Notulen raad voor maatschappelijk welzijn van 27 11 2019

Overzicht punten

 

Zitting van 27 11 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

1.   MEDEDELINGEN AAN DE RAAD

 

 

Geen.

 

 

Publicatiedatum: 30/12/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 27 11 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

2.   GOEDKEURING NOTULEN EN AUDIOVERSLAG VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN 30 OKTOBER 2019

 

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

          Artikel 28, §1 juncta 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn openbaar zijn.

          Artikel 32 juncta 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat behalve in spoedeisende gevallen de notulen van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking worden gesteld van de raadsleden en dat het huishoudelijk reglement de wijze bepaalt waarop de notulen ter beschikking worden gesteld.

Dat verder bepaalt dat elk raadslid het recht heeft om tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast en dat ook nog verduidelijkt dat als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering, de notulen als goedgekeurd beschouwd worden.

          Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017  waarin wordt bepaald dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.

          Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 30 oktober 2019 waarbij de raad beslist het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname.

 

Feiten

          De notulen werden ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de raadsleden.

          De audio-opnames werden per agendapunt uiterlijk acht dagen voor de dag van de vergadering gepubliceerd op de gemeentelijke website onder 'Vergaderingen OCMW-raad'.  De tijdsaanduidingen over de aanvang van de onderscheiden agendapunten werden genoteerd in het document 'Tijdsnotatie audioverslag RMW 30 oktober 2019' dat eveneens op de website gepubliceerd werd onder 'Vergaderingen OCMW-raad'.

          Er werden geen opmerkingen gemaakt.

 

Besluit

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Stefaan Standaert, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen en het audioverslag van de zitting van de raad van 30 oktober 2019 goed.

 

Artikel 2:

De voorzitter en de algemeen directeur worden gemandateerd om de notulen na deze goedkeuring te ondertekenen.

 

 

Publicatiedatum: 30/12/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 27 11 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

3.   BELEIDSPLAN GEÏNTEGREERD BREED ONTHAAL (GBO) IN HET MEERJARENPLAN VAN DE MEETJESLANDSE LOKALE BESTUREN

 

Juridische gronden

             De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

            Artikel 28 §1 juncto 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB) bepaalt dat de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn openbaar zijn.

            Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.

             Het decreet lokaal sociaal beleid van 9 februari 2018, artikel 9, stelt dat het lokaal bestuur de regierol dient op te nemen in de ontwikkeling van een samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal (GBO);

 

Feiten

             Eén van de centrale elementen in het decreet sociaal beleid is de ontwikkeling van een samenwerkingsverband GBO.  Het GBO is een samenwerkingsverband tussen minimaal het OCMW, het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) en de Diensten Maatschappelijk Werk van de ziekenfondsen (DMW).

             Welzijnsband Meetjesland werkt voor de kernpartners van Eerstelijnszones Oost- en West- Meetjesland in de periode september – december 2019 het GBO-project uit met het oog op het voorbereiden van het GBO voor de periode 2020–2025.

             Voor de periode 2020-2025 kan een aanvraag kan worden ingediend bij het Vlaams Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin om een jaarlijkse subsidie van 50.000 euro te ontvangen voor de uitbouw van het GBO.  Bij toekenning van de subsidie kan deze gebruikt worden voor de coördinatie van het samenwerkingsverband GBO.

             In de BBC van de Welzijnsband Meetjesland moet worden ingegeven op welke manier de Vlaamse beleidsprioriteit ‘het realiseren van de functies en werkingsprincipes van een samenwerkingsverband GBO” zal ingevuld worden.

 

Argumentatie

          In het GBO worden de krachten van drie eerstelijns welzijnsvoorzieningen gebundeld om zo de toegang tot hulp- en dienstverlening te verhogen, onderbescherming tegen te gaan en de complexitieit van de vragen te kunnen aanpakken.

          Actieve rechtenverkenning en outreachend werken zijn belangrijke principes uit het GBO die ertoe bijdragen dat kwetsbare personen en gezinnen daadwerkelijk worden bereikt.

          ‘Eenoudergezinnen’ werden als prioritaire doelgroep vooropgesteld aangezien dit een doelgroep is die vanuit wetenschappelijk oogpunt een sterk verhoogd risico op armoede vertoont en die in grote mate vertegenwoordigd is in beide Eerstelijnszones.

          In de BBC van elk deelnemend lokaal bestuur moet worden ingegeven dat er voor de realisatie van een samenwerkingsverband GBO zal samengewerkt worden met alle lokale besturen van de eerstelijnszones Oost- en West-Meetjesland, de DMW van de ziekenfondsen en CAW Oost-Vlaanderen met de Welzijnsband Meetjesland als trekker.

Tussenkomsten

             door raadslid Stefaan Standaert (Groen)

             Schepen Marleen Van den Bussche (De Merlaan) antwoordt.

 

Besluit

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Stefaan Standaert, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord om voor de realisatie van het GBO een samenwerking aan te gaan met de andere lokale besturen van de Eerstelijnszones Oost- en West-Meetjesland, de Diensten voor Maatschappelijk Werk van de ziekenfondsen en CAW Oost-Vlaanderen met de Welzijnsband Meetjesland als trekker.

 

Artikel 2:

De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord om voor de periode 2020-2025 volgende actie op te nemen in de BBC:
Voor de realisatie van een samenwerkingsverband GBO zal samengewerkt worden met alle lokale besturen van de eerstelijnszones Oost- en West-Meetjesland, de Diensten voor Maatschappelijk werk van de ziekenfondsen en CAW Oost-Vlaanderen met de Welzijnsband Meetjesland als trekker.

 

 

Publicatiedatum: 30/12/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 27 11 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

4.   REGLEMENT TOEKENNING ERETITELS

 

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijk motivering van de bestuurshandelingen.

          Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd en de reglementen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vaststelt.

          Artikel 148 en 547 van het decreet over het lokaal bestuur waarin bepaald wordt dat de raad voor maatschappelijk welzijn de eretitels van de leden van het vast bureau en de eretitels van de voorzitter en leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst kan toekennen, onder de voorwaarden die hij bepaalt.

          De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van Maldegem van 26 februari 2013 waarin de voorwaarden worden vastgesteld voor de toekenning van de titels van ere-voorzitter en van ere-lid van de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW Maldegem.

 

Feiten

            Er wordt verwezen naar de bestaande voorwaarden voor het bekomen van de titel van ereschepen, van eregemeenteraadslid en van ereraadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn.

            Voor het bekomen van de titel van erelid van het vast bureau van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn zijn er op heden geen voorwaarden vastgelegd.

 

Argumentatie

             Naar aanleiding van de integratie van gemeente en OCMW is het aangewezen de voorwaarden voor het bekomen van eretitels voor schepenen en gemeente- en OCMW-raadsleden gelijk te stellen en de voorwaarden voor het bekomen van de titel van erelid van het vast bureau te bepalen.

             Daarom stelt het college, respectievelijk vast bureau de volgende voorwaarden voor:

          Voor het bekomen van de titel van ereschepen, respectievelijk erelid van het vast bureau:

          De kandidaat dient gedurende ten minste 18 jaar in de gemeente Maldegem het mandaat van schepen of lid van het vast bureau te hebben uitgeoefend.

          De kandidaat moet van onberispelijk gedrag zijn geweest, zowel tijdens zijn mandaten als daarbuiten.  Onder onberispelijk gedrag wordt verstaan: het ontbreken van een zware strafrechtelijke veroordeling dan wel een zware tuchtstraf of het niet bestaan van andere erg onterende feitelijkheden.

          De kandidaat moet de voorzitter van de gemeenteraad, respectievelijk raad voor maatschappelijk welzijn, schriftelijk verzoeken tot het verlenen van de eretitel en in het bezit stellen van de nodige attesten en stukken, te weten:

          vermelding van de perioden waarin het ambt werd uitgeoefend en eventueel de reden waarom de wettelijke duur van het mandaat werd ingekort;

          een uittreksel uit het strafregister dat niet langer dan één maand voor de datum van de machtiging door de gemeenteraad mag opgemaakt zijn;

          de vermelding van de tuchtmaatregelen waarvan de betrokkene eventueel het voorwerp is geweest, volgens inlichtingen die verstrekt zijn door de bevoegde administratieve overheden.

          Aan de titel van ereschepen of erelid van het vast bureau worden geen voordelen toegekend.

 

          Voor het bekomen van de titel van eregemeenteraadslid, respectievelijk erelid van de raad voor maatschappelijk welzijn:

          De kandidaat dient gedurende ten minste 18 jaar het ambt van gemeenteraadslid of lid van de raad voor maatschappelijk welzijn in de gemeente Maldegem uitgeoefend te hebben, waarvan minstens 6 jaar ononderbroken. De eretitel kan ook toegekend worden indien men het ambt van lid van de gemeenteraad, respectievelijk raad voor maatschappelijk welzijn van de gemeente Maldegem, aangevuld met de niet gelijklopende duur van het ambt van lid van de raad voor maatschappelijk welzijn, respectievelijk gemeenteraad, gedurende ten minste 18 jaar in de gemeente Maldegem heeft uitgeoefend, op voorwaarde dat van deze periode meer dan de helft werd uitgeoefend als lid van de gemeenteraad, respectievelijk lid van de raad voor maatschappelijk welzijn.

          De kandidaat moet van onberispelijk gedrag zijn geweest, zowel tijdens zijn mandaten als daarbuiten.  Onder onberispelijk gedrag wordt verstaan: het ontbreken van een zware strafrechtelijke veroordeling dan wel een zware tuchtstraf of het niet bestaan van andere erg onterende feitelijkheden.

          De kandidaat moet de voorzitter van de gemeenteraad, respectievelijk raad voor maatschappelijk welzijn, schriftelijk verzoeken tot het verlenen van de eretitel en in het bezit stellen van de nodige attesten en stukken, te weten:

          vermelding van de perioden waarin het ambt werd uitgeoefend en eventueel de reden waarom de wettelijke duur van het mandaat werd ingekort;

          een uittreksel uit het strafregister dat niet langer dan één maand voor de datum van de machtiging door de gemeenteraad mag opgemaakt zijn;

          de vermelding van de tuchtmaatregelen waarvan de betrokkene eventueel het voorwerp is geweest, volgens inlichtingen die verstrekt zijn door de bevoegde administratieve overheden.

          Aan de titel van eregemeenteraadslid of erelid van de raad voor maatschappelijk welzijn worden geen voordelen toegekend.

 

          De titel van ereschepen, erelid van het vast bureau en de titel van ereraadslid mag niet worden gevoerd:

            als na de toekenning van de eretitel de mandataris, vermeld in het besluit, een zware strafrechtelijke veroordeling of een zware tuchtstraf oploopt of erg onterende feitelijkheden begaat, kan de eretitel door de gemeenteraad, respectievelijk de raad voor maatschappelijk welzijn ingetrokken worden.

            gedurende de tijd dat een gemeentelijk mandaat wordt uitgeoefend (burgemeester, schepen, lid van het vast bureau van het OCMW, voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst van het OCMW, gemeenteraadslid of lid van de raad voor maatschappelijk welzijn).

            gedurende de tijd dat een openbaar mandaat van lid van het federaal parlement, lid van het Vlaams Parlement, lid van de provincieraad of bestendige deputatie wordt uitgeoefend.

            door een door een provincie, gemeente of OCMW bezoldigde persoon.

 

Besluit

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Stefaan Standaert, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

 

Artikel 1:

De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn Maldegem in zitting van 26 februari 2013 waarin de voorwaarden worden vastgesteld voor de toekenning van de titel van erevoorzitter en erelid van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt opgeheven en vervangen door onderstaand reglement, vastgesteld in zitting van heden.

 

Artikel 2:

De raad voor maatschappelijk welzijn stelt het gezamenlijk reglement van het gemeente- en OCMW-bestuur voor het toekennen van de titel van ereschepen, respectievelijk lid van het vast bureau van het OCMW Maldegem en eregemeenteraadslid, respectievelijk erelid van de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW Maldegem als volgt vast:

 

Gezamenlijk reglement van het gemeente- en OCMW-bestuur Maldegem voor het toekennen van eretitels

 

Artikel 1:

§1 - De gemeenteraad, respectievelijk raad voor maatschappelijk welzijn kan de titel van ereschepen van de gemeente Maldegem, respectievelijk lid van het vast bureau van het OCMW Maldegem toekennen onder de volgende voorwaarden:

          De kandidaat dient gedurende ten minste 18 jaar in de gemeente Maldegem het mandaat van schepen, respectievelijk lid van het vast bureau te hebben uitgeoefend.

          De kandidaat moet van onberispelijk gedrag zijn geweest, zowel tijdens zijn mandaten als daarbuiten.  Onder onberispelijk gedrag wordt verstaan: het ontbreken van een zware strafrechtelijke veroordeling dan wel een zware tuchtstraf of het niet bestaan van andere erg onterende feitelijkheden.

          De kandidaat moet de voorzitter van de raad schriftelijk verzoeken tot het verlenen van de eretitel en in het bezit te stellen van de nodige attesten en stukken, te weten:

          vermelding van de perioden waarin het ambt werd uitgeoefend en eventueel de reden waarom de wettelijke duur van het mandaat werd ingekort;

          een uittreksel uit het strafregister dat niet langer dan één maand voor de datum van de machtiging door de gemeenteraad mag opgemaakt zijn;

          de vermelding van de tuchtmaatregelen waarvan de betrokkene eventueel het voorwerp is geweest, volgens inlichtingen die verstrekt zijn door de bevoegde administratieve overheden.

§2 - De titel mag niet worden gevoerd:

            Als na de toekenning van de eretitel de mandataris, vermeld in het besluit, een zware strafrechtelijke veroordeling of een zware tuchtstraf oploopt of erg onterende feitelijkheden begaat, kan de eretitel door de gemeenteraad, respectievelijk de raad voor maatschappelijk welzijn ingetrokken worden.

            Gedurende de tijd dat een gemeentelijk mandaat wordt uitgeoefend (burgemeester, schepen, lid van het vast bureau van het OCMW, voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst van het OCMW, gemeenteraadslid of lid van de raad voor maatschappelijk welzijn).

            Gedurende de tijd dat een openbaar mandaat van lid van het federaal parlement, lid van het Vlaams Parlement, lid van de provincieraad of bestendige deputatie wordt uitgeoefend.

            door een door een provincie, gemeente of OCMW bezoldigde persoon.

 

Artikel 2:

§1 - De gemeenteraad, respectievelijk raad voor maatschappelijk welzijn kan de titel van eregemeenteraadslid van de gemeente Maldegem, respectievelijk erelid van de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW Maldegem toekennen onder de volgende voorwaarden:

          De kandidaat dient gedurende ten minste 18 jaar het ambt van gemeenteraadslid of lid van de raad voor maatschappelijk welzijn in de gemeente Maldegem uitgeoefend hebben, waarvan minstens 6 jaar ononderbroken. De eretitel kan ook toegekend worden indien men het ambt van lid van de gemeenteraad, respectievelijk raad voor maatschappelijk welzijn van de gemeente Maldegem, aangevuld met de niet gelijklopende duur van het ambt van lid van de raad voor maatschappelijk welzijn, respectievelijk gemeenteraad, gedurende ten minste 18 jaar in de gemeente Maldegem heeft uitgeoefend, op voorwaarde dat van deze periode meer dan de helft werd uitgeoefend als lid van de gemeenteraad, respectievelijk lid van de raad voor maatschappelijk welzijn.

          De kandidaat moet van onberispelijk gedrag zijn geweest, zowel tijdens zijn mandaten als daarbuiten.  Onder onberispelijk gedrag wordt verstaan: het ontbreken van een zware strafrechtelijke veroordeling dan wel een zware tuchtstraf of het niet bestaan van andere erg onterende feitelijkheden.

          De kandidaat moet de voorzitter van de raad schriftelijk verzoeken tot het verlenen van de eretitel en in het bezit te stellen van de nodige attesten en stukken, te weten:

          vermelding van de perioden waarin het ambt werd uitgeoefend en eventueel de reden waarom de wettelijke duur van het mandaat werd ingekort;

          een uittreksel uit het strafregister dat niet langer dan één maand voor de datum van de machtiging door de gemeenteraad mag opgemaakt zijn;

          de vermelding van de tuchtmaatregelen waarvan de betrokkene eventueel het voorwerp is geweest, volgens inlichtingen die verstrekt zijn door de bevoegde administratieve overheden.

§2 - De titel mag niet worden gevoerd:

            Als na de toekenning van de eretitel de mandataris, vermeld in het besluit, een zware strafrechtelijke veroordeling of een zware tuchtstraf oploopt of erg onterende feitelijkheden begaat, kan de eretitel door de gemeenteraad, respectievelijk de raad voor maatschappelijk welzijn ingetrokken worden.

            Gedurende de tijd dat een gemeentelijk mandaat wordt uitgeoefend (burgemeester, schepen, lid van het vast bureau van het OCMW, voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst van het OCMW, gemeenteraadslid of lid van de raad voor maatschappelijk welzijn).

            Gedurende de tijd dat een openbaar mandaat van lid van het federaal parlement, lid van het Vlaams Parlement, lid van de provincieraad of bestendige deputatie wordt uitgeoefend.

            door een door een provincie, gemeente of OCMW bezoldigde persoon.

 

 

Publicatiedatum: 30/12/2019