht op de C-bon. Men diende aan dezelfde voorwaarden te voldoen zoals in het nieuw reglement aanvullende steun.

Wat het Sociaal Huis betreft ging het om 32 alleenstaanden en 2 koppels.

Dit zou voor het Sociaal Huis obv het nieuw Reglement een kost betekenen van 82.800 euro (32 alleenst x 200 euro x 12 mnd= 76.800 euro + 2 koppels x 250 euro x 12 mnd = 6000 euro).

 

Als we voor de overige dossiers 98 rekening houden met een kost van 250 euro (evtl nog te vermeerderen met kinderlast) zitten we aan een uitgave van 294.000 euro (98 x 250 euro x 12mnd).

Als kanttekening merken we hierbij wel op dat de aanvullende steun voor deze doelgroep nooit hoger kan zijn dan het verschil tussen het inkomen en het referentiebudget én het bedrag van de voorschotfactuur.

In totaal komt dit neer op een uitgave van 376.800 euro (€ 82.800 + € 294.000).

Voor de financiering van de C-bon konden we beroep doen op subsidies vanuit de overheid. Dit is nu niet het geval.

! Het ruimer openstellen van het reglement Aanvullende heeft tevens tot gevolg dat meer mensen recht openen op de Sociale Kruidenier en in de meeste gevallen ook op AanZet.

Tussenkomsten

        door raadslid Stefaan Heyndrikx (De Merlaan)

        door schepen Valerie Taeldeman (CD&V)

 

Besluit

 

27 stemmen voor: Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Stefaan Standaert, Annelies Lammertyn, Nicole Maenhout, Danny Vannevel, Valerie Taeldeman, Anneke Gobeyn, Jason Van Landschoot, Peter E. Van Hecke, Bart Van Hulle, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Glenn Longeville, Kiran Van Landschoot, Henk Deprest, Christine Verplaetse, Timothy De Groote, Jan De Metsenaere, Eva Willems, Hilde Versluys, Stefaan Heyndrikx, Cindy De Baets, Ineke Hebbrecht en Cedric De Smet

 

 

Artikel 1:

De Raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met de voorgestelde wijzigingen en uitbreiding aan het reglement Aanvullende steun en stelt het gewijzigd reglement vast als volgt, vanaf 1 mei 2022:

 

REGLEMENT AANVULLENDE STEUN

 

Artikel 1

§1 Dit reglement regelt de door het OCMW van Maldegem voorziene tussenkomsten inzake aanvullende financiële steun ten behoeve van inwoners.

 

Artikel 2

§1 De gerechtigden op de in het kader van dit reglement voorziene tussenkomsten zijn de inwoners van Maldegem, effectief verblijvend en gedomicilieerd te Maldegem en dit sedert tenminste drie maanden.

§2 In afwijking op het in §1 bepaalde, kunnen ook andere inwoners van Maldegem, in zoverre ze effectief in de gemeente verblijven, hier ingeschreven zijn en beschikken over een geldige verblijfstitel, genieten van de in dit reglement voorziene tussenkomsten.

§3 Het recht op tussenkomsten geldt voor:

        (equivalent) leefloongerechtigden in zoverre er een geldig en lopend GPMI is.

        cliënten in budgetbeheer/budgetbegeleiding en/of collectieve schuldenregeling in zoverre er een geldige overeenkomst budgetbeheer of budgetbegeleiding is of er een collectieve schuldenregeling met begeleiding lopend is.

 

§4  Kunnen eveneens recht openen op de in dit reglement bedoelde tussenkomsten:

        Personen bij wie een budgetmeter geplaatst werd en waar voor een eerste maal schulden ingebouwd werden in de budgetmeter én via regelmatige opladingen gedeeltelijk afbetaald worden en dit zolang er schulden ingebouwd zijn/werden in de budgetmeter.

        Personen met energie- of waterschulden in zoverre er een lopend afbetalingsplan is en dit afbetalingsplan ook nageleefd wordt.

 

§5 Kunnen eveneens recht openen op de in dit reglement bedoelde tussenkomsten:

        Inwoner zijn van Maldegem of je gewoonlijk verblijf er hebben.

 +

        1 Bescheiden woning bezitten met een niet geïndexeerd KI van maximum 745 euro waar nog een hypothecaire lening voor lopende is.

 +

        Gerechtigd zijn op de RVV of aan de voorwaarden voldoen.

 +

        Een inkomen hebben dat lager is dan het Referentiebudget.

 

§6 Komen niet in aanmerking:

        Loi-bewoners

        Rusthuisbewoners 

 

§7 Op basis van een individueel en onderbouwd sociaal verslag kan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst beslissen om de in dit reglement voorziene tussenkomsten ook toe te kennen aan inwoners die niet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in artikel 2 §3 , §4 en §5.

 

Artikel 3 – Berekening

De voorziene tussenkomsten zijn het resultaat van een berekening waarbij gebruik gemaakt wordt van de budgetcalculator die door CEBUD ontwikkeld werd. Bij de berekening wordt het verschil gemaakt tussen enerzijds de beschikbare inkomsten en anderzijds het overeenstemmende referentiebudget, dat het resultaat is van het gebruik van de budgetcalculator en dat als noodzakelijk beschouwd wordt om een menswaardig leven te kunnen leiden.

De inkomsten, uitgaven en spaargelden worden gestaafd adhv rekeninguittreksels van de voorbije drie maand.

 

Artikel 4 – Meerekenbare inkomsten

§1 Als beschikbare inkomsten worden beschouwd: alle inkomsten van welke aard dan ook, inclusief de vrijgestelde bestaansmiddelen zoals bepaald in de RMI-wet.

§2 Inzake voordelen in natura en spaargelden geldt de berekeningswijze zoals deze bepaald wordt in de RMI-wet en de uitvoeringsbesluiten.

§3 Bij beslag inzake achterstallig onderhoudsgeld en andere geldt het bedrag vóór beslag als meerekenbaar inkomen.

§4 Inzake socio-culturele participatie, Uit-Pas met kansentarief en tussenkomsten AanZet wordt voor de gerechtigden op deze tussenkomst een maximaal ‘trekkingsrecht’ berekend.

Voor de gerechtigden inzake socio-culturele participatie en Uit-Pas met kansentarief wordt dit maximaal trekkingsrecht geraamd op 100 euro per persoon op jaarbasis. Dit bedrag wordt als inkomen aanzien bij berekening van de Aanvullende Steun.

Voor degenen die enkel gerechtigd zijn op de Uit-Pas met kansentarief wordt dit maximaal trekkingsrecht tevens geraamd op 100 euro per persoon op jaarbasis. Dit bedrag wordt dus in rekening genomen bij berekening van de Aanvullende Steun.

 

De gerechtigden bedoeld in art.2 §4 .(= personen met een budgetmeter + personen met energie of waterschulden) +gerechtigden bedoeld in art.2 §5  zijn niet gerechtigd op een tussenkomst inzake socio-culturele participatie.

Voor de gerechtigden op AanZet  wordt het maximaal trekkingsrecht berekend en volledig in aanmerking genomen als inkomen bij berekening van de Aanvullende Steun.

§5 Een zelfde regeling als bepaald in §4 geldt voor de berekening van het meerekenbaar inkomen uit de tussenkomsten inzake ‘minimale levering aardgas’ en ‘verwarmingstoelage in het kader van het stookoliefonds’.

§6 Meerekenbare inkomsten ikv de Sociale Kruidenier: bij elke berekening van de Aanvullende Steun wordt er reeds rekening gehouden met een voordeel van € 10 per maand voor het eerste gezinslid en 5 euro per maand voor elk bijkomend gezinslid.

 

§7 Toegekende huurwaarborgen, installatiepremies, en andere tussenkomsten worden niet als inkomen beschouwd met uitzondering van de huursubsidie.


§8  Voor mensen in collectieve schuldenregeling:

- verbonden aan een traject Budgetbeheer/Budgetbegeleiding wordt het bedrag dat maandelijks vanuit de collectieve schuldenregeling doorgestort wordt als meerekenbaar inkomen beschouwd. Dit inkomen wordt verhoogd met 5 procent.

- en gerechtigd op een leefloon of een inkomen gelijk aan het leefloon wordt rekening gehouden met alle effectieve inkomsten verminderd met 5 %.

- met een ander inkomen boven het leefloonbarema wordt rekening gehouden met alle effectieve inkomsten verminderd met 10 %.

 

Artikel 5 – Gezinssamenstelling

§1 Voor de toepassing van dit reglement wordt als alleenstaande elke effectief alleenwonende persoon beschouwd.

§2 Alleenstaanden met kinderlast worden voor de toepassing van dit reglement als gezin beschouwd.

§3 Samenwonenden worden, ongeacht hun onderlinge relatie, als gezin beschouwd, op voorwaarde dat alle samenwonenden voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 2.

§4 Wanneer niet alle samenwonenden voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 2, wordt de gerechtigde samenwonende als ‘inwonende’ beschouwd.

 

Artikel 6 – Toerekenbare uitgaven

§1 Als toerekenbare uitgaven worden beschouwd: de huishuur of hypotheek, beperkt tot:

        a) 600 euro per maand voor een alleenstaande

        b) 650 euro per maand voor een gezin, bestaande uit maximaal twee personen.

Deze bedragen zullen per 1 januari jaarlijks geïndexeerd worden via volgende formule:

 (basishuurprijs x nieuw indexcijfer)

 Aanvangsindexcijfer 2018

 

§2 Het bedrag uit artikel 6 §1 b) wordt verhoogd met 50 euro vanaf het derde inwonende gezinslid.

§3 De verbruikskosten (energie / water / verwarming) worden beperkt tot 250 euro per maand. Dit bedrag wordt verhoogd met 20 euro per maand voor elke bijkomende persoon vanaf het derde gezinslid.

§4 Deze verbruikskosten worden verhoogd met het bedrag van de effectieve maandelijkse afbetaling voor zogenaamde overlevingsschulden (water, verwarming en elektriciteit) in zoverre deze buiten de eventuele minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling in het kader van de collectieve schuldenregeling vallen.

§5 Voor inwonenden zijn de toerekenbare uitgaven beperkt tot de effectief betaalde vergoedingen en bijdragen voor inwonen.

§6 Effectief betaalde onderhoudsgelden worden beschouwd als toerekenbare uitgaven met een maximum van 150 euro per maand per kind.

 

Artikel 7 – Co-ouderschap

§ 1 In geval van co-ouderschap worden de verhogingen zoals bedoeld in artikel 6 berekend in verhouding tot de verblijfsduur van de kinderen in het gezin, waarbij het aantal dagen van gemiddeld verblijf geldt als de teller en 30 de noemer is.

§ 2 Wat de bedragen betreft zoals bepaald in art.6 §1 worden alleenstaanden met co-ouderschap beschouwd als gezinnen in zoverre de kinderen effectief deeltijds in het gezin verblijven.

 

Artikel 8 – Toe te kennen tussenkomsten

§1 Indien de toepassing van de budgetcalculator leidt tot een negatief resultaat, dat wil zeggen dat de maandelijkse inkomsten lager zijn dan het overeenstemmend referentiebudget, dan kan een maandelijkse tussenkomst toegekend worden, op voorwaarde dat:

        alle sociale rechten uitgeput werden.

        onderzocht werd in welke mate de inkomsten kunnen verhoogd worden.

        onderzocht werd in welke mate de kosten kunnen beperkt worden.

§2 Het in §1 bedoelde onderzoek moet blijken uit een sociaal verslag waarin tot toekenning of weigering van toekenning van een tussenkomst voorgesteld wordt.

 

Artikel 9 – Bedrag van de tussenkomst

§1 Het maximum toe te kennen bedrag voor een alleenstaande bedraagt 200 euro per maand.

§2 Het maximum toe te kennen bedrag voor een alleenstaande met kinderlast, koppel of samenwonende bedraagt 250 euro per maand, waarbij voor samenwonenden geldt dat het berekende bedrag gedeeld wordt door het aantal samenwonenden om het individuele steunbedrag te berekenen.

§3 Het maximum toe te kennen bedrag voor een inwonende bedraagt 80 euro per maand.

§4 Deze bedragen worden verhoogd met 25 euro per maand voor elk kind ten laste, vanaf het eerste kind in geval van inwonenden, samenwonenden of een gezin met kinderlast en vanaf het tweede kind in geval van een alleenstaande met kinderlast.

§5 In geval van co-ouderschap worden deze verhogingen berekend zoals bepaald in artikel 7.

§6 Elke toegekende tussenkomst kan nooit hoger zijn dan het verschil tussen de maandelijks meerekenbare inkomsten en het bedrag van het referentiebudget, berekend door gebruik te maken van de budgetcalculator.

 

§7 Voor de gerechtigden opgenomen in Artikel 2 §5 kan elke toegekende tussenkomst nooit hoger zijn dan het verschil tussen de maandelijks meerekenbare inkomsten en het bedrag van het referentiebudget, berekend door gebruik te maken van de budgetcalculator èn van het bedrag van de voorschotfactuur.

 

Artikel 10 - Duur van de tussenkomst

§1 Voor (equivalent) leefloongerechtigden is de duur van de bedoelde tussenkomsten gekoppeld aan de geldigheidsduur van een lopend GPMI.

§2 Voor cliënten in budgetbeheer, budgetbegeleiding en/of collectieve schuldenregeling is de duur van de bedoelde tussenkomsten gekoppeld aan de geldigheidsduur van de overeenkomst budgetbeheer/budgetbegeleiding.

§3 In geval van schorsing van het GPMI, collectieve schuldenregeling of budgetbeheer of bij het aflopen van deze bedoelde regelingen en overeenkomsten die niet verlengd werden of wanneer geen nieuw overeenkomst/regeling afgesloten werd, vervallen de bedoelde tussenkomsten.

§4 Voor de gerechtigden opgenomen in Artikel 2 §5 is  de duur van de bedoelde tussenkomsten beperkt tot één jaar met dien verstande dat de toekenning van de tussenkomst voor elke gerechtigde loopt tot en met 30.04.2023. Voor de gerechtigden opgenomen in Artikel 2§5 zal er na afloop ook een evaluatie plaatsvinden.

§5 In alle andere gevallen is de duur van de tussenkomsten beperkt tot één jaar, met dien verstande dat de toekenning van de tussenkomsten jaarlijks herzienbaar is en in elk geval moet herzien worden voor zover er wijzigingen zijn inzake inkomsten, uitgaven of sociale omstandigheden.

 

Artikel 11 – Uitbetaling

 

 §1Voor de gerechtigden opgenomen in Art 2§5 zal de tussenkomst pas uitbetaald worden:

        op voorwaarde dat de maandelijkse energiefactuur voortaan wordt betaald en dat er een afbetaling werd geregeld voor de openstaande energieschulden.

        na onderzoek van het huidig energiecontract.

        op voorwaarde dat men openstaat voor het laten uitvoeren van een gratis energiescan.

 

Artikel 2:

De wijzigingen treden in werking met ingang van 1 mei 2022.

 

 

Publicatiedatum: 27/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 19 05 2022

 

OPENBARE ZITTING

 

5.   VRAGEN VAN RAADSLEDEN

 

Juridische gronden

        Artikel 21 juncto artikel 74 Decreet Lokaal Bestuur:
Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk 5 dagen voor de vergadering punten aan de agenda toevoegen.  Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad.

        Artikel 38, 5°juncto 74 Decreet Lokaal Bestuur:
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:
5° de voorwaarden waaronder de gemeenteraadsleden hun recht uitoefenen om aan de voorzitter en de leden van het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.

        Artikel 278 §1 Decreet Lokaal Bestuur:
De notulen van de vergaderingen van raad voor maatschappelijk welzijn vermelden ... alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat is gegeven aan de punten waarover de raad voor maatschappelijk welzijn geen beslissing heeft genomen.

        Artikel 7 van het Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en de OCMW-raad, vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 25 september 2019, waarin de voorwaarden waaronder de raadsleden hun recht uitoefenen om aan de voorzitter en de leden van het vast bureau vragen te stellen, zijn opgenomen.

 

Feiten

        Door de raadsleden werden geen vragen aan de leden van het vast bureau ingediend:

 

 

 

Publicatiedatum: 27/06/2022