Notulen raad voor maatschappelijk welzijn van 27 03 2019

Overzicht punten

 

Zitting van 27 03 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

2.   GOEDKEURING NOTULEN EN AUDIOVERSLAG VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN 27 FEBRUARI 2019

 

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

          Artikel 28, §1 juncto 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn openbaar zijn.

          Artikel 32 juncto 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat behalve in spoedeisende gevallen de notulen van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking worden gesteld van de raadsleden en dat het huishoudelijk reglement de wijze bepaalt waarop de notulen ter beschikking worden gesteld.

Dat verder bepaalt dat elk raadslid het recht heeft om tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast en dat ook nog verduidelijkt dat als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering, de notulen als goedgekeurd beschouwd worden.

          Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.

          Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van heden waarbij de raad beslist het zittingsverslag te vervangen door een audio opname.

 

Feiten

          De notulen werden ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de raadsleden.

          Het zittingsverslag werd uiterlijk acht voor de dag van de vergadering gepubliceerd op de gemeentelijke website waar de raadsleden er kennis konden van nemen. De tijdsaanduidingen over de aanvang van de onderscheiden agendepunten werden genoteerd in het document 'Tijdsnotatie audioverslag RMW 27 februari 2019 dat eveneens op de website gepubliceerd werd onder 'Vergaderingen gemeenteraad'.

          Er werden geen opmerkingen gemaakt.

 

Besluit

 

27 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Stefaan Standaert, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen en het audioverslag van de zitting van de raad van 27 februari 2019 goed.

 

Artikel 2:

De voorzitter en de algemeen directeur worden gemandateerd om de notulen na deze goedkeuring te ondertekenen.

 

 

Publicatiedatum: 30/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 27 03 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

3.   KLACHTEN JAARVERSLAG 2018

 

Juridische gronden

          Artikels 28 en 74 van het decreet lokaal bestuur bepalen dat de vergaderingen van de gemeenteraad evenals de raad voor maatschappelijk welzijn openbaar zijn.

          Artikel 303 § 1 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat het systeem van klachtenbehandeling zowel voor de gemeente als voor het OCMW georganiseerd wordt op het ambtelijke niveau en maximaal onafhankelijk is van de diensten waarop de klachten betrekking hebben.

          De procesbeschrijving klachtenbehandeling, zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 juni 2018 en in de raad voor maatschappelijk welzijn van 30 augustus 2018, bepaalt dat van de behandelde klachten een verslag wordt opgemaakt en jaarlijks gerapporteerd wordt aan de raden.

 

Feiten

          In 2018 werden slechts twee klachten geregistreerd.

 

 

Publicatiedatum: 30/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 27 03 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

4.   REGLEMENT OP DE TERUGBETALING VAN DIVERSE ONKOSTEN AAN DE POLITIEKE MANDATARISSEN

 

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

Artikel 28 §1 juncto 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB) bepaalt dat de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn openbaar zijn.

          Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.

          Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris.

          Reglement op de terugbetaling van diverse onkosten aan de politieke mandatarissen, zoals goedgekeurd in zitting van 28 januari 2009.

          Reglement op de terugbetaling van diverse onkosten aan de politieke mandatarissen - wijziging, zoals goedgekeurd in zitting van 27 januari 2010.

          Reglement niet-uitvoerende mandatarissen - onkosten eigen aan de werkgever - hardware zoals goedgekeurd in zitting van 18 december 2014.

          Huishoudelijk reglement OCMW-raad zoals goedgekeurd in zitting van 27 februari 2019.

 

Feiten

          Er is geen reglement voorzien voor de terugbetaling van onkosten gemaakt door mandatarissen. Indien er onkosten gemaakt werden, werd per geval voorgelegd aan het vast bureau.

 

Argumentatie

          Het is billijk dat het bestuur (ten dele) tegemoet komt aan de onkosten die niet-uitvoerende mandatarissen maken omwille van digitalisering.

          Het is billijk om aan de politieke mandatarissen werkelijk bewezen onkosten, gemaakt uit hoofde van hun mandaat als raadslid, terug te betalen.

          De kosten die niet-uitvoerende mandatarissen en leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst maken beschouwen we ten dele als kosten, eigen aan de werkgever, en kunnen onder de volgende cumulatieve voorwaarden terugbetaald worden:

          de kosten moeten verband houden met de uitoefening van het mandaat

          ze moeten noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het mandaat

          de kosten moeten verantwoord worden met bewijsstukken - er kunnen geen forfaitaire kostenvergoedingen worden toegekend.

          Dit bedrag kan door de betrokken mandataris niet ingebracht worden in de individuele aftrekbare kosten van zijn of haar belastingsaangifte.

          De kosten die uitvoerende mandatarissen maken beschouwen we ten dele als kosten, eigen aan de werkgever, en kunnen onder de volgende cumulatieve voorwaarden terugbetaald worden:

          de kosten moeten verband houden met de uitoefening van het mandaat

          de kosten moeten verantwoord worden met bewijsstukken - er kunnen geen forfaitaire kostenvergoedingen worden toegekend.

 

Besluit

 

25 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Stefaan Standaert, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn stelt onderstaand reglement op de terugbetaling van diverse onkosten aan de politieke mandatarissen, vast:

 

REGLEMENT OP DE TERUGBETALING VAN DIVERSE ONKOSTEN AAN DE POLITIEKE MANDATARISSEN

 

Artikel 1: niet-uitvoerende mandatarissen

A. Aan de leden van de gemeenteraad kunnen alleen de kosten, die verband houden met de uitoefening van het mandaat, terugbetaald worden. Er kan jaarlijks maximaal 300 euro terugbetaald worden.

 

Deze financiële middelen mogen gebruikt worden voor:

1. de aankoop van boeken en studiemateriaal (documentatiemateriaal)

2. het volgen van opleidingen en studiedagen, inclusief de verplaatsingskosten. De middelen mogen niet worden gebruikt voor partijwerking, verkiezingen of ter compensatie van presentiegelden of wedden.

 

De kosten voor documentatiemateriaal, opleidingen of studiedagen worden hetzij terugbetaald aan de hand van de nodige bewijsstukken en/of betalingsbewijzen, hetzij rechtstreeks door het bestuur betaald op dezelfde wijze als deze die geldt voor het gemeentepersoneel. De vergoeding voor dienstverplaatsingen in het kader van opleidingen en studiedagen wordt vastgesteld volgens de regels die gelden voor het gemeentepersoneel.

 

B. Aan de leden van de gemeenteraad kan jaarlijks tot maximaal 75,00 euro tussenkomst voorzien worden in internetabonnementskosten, noodzakelijk bij de uitoefening van hun mandaat als gemeenteraadslid.

De kosten worden terugbetaald, aan de hand van de nodige verantwoordingsstukken.

 

Artikel 2: leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst

A. Aan de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst kunnen alleen de kosten, die verband houden met de uitoefening van het mandaat, terugbetaald worden. Er kan jaarlijks maximaal 300 euro terugbetaald worden.

 

Deze financiële middelen mogen gebruikt worden voor:

1. de aankoop van boeken en studiemateriaal (documentatiemateriaal)

2. het volgen van opleidingen en studiedagen, inclusief de verplaatsingskosten. De middelen mogen niet worden gebruikt voor partijwerking, verkiezingen of ter compensatie van presentiegelden of wedden.

 

De kosten voor documentatiemateriaal, opleidingen of studiedagen worden hetzij terugbetaald aan de hand van de nodige bewijsstukken en/of betalingsbewijzen, hetzij rechtstreeks door het bestuur betaald op dezelfde wijze als deze die geldt voor het personeel. De vergoeding voor dienstverplaatsingen in het kader van opleidingen en studiedagen wordt vastgesteld volgens de regels die gelden voor het personeel.

 

B. Aan de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst kan jaarlijks tot maximaal 75,00 euro tussenkomst voorzien worden in internetabonnementskosten, noodzakelijk bij de uitoefening van hun mandaat als lid.

De kosten worden terugbetaald, aan de hand van de nodige verantwoordingsstukken.

 

Artikel 3: gemeentelijke vertegenwoordigers in de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden

De gemeentelijke vertegenwoordigers in de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden worden voor hun dienstreizen, ondernomen in het kader van dit mandaat, vergoed op basis van de tarieven die gelden voor het gemeentepersoneel. Deze dienstreizen dienen te gebeuren buiten de gemeente met de eigen wagen of het openbaar vervoer.

Indien de gemeentelijke vertegenwoordigers voor dienstreizen vergoedingen of enige andere vorm van betaling ontvangen vanwege de betreffende intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, dan kunnen deze kosten niet verhaald worden op de gemeente.

 

Artikel 4: uitvoerende mandatarissen

§1. Elk lid van het College van Burgemeester en Schepenen kan maandelijkse een tussenkomst ten bedrage van maximum 45,00 euro krijgen in het privé GSM-abonnement. De kosten worden op verzoek van het lid van het College van Burgemeester en Schepenen terugbetaald, aan de hand van de nodige verantwoordingsstukken.

 

§2. Aan de leden van College van Burgemeester en Schepenen kan tijdens de legislatuur een eenmalige tussenkomst voorzien worden van maximaal 300,00 euro voor de aanschaf van een nieuw GSM-toestel.

De kosten worden terugbetaald, aan de hand van de nodige verantwoordingsstukken.

 

§3 Elk lid van het College van Burgemeester en Schepenen, die veel gebruik maakt van een eigen tablet, kan een tussenkomst ten bedrage van maximum 10 euro per maand voor het 3G/4G abonnement krijgen, ofwel er voor kiezen zich aan te sluiten bij het contract van de gemeente.

 

§4. Het gemeentebestuur draagt de kosten met betrekking tot volgende activiteiten (niet-limitatieve lijst): opleidingen, congressen, netwerkmomenten,… die leden van het college willen volgen op zich. De partner van het collegelid dient zelf in te  in te staan voor de kosten. 

 

Artikel 5: Procedure uitbetaling

De aanvraag tot betaling van de onkosten gebeurt a.d.h.v een onkostennota met facturen waaruit de gemaakte kosten blijken. De onkostennota's worden voorbereid door de financiële dienst op vraag van de mandataris. Het bewijsstuk mag gemaild worden naar financien@maldegem.be. De onkostennota dient getekend te worden door de mandataris.

 

Artikel 6: algemeen

Jaarlijks wordt in het eerstvolgende kwartaal, volgend op het jaar waarin de gemaakte kosten werd terugbetaald, een gedetailleerd verslag gemaakt van de aanwending van alle middelen. Dit verslag is openbaar en wordt door de algemeen directeur voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Artikel 7:

Indien iemand lid is van meerdere raden kunnen de bedragen niet gecumuleerd worden en is er slechts recht op een eenmalige tussenkomst. 

 

Artikel 8: datum van inwerkingtreding

Het reglement op de terugbetaling van diverse onkosten aan de politieke mandatarissen van 27 januari 2010 en het reglement niet-uitvoerende mandatarissen - onkosten eigen aan de werkgever - hardware van 18 december 2014 worden opgeheven en vervangen door huidige reglement.

Artikel 48 §10 van het Huishoudelijk reglement van OCMW-raad wordt vervangen door huidig reglement.

Dit reglement is geldig vanaf 2019.

 

 

Artikel 2:

Een afschrift van dit reglement zal aan de toezichthoudende overheid overgemaakt worden.

 

 

Publicatiedatum: 30/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 27 03 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

5.   GOEDKEURING ONTWERP VAN DADING  IN BIMMO DOSSIER - STOPZETTING BEROEP TOT VERNIETIGING BIJ DE RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

 

over het agendapunt

15 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Peter T. Van Hecke, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel en Danny Vannevel

10 stemmen tegen: Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Stefaan Standaert en Timothy De Groote

 

 

over het amendement, m.n. de vervanging in punt 2.2. §2 van partij A door partij B

18 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Peter T. Van Hecke, Dino Lateste, Stefaan Standaert, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

7 stemmen tegen: Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger en Leandra Decuyper

 

 

Tussenkomst raadsleden

             Voorzitter Peter Van Hecke (N-VA) licht het punt toe.

             Raadslid Annelies Lammertyn (CD&V) deelt namens de CD&V-fractie mee dat het BIMMO-project positief onthaald wordt vermits er in de kern van Adegem ruimte komt voor assistentiewoningen en meergezinswoningen binnen een mooi groen kader.  De uitrit van het project, die richting Adegem-dorp komt te liggen op de as naar Den Hoogen Pad, een as met tweerichtingsverkeer en schuin tegenover de huidige schoolingang komt volgens het raadslid echter de veiligheid niet ten goede.  Een uitrit langs de voorziene uitweg via Den Hoogen Pad en langs de watergang de N9 op zou de veiligheid binnen dit voorstel ten goede kunnen komen hebben.  De CD&V-fractie betreurt dat dit niet haalbaar is.  In wat voorligt worden onvoldoende garanties geboden voor de veiligheid van de schoolgaande kinderen.  Bovendien is het voor de CD&V-fractie niet duidelijk wat bedoeld wordt met de "kwalitatieve invulling van het openbaar domein" en wat de inhoud is van de impuls van 60.000 euro en hoe dit bedrag precies ingevuld wordt.  De CD&V-fractie zal op deze twee punten, nl. de veiligheid en de invulling van de 60.000 euro, tegenstemmen.

             Raadslid Leandra Decuyper (CD&V) heeft vragen bij de dading in zijn huidige vorm. Ten eerste werd door BIMMO geen mandaag gegeven, waardoor het niet duidelijk wie namens BIMMO zal ondertekenen en of deze persoon ondertekeningsbevoegdheid heeft.  Ten tweede begrijpt het raadslid niet dat partij B bestaat uit de gemeente, het college van burgemeester en schepenen en het OCMW, terwijl volgens haar, enkel de gemeenteraad bevoegd is om een dading te ondertekenen. Een derde punt betreft de afstand die gedaan wordt bij de raad voor vergunningsbetwistingen.  In de dading staat geschreven dat de gemeente haar beroep zou intrekken binnen de 15 dagen na ondertekening van de dading, zonder dat er zekerheid is dat de planaanpassingen die volgens de gemeente moeten gebeuren, ook definitief vergund en uitgevoerd zullen geraken. Het raadslid suggereert om het afstand van beroep bij de raad voor vergunningsbetwistingen pas in te trekken als een stedenbouwkundige vergunning voorligt betreffende de aangepaste plannen. Een laatste punt dat volgens het raadslid een belangrijke issue is, betreft de last van 60.000 euro die in de dading wordt opgelegd en die zou worden gekoppeld aan de vergunning voor de aanpassingswerken aan het inplantingsplan.  Volgens het raadslid kan deze last niet zomaar opgelegd worden, maar moet dit gekoppeld zijn aan aanpassingswerken aan het openbaar domein. Nergens in de dading staat echter geschreven wat dan die aanpassingswerken zijn aan het openbaar domein ter waarde van 60.000 euro, die eigenlijk op zich moeten genomen worden door BIMMO.  De dading vermeldt enkel dat de aanpassingswerken aan het openbaar domein zullen worden bepaald op een later overleg. Het is niet duidelijk wanneer dat overleg zal plaatsvinden, noch vanwaar die 60.000 euro komt. Wanneer in een stedenbouwkundige vergunning een financiële last wordt opgelegd, dan moet deze in verhouding staan tot de werken die worden opgelegd.  Het is niet duidelijk of de financiële last hier niet zwaarder is dan de aanpassingswerken die moeten gebeuren aan het plan.  Die zin maakt volgens het raadslid een onwettige stedenbouwkundige last uit die zou worden opgelegd.

             Raadslid Marten De Jaeger (CD&V) deelt mee dat er, los van de voorgaande opmerkingen, in de voorliggende dading te veel onduidelijkheden zijn om dit te kunnen goedkeuren.  Zelf zou hij de verantwoordelijkheid absoluut niet willen nemen om dit document te ondertekenen.  Met deze dading gaat de gemeente volgens het raadslid in tegen het advies van onze eigen raadsman, dat als bijlage is gevoegd bij dit punt, waarbij de raadsman aangeeft dat het verzoek tot vernietiging van het beroep ook nog kan ingetrokken worden eens de vergunning zou verleend zijn.  Raadslid De Jaeger stelt zich daarom ernstige vragen bij het voorstel om dit verzoek nu reeds in te trekken binnen de 15 dagen na ondertekening van de dading.  Ten tweede stelt raadslid De Jaeger voor om goed te bekijken wat het systeem van die 60.000 euro betekent. Zonder te willen vooruitlopen, lijkt het erop dat de projectontwikkelaar het project afkoopt voor 60.000 euro. De mogelijkheid bestaat om in een financiële last te voorzien. Volgens rechtspraak van de Raad van State moet die financiële last aanzien worden als een retributie en moet dus eigenlijk een tegenprestatie vormen voor de bijkomende last die de overheid op zich neemt. In de situatie, zoals beschreven in de dading, wordt BIMMO verplicht om voor 60.000 euro werken uit te voeren aan het openbaar domein. Het is niet duidelijk hoe het bedrag van 60.000 euro tot stand kwam, welke werken moeten uitgevoerd worden en of BIMMO deze werken kan uitvoeren aan het openbaar domein.  Volgens het raadslid heeft de Raad van State in haar rechtspraak daarover duidelijk gemaakt hoe het zou moeten zijn, nl. de gemeente verleent een vergunning aan BIMMO, waarbij de gemeente oordeelt dat door deze vergunning de gemeente verplicht is om aan het openbaar domein een aantal werken uit te voeren omwille van mobiliteit, omwille van veiligheid, ... Daartegenover staat een financiële last, in dit geval 60.000 euro, die dan moet aanzien worden als een retributie.  In het voorliggende dossier klopt deze redenering niet, waardoor raadslid De Jaeger van mening is dat het absoluut geen juridisch juist dossier is.

             Raadslid Stefaan Standaert (Groen) is van oordeel dat de lange weg die in dit dossier reeds gegaan werd, een triest verhaal is voor Maldegem en voor Adegem, om twee redenen.  De eerste gaat over de mobiliteit in Adegem.  De uitweg wordt gepland in het uitzicht van de living van de seniorenwoning, terwijl er wel een gewestweg aanwezig is waarop men kan ontsluiten en dit zonder enig overleg. Op vlak van mobiliteit wijst raadslid Standaert ook op de aanwezigheid van de school. Daarnaast stoort het raadslid zich aan het feit dat de projectontwikkelaars en de eigenaars niet de moeite namen om bij het indienen van hun aanvraag voor zo'n groot project in overleg te gaan met de gemeente en de gemeentediensten. Het raadslid pleit ervoor dat elke aanvrager in Maldegem voor zo'n groot project dezelfde procedure volgt en niet dat de projectindiener zelf beslist om al dan niet een overleg te organiseren. Er was bij dit dossier van bij de aanvang geen overleg met de gemeente en geen duidelijkheid over de mobiliteit, het advies van AWV is er pas achteraf gekomen, de weg ligt vlak bij de serviceflats voor senioren en ook nu pas blijkt ook dat de uitrit tegenover de school komt. De gemeentelijke mobiliteitsambtenaar heeft daar toen het advies gegeven om op die plaats paaltjes te plaatsen, zodat daar niet zou kunnen ontsloten worden.  Raadslid Standaert wijst erop dat het toenmalig bestuur de hand gereikt heeft naar de projectontwikkelaar om samen te zitten om na te denken over de mobiliteit en onder meer ook om na te gaan of het fietspad dat daar ligt naar Den Hoogen Pad ook mogelijkheden bood. De projectontwikkelaar trok echter liever naar de deputatie om daar in beroep te gaan tegen de weigering van het college.  Op een aantal kleine aanpassingen na, is de projectontwikkelaar steeds op zijn eigen stramien gebleven. Het stoort de groen-fractie het meest dat de projectontwikkelaar zelf verklaarde voor hun projecten niet in overleg te gaan maar de projecten in te dienen en te zien wat er komt.  Alle overleg is volgens het raadslid dan ook in achterkamerpolitiek gebeurt en niet volgens een procedure die zoals het hoort, voor iedere projectindiener zou moeten dezelfde zijn.  Raadslid Standaert merkt op dat het dossier is voorgekomen voor de OCMW-raad en dat toen elke partij heeft meegestemd om naar de raad voor vergunningsbetwistingen te gaan, ook de partijen die nu in de meerderheid zetelen, meer bepaald omwille van de ligging nabij de school en omwille van de ligging tegenover het pastorijgebouw, omwille van Adegem-dorp.  Het raadslid merkt bovendien nog op dat de projectontwikkelaar heeft onderhandeld met AWV, terwijl eigenlijk de gemeente moet kunnen wegen op het advies van AWV. Bij de ontsluiting van het industrieterrein is duidelijk gebleken dat dit kan. Betreffende de dading zelf merkt raadslid Standaert op dat het over 60.000 euro gaat, maar dat er niets concreets in het voorstel staat.  Dit vormt volgens hem de erkenning dat er inderdaad een hoge last aan Adegem-dorp opgelegd wordt en wordt dit gebruikt als afkoopsom. Volgens Groen hebben eigenaars niet alleen rechten op hun eigendom maar ook plichten en verantwoordelijkheden met betrekking tot de omgeving.  Groen zal voor dit project tegenstemmen omdat ze het nodig vinden om volledig opnieuw en in dialoog met het gemeentebestuur, college en ambtenaar te herbeginnen van een blanco blad. In de vorige legislatuur is gebleken dat deze strategie heel goed gewerkt heeft.

             Schepen Nicole Maenhout (N-VA) merkt op dat men vergeet te vermelden dat het huidig dossier wel vergund is.  De kans dat de administratieve lus uitdraait op een vergunning van het oorspronkelijk plan is dus zeer groot.  Het huidig voorliggende dossier is beter dan het oorspronkelijke dossier want er wordt tegemoet gekomen aan de wensen en de verzuchtingen van de klagers. De extra aanpassingen die zullen zorgen voor zowel de veiligheid als de leefomgeving van senioren en de schoolgaande jeugd in het centrum van Adegem. De financiële last van 60.000 euro zal ingevuld worden voor het optimaliseren van de veiligheid aan de school en voor een nog uit te werken plan, waarbij men denkt aan een pleintje voor de senioren.  Het bestuur wenst nog geen concrete zaken op te leggen zolang de werken aan de school nog niet klaar zijn. De werken zullen aangepast worden aan de noden en ook de senioren zullen er een meerwaarde aan hebben.  Er worden ook verhoogde plateaus en zebrapaden voorzien zodat het daar echt een veilig punt wordt. De financiële last werd berekend per lopende meter, het is 60 meter en zo komt men aan 60.000 euro.

             Raadslid Leandra Decuyper (CD&V) wenst nog te reageren op het antwoord van schepen Maenhout.  De huidige vergunning is niet definitief en het huidige project is niet vergund vermits er nog een beroep hangende is bij de raad voor vergunningsbetwistingen dat door het college van burgemeester en schepenen aangetekend werd omdat het college van oordeel is dat het project niet overeenstemt met wat het zou moeten zijn. Als er toch geopteerd wordt om een dading te sluiten om aan de bezwaren tegemoet te komen, dan nog pleit raadslid Decuyper ervoor om pas afstand te doen van de procedure bij de raad voor vergunningsbetwistingen als een definitieve vergunning voorligt en als het college zekerheid heeft over de werken die nodig zijn aan het openbaar domein. Er is daar geen enkele belemmering voor en dat zou de zekerheid bieden dat de aanpassingswerken er ook komen.  Over de 60.000 euro die zou worden opgelegd als last in de stedenbouwkundige vergunning adviseert raadslid Decuyper om dit in te schrijven in de dading en om dit niet te koppelen aan de stedenbouwkundige vergunnng want het college van burgemeester en schepenen is niet de vergunningverlenende overheid in laatste aanleg die beslist over de aanvraag.  Als er beroep aangetekend wordt bij de bestendige deputatie kan zowel het aangepast plan van de kaart zijn en kan ook de stedenbouwkundige last uit de vergunning verdwijnen. Er bestaat dus geen enkele zekerheid als dit niet verankerd wordt op een andere manier in de dading.

             Raadslid Marten De Jaeger (CD&V) wil nog reageren omdat het document volgens hem juridisch niet sluitend is. Zo is bv. in artikel 2.2 opgenomen dat voor bovenvermelde werken een regularisatievergunning zal worden aangevraagd, waarbij partij A de last, zoals bepaald in artikel 2.1 zal opleggen om te voorzien in de noodzakelijke weken (dit moet werken zijn) aan de infrastructuur aan het openbaar domein rond het project.  Het is niet partij A die die last oplegt, maar wel partij B.  Bovendien bestaat partij B hier uit drie entiteiten. In dit artikel alleen staan al drie zaken die niet correct zijn.  Men verbindt zich er hier bovendien al toe dat de vergunning zal afgeleverd worden, dat kan niet want men legt er een voorwaarde in op om te voorzien in noodzakelijke werken. Deze staan niet vermeld, maar het raadslid zegt dat het college ze wel al weet, vermits schepen Maenhout ze heeft opgesomd en dat ze 60.000 euro zullen kosten. Dit moet dan vermeld worden, het document is op die manier echt niet wettelijk en hoewel hij ook inhoudelijke bezwaren heeft, zal raadslid De Jaeger voornamelijk tegenstemmen omwille van de juridische problematiek van het document.

             Raadslid Stefaan Standaert (Groen) wenst nog te benadrukken dat Groen wil blijven gaan voor aangenamere dorpen om in te wonen.  Hij heeft geen antwoord gekregen op zijn vraag waarom een project dat naast een gewestweg ligt, ontsloten wordt langs de kerk, de school, de seniorenwoningen midden in het dorp.  Het raadslid vraagt ook nog een antwoord op zijn vraag of alle projectontwikkelaars van grote projecten eenzelfde procedure zullen moeten volgen om een voorstel in te dienen en daarbij in onderhandeling gaat met de gemeente of zal het college integendeel mensen belonen die dit niet doen en hun eigen weg gaan?

             Schepen Nicole Maenhout (N-VA) antwoordt dat de opgesomde werken een voorbeeld waren en dat het een dienstorder van AWV betreft waar de gemeente niet onderuit kan.  Het bestuur is in overleg geweest, heeft het juridisch afgetoetst en gelooft in het project, dat een meerwaarde zal zijn voor de burgers van Adegem.  Het geld dat uitgespaard wordt aan advocaten, wordt aan de bevolking gegeven.

             Algemeen directeur Tijs Van Vynckt meent dat partij A en partij B inderdaad verwisseld zijn en dat dit moet aangepast worden in punt 2.2 §2.

             Voorzitter Peter Van Hecke (N-VA) vermeldt dat schepen Van Landschoot de zaal heeft verlaten wegens betrokkenheid in het dossier.  Hij vraagt de stemming over het amendement, m.n. waar partij A staat in punt 2.2 §2 van de dading, moet dit partij B zijn.

             Raadslid Marten De Jaeger (CD&V) vraagt om te notuleren dat de CD&V-fractie over het mandaat zal tegenstemmen, niet omdat het niet juist is want het is wel juist: partij A moet B zijn, maar wel wegens de onwettigheid van de rest van het document.

             Vervolgens vraagt voorzitter Peter Van Hecke (N-VA) de stemming over de totaliteit van het punt zelf.

 

Juridische gronden

          Art 28 van het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 waardoor het punt in openbare zitting wordt behandeld.

          Art 75 van het omgevingsvergunningsdecreet dat bepaalt dat de bevoegde overheid aan een omgevingsvergunning lasten kan verbinden. Die lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de omgevingsvergunning uit die vergunning haalt en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich moet nemen.

          De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 september om in beroep te gaan tegen de beslissing van de bestendige deputatie  om een stedebouwkundige vergunning te verlenen aan het bouwproject van Bimmo bvba.

          De beslissing van het schepencollege van 5 oktober 2018 om in beroep te gaan tegen de beslissing van de bestendige deputatie  om een stedebouwkundige vergunning te verlenen aan het bouwproject van Bimmo bvba.

          De beslissing van het schepencollege op 12 oktober tot aanstelling van het advocatenkantoor Wim Rasschaert.

          Het verzoekschrift tot vernietiging, zoals ingediend op 26 oktober 2018 bij de raad voor vergunningsbetwistingen.

          De beslissing van het schepencollege van 26 november 2018 om niet in te gaan op de voorstellen van aanpassing, zoals gedaan door de projectontwikkelaar.

          De beslissing van het schepencollege van 15 januari om terug in gesprek te gaan met de project ontwikkelaar.

          De beslissing van het schepencollege van 26 februari 2019 om, mits aanpassing van de plannen zoals vooropgesteld, het advocatenkantoor een ontwerp van dading te laten opstellen en voor te leggen aan de gemeenteraad van 27 maart 2019. Om het schorsend beroep ondertussen stop te zetten. En om het vernietigingsberoep stop te zetten eenmaal de dadingovereenkomst door alle partijen zou zijn ondertekend.

 

Feiten

          Het BIMMO project betreft de bouw van 60 wooneenheden, deels assistentiewoningen, deels meergezinswoningen, gelegen te Adegem tussen N9 en Adegem-dorp evenals tussen het CC Den Hoogen pad en de pastorijwoning Adegem.

          Het schepencollege heeft hiertoe op 19 maart 2018 vergunning geweigerd. BIMMO bvba bekwam in beroep een vergunning via de bestendige deputatie. Tegen die vergunningsbeslissing is het gemeentebestuur in beroep gegaan op 26 oktober 2018 bij de raad voor vergunningsbetwistingen.

          Op  21 november 2018 is er een overlegmoment doorgegaan op het gemeentehuis De voorstellen van aanpassing ten gevolge dit overleg werden voorgelegd aan het  schepencollege van 26 november 2018 die ze als onvoldoende heeft beoordeeld.

          De voorstellen van aanpassing sloegen op :

          Het project zou voorzien in een slagboom om sluipverkeer te vermijden.

          De uitweg op het perceel om weg te rijden zou niet breder gemaakt worden dan 4 meter (ipv oorspronkelijk 6 m).

          Dit laat ook toe om tussen deze weg en de perceelsgrens met de Pastorij een haag te plaatsen zodat de bewoners niet visueel uitkijken op de weg.

          Er wordt naar gestreefd om een maximaal aantal bomen te behouden (groene uitstraling van het project).

          De uitrit zou niet recht op de weg (Adegem-Dorp) uitkomen langsheen de afsluiting, maar reeds vroeger afdraaien, zodat de uitgang niet recht tegenover de huidige schoolingang komt te liggen.

          Komt daarbij dat :

          AWV houdt vast aan de vereiste dat er kan opgereden worden via de N9, maar niet afgereden. Dit moet via Adegem-dorp. De raming is dat het om een zestigtal voertuigen gaat op een dag.

          Ook het fiets-en wandelpad tussen cultureel centrum en N9, langsheen het gecontesteerde lot dient deze bestemming te behouden (geen autoverkeer).

          De voorstellen van aanpassing zijn op 15 januari en op 26 februari 2019 opnieuw voorgelegd geweest aan het  schepencollege. Naast de reeds eerdere aanpassingsvoorstellen werd gesteld om geen grondafstand te vragen, maar wel dat de tegenpartij werken zou uitvoeren op het nabijgelegen openbaar domein ter waarde van circa 60 000 euro. Dit is een last die wordt opgelegd overeenkomstig artikel 75 van het omgevingsvergunningsdecreet, ten gevolge de komst van het project, omdat het project druk zet op het omliggende openbaar domein. Deze werken zullen uitgevoerd worden door de tegenpartij, volgens de richtlijnen van het gemeentebestuur.

          Ondertussen is de zaak al voorgekomen op  de raad voor vergunningsbetwistingen. Op 12  februari 2019 werd de zaak twee weken uitgesteld, gezien het informele contact. Op 26 februari wou de raad geen nieuw uitstel verlenen (het uitstel gevraagd door de partijen ten einde een dading te proberen bereiken). Het schorsend beroep werd daarom ingetrokken. De tegenpartij engageerde zich wel om nog geen uitvoerende handelingen te stellen (in het verlengde van de verkregen vergunning door de Bestendige Deputatie) maar een ontwerp van dading mee te helpen opstellen.

 

Argumentatie

          Werken aan het openbaar domein kunnen juridisch gezien gevraagd worden op basis van artikel 75 van het omgevingsvergunningsdecreet. Op voorwaarde dat de werken gebeuren voor de ontwikkeling van het nabijgelegen openbaar domein en de werken nodig zijn ten gevolge de komst van het project en de daardoor veroorzaakte last op het openbaar domein en de werken verband houden met het project.

          De aanpassingen aan de plannen evenals de opgelegde last betreffen tegemoetkomingen die zowel de veiligheid aan de school ten goede komen als de leefkwaliteit van de bewoners van de pastorij.

 

Besluit

 

Artikel 1 :

De Raad voor Maatschappelijk Welzijn verleent goedkeuring aan het ontwerp van dadingovereenkomst in het BIMMO-dossier met volgende formulering :

 

DADING

 

TUSSEN DE ONDERGETEKENDEN:

 

De bvba BIMMO, met maatschappelijke zetel te 2000 Antwerpen; Britselei 19, met ondernemingsnummer 0478.568.801,

 

Verder verwezen als Partij A,

 

EN,

 

1.De GEMEENTE MALDEGEM, zoals vertegenwoordigd door haar burgemeester Bart Van Hulle en haar algemeen directeur Tijs Van Vynckt, met kantoren te 9990 Maldegem, Markstraat 7,

 

2.Het OCMW MALDEGEM, zoals vertegenwoordigd door haar Raad voor Maatschappelijk Welzijn, met kantoren te 9990 Maldegem, Lazarusbron 1,

 

3.Het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN DE GEMEENTE MALDEGEM, met kantoren te 9990 Maldegem, Markstraat 7, in haar hoedanigheid van vergunningverlener in eerste aanleg,

 

Samen verder verwezen als Partij B,

 

WORDT UITEENGEZET WAT VOLGT:

 

Partij A diende op 24 november 2017 een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag in voor het bouwen van twee meergezinswoningen, een groep van erkende assistentiewoningen, fietsenbergingen en het rooien van bomen, op een terrein gelegen te 9991 Adegem (deelgemeente van Maldegem), Staatsbaan zn, kadastraal gekend onder 5e afdeling, sectie H, nr. 45C (hierna het Project). 

 

Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend. In navolging van het ongunstig advies van haar gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar besloot het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Maldegem in zitting 19 maart 2018 de stedenbouwkundige vergunning te weigeren.

 

Partij A tekende op 18 mei 2018 beroep aan tegen deze weigeringsbeslissing bij de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen. Partij B kwam tussen in de beroepsprocedure om o.a. haar bezwaren bij de ontsluiting van het Project uit een te zetten.

 

Bij besluit van 23 augustus 2018 besloot de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen het beroep van Partij A in te willigen en de stedenbouwkundige vergunning voorwaardelijk te verlenen.

 

Partij B diende vervolgens een verzoekschrift tot schorsing en nietigverklaring van de vergunningsbeslissing van 23 augustus 2018 in bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De procedure is gekend onder het rolnummer 1819-RvVb-0178-SA.

 

Partij A diende een verzoek tot tussenkomst in de procedure voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen in. De tussenkomst werd toegelaten bij beschikking van de Raad van 16 januari 2019.

 

Op de zitting van 26 februari 2019 deed Partij B afstand van haar vordering tot schorsing, onder de voorwaarde dat Partij A intussen niet overgaat tot uitvoering van de vergunning van 23 augustus 2018. Partij A heeft zich tot niet-uitvoering verbonden per mail van 25 februari 2018.

 

De vernietigingsprocedure is momenteel nog hangende.

 

Partijen wensen nu door wederzijdse toegevingen een definitief en onherroepelijk einde te maken aan het tussen hen gerezen geschil door middel van een dading, als bedoeld in de artikelen 2044 tot 2058 van het Burgerlijk Wetboek, in de zin en volgens de modaliteiten zoals hierna bepaald.

 

Partij B is bereid afstand te doen van haar verzoekschrift tot nietigverklaring:

 

-waardoor het besluit van 23 augustus 2018 van de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen definitief herleeft, waarbij het beroep van Partij A is ingewilligd en de stedenbouwkundige vergunning voorwaardelijk is verleend

-evenwel op voorwaarde dat een aantal infrastructurele ingrepen worden uitgevoerd aan het openbaar domein rondom het Project, in het bijzonder aan  Adegem-dorp, alsook een aantal beperkte planaanpassingen worden doorgevoerd.

-op voorwaarde dat Partij A een (regularisatie) vergunning zal aanvragen tot uitvoering van de nodige planaanpassingen, en waarbij tevens een last in de vergunning zal worden opgelegd tot verwezenljking van infrastructuurwerken aan het openbaar domein rondom het project ter waarde van €60.000.

 

Onder de voorwaarden, zoals meermaals uiteengezet in de vergunningsprocedure, kan Partij B wel akkoord gaan met de vergunning van 23 augustus 2018. De dading zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad van 27 maart 2019.

 

DAAROM WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT:

 

Artikel 1

Partijen stellen een einde aan het tussen hen gerezen geschil zoals hiervoor beschreven. Hierbij wordt door partijen uitdrukkelijk gesteld dat deze regeling in hun beide hoofde een dadingovereenkomst uitmaakt en zal gelden tot slot van alle rekening tussen hen, alles inbegrepen, niets uitgezonderd.

 

De verantwoording voor deze dading is dat de komst van dit project extra druk zet om het openbaar domein in de onmiddellijke omgeving. Hierdoor zullen er bijgevolg infrastructuurwerken nodig zijn aan het openbaar domein die het rechtstreeks gevolg zijn van het project en verband houden met dit project.

 

Artikel 2 – Verbintenissen in hoofde van Partij A

 

2.1.Infrastructuurwerken

Partij A verbindt zich tot het uitvoeren van aanpassingswerken ter waarde van €60.000 aan het publiek domein rondom het Project, in het bijzonder aan Adegem-Dorp.

Het precieze voorwerp van de aanpassingswerken zal bepaald worden in overleg met Partij B.

 

2.2.Aanpassing plannen

Partij A voert de noodzakelijke planaanpassingen door, zoals gevisualiseerd op het als bijlage gevoegde inplantingsplan (figuur 1). Dit plan maakt onderdeel uit van deze overeenkomst en wordt door partijen voor akkoord ondertekend.

 

De planaanpassingen hebben betrekking op:

-Ter hoogte van de inritten van het projectwordt een slagboom voorzien om sluipverkeer te vermijden;

-De uitweg naar Adegem-Dorp is niet breder dan 4 meter;

-Tussen de uitrit en het aanpalende perceel aan Adegem-Dorp 16 wordt een haag aangeplant;

-De uitrit wordt niet langer recht op Adegem-Dorp voorzien, maar zal naar rechts afdraaien zodat deze niet langer recht tegenover de huidige schoolingang komt te liggen.

 

Voor bovenvermelde werken zal een (regularisatie)vergunning worden aangevraagd, waarbij partij A de last zoals bepaald in punt 2.1 zal opleggen om te voorzien in de noodzakelijke weken aan de infrastructuur aan het openbaar domein rond het project.

 

De (regularisatie) vergunning zal worden aangevraagd binnen een termijn van 2 maanden na het sluiten van deze dading.

 

2.3.Maximaal behoud groen

Bij de uitvoering van de werkzaamheden op het terrein zal Partij A streven naar het behoud van het aantal aanwezige bomen. Bij het afsterven van een te behouden boom zal een herplanting gebeuren. In overleg met de gemeente Maldegem zal gezamenlijk worden afgesproken welke bomen als te behouden worden aangeduid. Tevens zullen er afspraken worden gemaakt in welke tijdspannen een herplanting dient te gebeuren van een afgestorven boom, en welke boomsoort hiervoor dient te worden gebruikt.

 

Artikel 3 – Verbintenissen in hoofde van Partij B

 

Partij B verbindt zich ertoe om het verzoek tot vernietiging dat momenteel hangende is voor de Raad van Vergunningsbetwistingen, gekend onder rolnummer 1819-RvVb-0178-SA, in te trekken, en dit uiterlijk binnen de 15 dagen na het sluiten van deze dading.

 

Partij B verbindt zich ertoe geen verdere betwisting meer te voeren betreffende de vergunning / het geschil, voorwerp van de dading, noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks, zowel gerechtelijk als buitengerechtelijk voor zover de bepalingen van deze dading worden nageleefd en steeds onverminderd haar bevoegdheden inzake handhaving en controle op de uitvoering van de opgelegde lasten en voorwaarden.

 

Artikel 4

Wat in onderhavige dading wordt overeengekomen geldt niet enkel tussen partijen, maar tevens in hoofde van hun rechtsopvolgers.

 

Artikel 5

Deze overeenkomst wordt beheerst door en geïnterpreteerd overeenkomstig het Belgisch recht. Voor eventuele geschillen bij uitvoering van onderhavig geding bepalen partijen dat de rechtbanken van Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, exclusief bevoegd zijn.

 

Artikel 6

Partijen erkennen dat deze dading te goeder trouw is aangegaan en, bij correcte uitvoering, onherroepelijk is en definitief een einde stelt aan het tussen hen gerezen geschil.

 

 

Aldus opgemaakt te Gent, op [**] maart 2019, in zoveel exemplaren als er partijen zijn, waarvan iedere partij erkent en verklaart één exemplaar te hebben ontvangen (Iedere partij plaatst boven haar handtekening de met de handgeschreven woorden: “gelezen en goedgekeurd en goed voor dading”).

 

bvba BIMMO

 

GEMEENTE MALDEGEM, zoals vertegenwoordigd door haar burgemeester Bart Van Hulle en haar algemeen directeur Tijs Van Vynckt

 

OCMW MALDEGEM, zoals vertegenwoordigd door haar Raad voor Maatschappelijk Welzijn

 

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN DE GEMEENTE MALDEGEM

 

Aangehecht en integraal deel uitmakend van de dading:

-Figuur 1: Inplantingsplan met aanduiding aanpassingen

 

Artikel 2 :

Eenmaal de dading is ondertekend door alle partijen zal het -door de gemeente en OCMW ingestelde- verzoek tot vernietiging in dit dossier bij de raad voor vergunningsbetwistingen worden stopgezet.

 

 

Publicatiedatum: 30/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 27 03 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

6.   SOCIAAL VERHUURKANTOOR - AANDUIDING VERTEGENWOORDIGERS

 

over artikel 1

27 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Stefaan Standaert, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

 

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

          Artikel 28 § 1 juncto 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

          Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of eht decreet zijn toevertrouwd.

          Artikel 34, 2° juncto 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de stemming in de raad voor maatschappelijk welzijn geheim is, wanneer wordt gestemd over het aanwijzen van de ... vertegenwoordigers, vertegenwoordigers van de gemeente in ...de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen.

          De vzw-wet van 27 juni 1921, gewijzigd door de wet van 2 mei 2002;

          Het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking, in het bijzonder de artikelen 46, 48 en 57.

          Artikel 401 tot 412 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 houdende "Intergemeentelijke samenwerking - projectvereniging".

          De statuten van Sociaal Verhuurkantoor.

 

Feiten

          Het Sociaal Verhuurkantoor Meetjesland vraagt bij mail van 13 maart 2019 dat een afgevaardigde van het OCMW-bestuur om te zetelen in de algemene vergadering wordt aangesteld.

          Er is jaarlijks één algemene vergadering, indien gewenst of noodzakelijk komt de algemene vergadering nog een één keer samen in juni of in het najaar. (in 2019 gepland in maart en juni)

          Tijdens de algemene vergadering van juni 2019 worden de SVK-bestuurders (her)verkozen.  De leden van de algemene vergadering kunnen zich kandidaat stellen voor de raad van bestuur.

          De raad van bestuur komt 5-6 maal per jaar samen. 

          Alle vergaderingen zijn 's avonds en onbezoldigd.

          De vertegenwoordiger hoeft niet noodzakelijk een OCMW-raadslid te zijn, maar de vzw dringt er op aan een geëngageerd persoon af te vaardigen, die een vlotte schakel vormt tussen de vzw en het lokaal bestuur.

 

Voorstel Vast Bureau

          Het vast bureau stelt voor om Marleen Van den Bussche aan te stellen als vertegenwoordiger in de algemene vergadering en Christine Verplaetse als plaatsvervanger.

          Het vast bureau stelt tevens voor om Marleen Van den Bussche voor te dragen als kandidaat bestuurder.

 

Stemmingen

          over de aanduiding van een vertegenwoordiger in de algemene vergadering
27 stembrieven worden in de stembus aangetroffen
Marleen Van den Bussche bekomt 20 stemmen voor
Rudi De Smet bekomt 1 stem voor
Er zijn 6 onthoudingen

          over de aanduiding van een plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering

27 stembrieven worden in de stembus aangetroffen
Christine Verplaetse bekomt 20 stemmen voor
Er zijn 7 onthoudingen

          over de voordracht van een kandidaat voor de raad van bestuur
27 stembrieven worden in de stembus aangetroffen
Marleen Van den Bussche bekomt 20 stemmen voor
Rudi De Smet bekomt 1 stem voor

Er zijn 6 onthoudingen

 

Besluit

 

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de samenwerking met het Sociaal Verhuurkantoor Meetjesland verder te zetten.

 

Artikel 2

Schepen Marleen Van den Bussche, wonende te ... ......................................................  wordt aangesteld als vertegenwoordiger van OCMW Maldegem in de algemene vergadering van het Sociaal Verhuurkantoor Meetjesland.

 

Artikel 3

Raadslid Christine Verplaetse, wonende te ................................................................ wordt aangesteld als plaatsvervangend vertegenwoordiger van OCMW Maldegem  in de algemene vergadering van het Sociaal Verhuurkantoor Meetjesland.

 

Artikel 4

De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met de kandidatuur als lid van de raad van bestuur van het Sociaal Verhuurkantoor Meetjesland van schepen Marleen Van den Bussche, vertegenwoordiger van het OCMW Maldegem in de algemene vergadering van het Sociale Verhuurkantoor Meetjesland.

 

Artikel 5

Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan het Sociaal Verhuurkantoor Meetjesland met zetel te Eeklo, Moeie 16a.

 

 

Publicatiedatum: 30/04/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 27 03 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

7.   SCHRIFTELIJKE VRAAG VAN RAADSLID STEFAAN STANDAERT (GROEN): INVULLING COÖRDINATOR LDC MET BESLISSING

 

Toelichting

          De functie van coördinator van het Lokaal Dienstencentrum Oud-Sint-Jozef werd na het vertrek van Mevr. Timmerman, intern opgesplitst en ingevuld met reeds bestaande arbeidstijd van twee andere functies (Sociaal Huis en Huis van het Kind / opstart Woonzorgzone).  Op die manier worden de werkingen van het dienstencentrum en het sociaal huis / Huis van het Kind / opstart woonzorgzone gecompromitteerd.

          De registratieverslagen tonen aan dat we een bloeiend LDC hebben en dat het Sociaal Huis een sterke dienstverlening uitgebouwd heeft.  Het betreft hier dienstverlening voor élke Maldegemnaar.  Op een werking die goed functioneert moet niet bespaard worden.

          Bovendien werd de dienstverelning de voorbije jaren uitgebouwd om voorbereid te zijn voor de taken van de nabije toekomst die o.a. door onze Vlaamse regering uitgerold worden:

          Geïntegreerd Breed Onthaal om de dienstverelning en zorg toegankelijker te maken.

          Buurtgerichte zorg uitbouwen (vermaatschappelijking van de zorg).

          De uitbouw van een woonzorgzone in alle dorpskernen van Maldegem.

          De strijd tegen eenzaamheid aangaan.

          Een Huis van het Kind voor elke Maldegemnaar en opvoedingsondersteuning met speciale aandacht voor de kwetsbare gezinnen.

Het betreffen allemaal opdrachten waar het Sociaal Huis en het Lokaal Dienstencentrum een centrale rol in te vervullen hebben.

          Met de niet-invulling van de coördinatorfunctie LDC op volwaardige wijze en de besparing op arbeidstijd op andere domeinen, worden de uitdagingen voor de toekomst niet aangegaan, maar in de schuif gestopt.

          De opsplitsing van deze coördinerende functie lijkt ons tevens weinig efficiënt naar de werking van het Lokaal Dienstencentrum.

 

Vraagstelling

          Er werd aangaande het niet extern invullen / of niet via interne mobiliteit invullen van de functie van coördinator LDC Oud-Sint-Jozef in de huidige legislatuur geen beslissing genomen, noch in het Vast Bureau, noch in de Raad.  Iets wat mijn inziens toch wel nodig is, gezien de OCMW-raad eind vorig jaar besloot de functie in te vullen (met eenparigheid), zonder afbouw van andere diensten.  Er is ook budget voorzien. (zie bijlage)

          Het is dus mogelijk om de beslissing van de vorige OCMW-raad gewoon te valideren, zonder ingrijpende maatregelen.  En dat is vanzelfsprekend ook onze vraag: een volwaardige invulling van de betreffende functie via externe werving, mede gezien de invulling via interne mobiliteit niet mogelijk bleek.

          Raadslid Stefaan Standaert (Groen) diende het punt in om te worden behandeld in openbare zitting van de OCMW-raad en vraagt eveneens de stemming over een besluit, met name: "De OCMW-raad bevestigt het eenparig genomen besluit van de raad van november 2018 inzake de invulling van de centrumleider LDC Oud-St.-Jozef."

 

Tussenkomst raadsleden

             Raadslid Stefaan Standaert (Groen) licht zijn schriftelijke vraag toe en vraagt dat de raad voor maatschappelijk welzijn stemt over de goedkeuring van zijn vraag.

 

Besluit

 

9 stemmen voor: Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Leandra Decuyper, Dino Lateste en Stefaan Standaert

17 stemmen tegen: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel en Danny Vannevel

1 onthouding: Timothy De Groote

 

 

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn verwerpt het voorstel van raadslid Stefaan Standaert (Groen) om het besluit van de OCMW-raad van 27 november 2018 'Vacantverklaring centrumleider LDC Oud-St.-Jozef te bekrachtigen.  Het besluit wordt niet bekrachtigd.

 

 

Publicatiedatum: 30/04/2019