Notulen raad voor maatschappelijk welzijn van 24 04 2019

Overzicht punten

 

Zitting van 24 04 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

2.   GOEDKEURING NOTULEN EN AUDIOVERSLAG VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN 27 MAART 2019

 

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

          Artikel 28, §1 juncto 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn openbaar zijn.

          Artikel 32 juncto 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat behalve in spoedeisende gevallen de notulen van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking worden gesteld van de raadsleden en dat het huishoudelijk reglement de wijze bepaalt waarop de notulen ter beschikking worden gesteld.

Dat verder bepaalt dat elk raadslid het recht heeft om tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast en dat ook nog verduidelijkt dat als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering, de notulen als goedgekeurd beschouwd worden.

          Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.

          Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van heden waarbij de raad beslist het zittingsverslag te vervangen door een audio opname.

 

Feiten

          De notulen werden ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de raadsleden.

          De audio-opnames werden per agendapunt uiterlijk acht dagen voor de dag van de vergadering gepubliceerd op de gemeentelijke website onder 'Vergaderingen OCMW-raad'.  De tijdsaanduidingen over de aanvang van de onderscheiden agendapunten werden genoteerd in het document 'Tijdsnotatie audioverslag RMW 27 maart 2019 dat eveneens op de website gepubliceerd werd onder 'Vergaderingen OCMW-raad'.

          Radslid Stefaan Standaert (Groen) merkte op dat zijn toegevoegd punt en de beslissing die erover genomen werd, niet opgenomen was in de notulen.

 

Tussenkomst raadsleden

          Voorzitter Peter Van Hecke (N-VA) antwoordt dat de opmerking van raadslid Standaert terecht was en deelt mee dat het toegevoegd punt aan de notulen toegevoegd wordt.

 

Besluit

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Stefaan Standaert, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen, mits toevoeging van het toegevoegd punt van raadslid Stefaan Standaert (Groen) "Invulling coördinator Lokaal Dienstencentrum" en het audioverslag van de zitting van de raad van 27 maart 2019 goed.

 

Artikel 2:

De voorzitter en de algemeen directeur worden gemandateerd om de notulen na deze goedkeuring te ondertekenen.

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 24 04 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

3.   REGLEMENT AANGAANDE HET TOEKENNEN VAN EEN TOELAGE VERPLAATSINGSKOSTEN VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING

 

Juridische gronden

             De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

            Artikel 28 §1 juncto 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB) bepaalt dat de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn openbaar zijn.

            Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.

            De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s en inzonderheid artikel 57 .

 

Argumentatie

          De bedragen van het reglement zijn toegepast volgens vermelde indexeringsregels.

 

Adviezen

             Gunstig advies vanuit het BCSD in zitting van 18 maart 2019

 

Financiële weerslag

          Er wordt € 7.500 voorzien op de sleutel: 2019/GBB-ICL/0911-00/648227/OCMW/BW_OCW/IP

          Zie excel-tabel in bijlage

 

Besluit

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Stefaan Standaert, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn stelt het reglement aangaande het toekennen van een toelage voor verplaatsingskosten aan personen met een beperking als volgt vast:

 

Reglement toelage voor verplaatsingskosten aan personen met een beperking

 

Artikel 1 - Voor personen met een beperking, verblijvend in een instelling:

 

§ 1 - Er wordt aan de in Maldegem gedomicilieerde personen met een beperking, die verblijven in een voorziening voor opvang van personen met een beperking, erkend door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, een toelage verstrekt in de verplaatsingskosten.

De toelage kan in uitzonderlijke gevallen en onverminderd de andere voorwaarden opgenomen in het toelagereglement toegekend worden als tussenkomst in de vervoerskosten van de ouders of degene die de dagelijkse verantwoordelijkheid voor het kind met een beperking op zich neemt, voor bezoeken aan het kind in de instelling.

Deze uitzonderlijke omstandigheden moeten blijken uit het sociaal verslag opgemaakt door de maatschappelijk werk(st)er dat ter goedkeuring wordt voorgelegd op het bijzonder comité voor de sociale dienst.  Als uitzonderlijke omstandigheden kunnen ondermeer weerhouden worden die omstandigheden wanneer het een kind met een beperking betreft waarvoor vervoer omwille van medische en/of psychische redenen afgeraden wordt of die situaties waarbij de ouders of degene die de dagelijkse verantwoordelijkheid voor het kind met een beperking op zich nemen, zelf in hun mogelijkheden en/of mobiliteit beperkt zijn.

 

§ 2 - De toelage wordt verstrekt:

- mits voorlegging door de aanvrager van een attest van de bedoelde instelling van erkenning door het Vlaams Agentschap,

- mits voorlegging door de aanvrager van een attest dat hij is ingeschreven in het Vlaams Agentschap.

 

§ 3 - De toelage wordt niet verstrekt aan personen met een beperking die een beroep kunnen doen op een gratis vervoerservice door de inrichting of gratis gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer.

 

§ 4 - Het bedrag van de toelage wordt als volgt berekend:

- Voor personen met een beperking die zich verplaatsen met een personenwagen wordt de toelage  berekend op basis van de afstand, uitgedrukt in kilometer, tussen de woonplaats van de persoon met een beperking en de inrichting en op basis van het aantal trajecten.  Onder traject verstaat men een heen en terugreis.  Er wordt maximaal één traject per dag in aanmerking genomen. 

- Voor personen die gebruik maken van het mindermobielenvervoer wordt de toelage berekend op basis van de afstand, uitgedrukt in kilometer, tussen de woonplaats van de bestuurder en de inrichting en op basis van het aantal trajecten.  Onder traject verstaat men een heen en terugreis.  Er wordt maximaal één traject per dag in aanmerking genomen.

- De toelage wordt berekend aan de hand van forfaitaire bedragen, toegepast op het aantal op jaarbasis bekomen kilometers, waarbij

- geen toelage wordt toegekend, indien de aangerekende afstand op jaarbasis minder dan 1500 kilometer bedraagt;

- vanaf 1500  kilometer per jaar een forfaitair bedrag van 32 euro wordt toegekend voor de eerste schijf tot 3000 km,

- per begonnen, bijkomende schijf van 500 kilometer een bijkomende tussenkomst van 32 euro wordt toegekend.

Voor personen die gezamenlijk de verplaatsing maken met een vervoersmiddel van de instelling, waarvoor zij een persoonlijke bijdrage moeten betalen, wordt de tussenkomst beperkt tot drie vierde van die persoonlijke bijdrage.

 

 

 

§ 5  - Wanneer de persoon met een beperking of diens ouders of voogd geheel of gedeeltelijk instaat voor de vervoersonkosten, wordt de toelage rechtstreeks aan de persoon met een beperking of diens ouders of voogd uitgekeerd.

 

Artikel 2 - Voor de personen met een beperkte mobiliteit en gebruikers van een erkend dagverzorgingscentrum in zoverre zij niet gerechtigd zijn op het F-Forfait wordt eveneens een tussenkomst in de kosten van vervoer toegekend.

 

§ 1 - Deze tussenkomst bedraagt 75 procent van de effectief bewezen en betaalde kosten van vervoer van de effectieve verblijfplaats op het grondgebied van de gemeente Maldegem naar het dagverzorgingscentrum met een maximum van 100 euro op jaarbasis. 

 

§ 2 - Deze tussenkomst wordt rechtstreeks uitbetaald aan de gebruiker van de voorziening of dienst. 

 

Artikel 3 - Indexering

De hierboven vermelde subsiebedragen zijn de basisbedragen. Ze worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd volgens de formule:

 

Basisbedrag x nieuwe index = geïndexeerd subsidiebedrag

          aanvangsindex

 

Aanvangsindex = gezondheidscijfer van oktober 2018.

Nieuwe index : gezondsheidsindexcijfer van oktober voorafgaand aan 1 januari.

Het geïndexeerd totaalbedrag wordt afgerond als volgt:

Van 0 tot 0,99 euro: op dichtste veelvoud van 5 cent

Van 1 tot 19,99 euro: op dichtste veelvoud van 50 cent

Vanaf 20 euro: op één euro

Als twee veelvouden even dicht liggen, wordt het bedrag afgerond naar boven.

Het subsidiebedrag dat wordt toegekend, is het geïndexeerd bedrag op het ogenblik van de aanvraag.

 

Artikel 4:

Het reglement zal ter kennis worden gebracht van de bevolking door publicatie op de website, in de Infogids, door een rondschrijven te verzenden aan de voorzieningen zoals voorgelegd en door de gerechtigden van het voorgaande dienstjaar aan te schrijven.

 

Artikel 5:

De aangifteformulieren dienen uiterlijk op 31 januari, volgend op het jaar waarvoor de aanvraag geldt, ingediend te worden;

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 24 04 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

4.   REGLEMENT AANGAANDE HET TOEKENNEN VAN EEN MANTEL- EN THUISZORGTOELAGE

 

Juridische gronden

             De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

            Artikel 28 §1 juncto 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB) bepaalt dat de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn openbaar zijn.

            Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.

 

Feiten

            Jaarlijks wordt een mantel-en thuiszorgtoelage toegekend.

 

Argumentatie

          De bedragen van het reglement zijn toegepast volgens vermelde indexeringsregels.

 

Adviezen

          Gunstig advies vanuit het BCSD in zitting  van 18 maart 2019

 

Financiële weerslag

          In het budget 2019 is een bedrag van 38.000 euro voorzien.

          Zie excel-tabel in bijlage

 

Besluit

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Stefaan Standaert, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn stelt het reglement aangaande de mantel-en thuiszorgtoelage als volgt vast:

 

Reglement mantel- en thuiszorgtoelage

 

Artikel 1:

Een mantel- en thuiszorgtoelage vanwege het OCMW wordt toegekend onder de volgende voorwaarden:

 

§ 1 - De gerechtigde moet:

-      op het ogenblik van de aanvraag woonachtig zijn te Maldegem en dagelijks verblijven in de thuissituatie, ongeacht hij alleen woont, samenwoont of inwoont.

-      een blijvende hulpbehoevendheid hebben van:

o    minstens de score 30 op de BEL-profielschaal (attest af te halen bij een dienst voor gezinszorg of de sociale dienst van de mutualiteit);

o    of minstens de score 12 op de medisch-sociale schaal die wordt gebruikt voor de evaluatie van de graad van zelfredzaamheid met het oog op het onderzoek naar het recht op de integratietegemoetkoming en de tegemoetkoming hulp aan bejaarden (attest af te halen bij de mutualiteit of de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid);

o    of bijkomende kinderbijslag op basis van minstens 66% (= minstens 4 punten op pijler 1 van de medisch-sociale schaal) handicap uit hoofde van het kind genieten (attest af te halen bij het kinderbijslagfonds / het sociaal verzekeringssecretariaat of de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid).

§ 2 - Bij de aanvraag dient voormeld attest voorgelegd te worden als bewijs dat de aanvrager gescoord is door een hiertoe bevoegde dienst met vermelding van de score en de datum.

§ 3 - De gerechtigde of zijn aanvrager moet bij de aanvraag een attest voorleggen van de zorgkas met vermelding of er via de zorgkas al dan niet een tussenkomst werd toegekend en, in voorkomend geval, met vermelding van de periode waarvoor de tussenkomst werd toegekend.

§ 4 -  De aanvrager legt indien mogelijk een attest of bewijs voor waaruit blijkt dat hij/zij niet gerechtigd is op het basisondersteuningsbudget of de persoonsvolgende financiering en/of budget. Indien dit attest niet tijdig kan voorgelegd of afgeleverd worden vindt er een steekproefsgewijze controle plaats vanuit de dienst.

 

Artikel 2:

De toelage is niet gebonden aan inkomstenvoorwaarden.

 

Artikel 3:

De toelage dient jaarlijks aangevraagd te worden.

-      Bij de aanvraag dienen telkens de benodigde, geldige attesten gevoegd te worden. 

-      Bij de aanvraag kan een referentiepersoon opgegeven worden aan wie de premie kan uitbetaald worden in geval van overlijden.

 

Artikel 4:

Zijn uitgesloten:

-      de personen die opgenomen zijn in een instelling (dag- en nachtverblijf),

-      de personen aan wie een toelage is toegekend in het kader van de zorgverzekering,

-      de personen die recht hebben op een Persoonlijk Assistentie Budget (PAB),

-      de personen aan wie een Basisondersteuningsbudget werd toegekend,

-      de personen aan wie een Persoonsvolgend budget werd toegekend.

 

Artikel 5:

In specifieke gevallen kan afgeweken worden van de bepalingen in dit reglement, met name wat betreft de toepassing van artikel 4, voor zover de gerechtigde:

-      niet ouder is dan 21 jaar en,

-      een score van minimaal 12 behaalt op de medisch-sociale schaal van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid en,

-      gerechtigd is op het Persoonlijk Assistentie Budget of het Persoonsgebonden Budget, maar het nog niet uitbetaald krijgt.

 

Artikel 6: De aanvraag moet ingediend worden tegen uiterlijk 31 januari van het jaar volgend op het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

Artikel 7:

De toelage bedraagt maximum  398 euro en geldt voor het kalenderjaar voorafgaand aan de datum van de aanvraag.

§ 1 - Het recht gaat ten vroegste in vanaf het begin van de geldigheidsdatum van de in Art. 1 §1 bedoelde attesten of, in voorkomend geval, vanaf het begin van de maand waarin één van de in Art. 1 §1 bedoelde attesten werden afgeleverd.

§ 2 - Er gebeurt een breuksgewijze berekening van de premie op basis van het aantal zorgmaanden die in aanmerking komen, waarbij elke onvolledige maand als een volle maand geteld wordt.

§3 - Indexering

Het bedrag van de toelage, zoals hierboven vermeld is het basisbedrag en wordt jaarlijks op 1 januari geïndexeerd volgens de formule:

 

Basisbedrag x nieuwe index = geïndexeerd bedrag

          aanvangsindex

 

Aanvangsindex = gezondheidscijfer van oktober 2018.

Nieuwe index : gezondsheidsindexcijfer van oktober voorafgaand aan 1 januari.

Het geïndexeerd tarief wordt afgerond als volgt:

Van 0 tot 0,99 euro: op dichtste veelvoud van 5 cent

Van 1 tot 19,99 euro: op dichtste veelvoud van 50 cent

Vanaf 20 euro: op één euro

Als twee veelvouden even dicht liggen, wordt het bedrag afgerond naar boven.

Het toelagebedrag dat wordt toegekend, is het geïndexeerd bedrag op het ogenblik van de aanvraag.

 

Artikel 8:

Indien er een wijziging gebeurt (bijvoorbeeld bij overlijden, het openen van recht op zorgverzekering) moet dit gemeld worden aan het OCMW.

 

Artikel 9:

Voor minderjarige rechthebbenden en rechthebbenden die zich bevinden in een verlengde staat van minderjarigheid wordt de toelage uitbetaald aan de ouder of opvoeder die thuis de verzorging en de opvoeding op zich neemt van de rechtgevende.

 

Artikel 10:

Het reglement zal ter kennis worden gebracht van de bevolking door publicatie op de website, in de Infogids, door het aanschrijven van de private diensten voor gezinszorg en thuisverpleging en via de eigen thuiszorgdiensten.

 

Artikel 11:

Bij betwistingen inzake de toepassing en/of de interpretatie van dit reglement is uitsluitend het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst bevoegd.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 24 04 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

5.   JAARVERSLAG 2018 EN KWALITEITSPLANNING LDC

 

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

          Artikel 28 §1 juncto 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn openbaar zijn.

          Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.

 

Feiten

          Erkende lokale dienstencentra moeten jaarlijks de volgende documenten opmaken:

          het jaarverslag van het afgelopen jaar (2018)

          de kwaliteitsplanning voor het lopende jaar (2019)

          Een dienstencentrum kan zelf kiezen of het jaarverslag en de kwaliteitsplanning afzonderlijk of als één document wordt opgemaakt. We hebben voor één document geopteerd.

          Dit bestand moet niet aan het Agentschap Zorg en Gezondheid bezorgd worden, het moet in het lokaal dienstencentrum aanwezig zijn vanaf 15/04/2019.

 

Adviezen

          Het jaarverslag 2018 en de kwaliteitsplanning 2019 werd besproken op de centrumraad van 19 maart 2019.  De centrumraad formuleerde geen opmerkingen en gaf een positief advies.

 

Tussenkomst raadsleden

          door Stefaan Standaert (Groen)

 

Besluit

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met het jaarverslag 2018 en de kwaliteitsplanning 2019 van het lokaal dienstencentrum Oud St. Jozef.

 

 

Publicatiedatum: 03/06/2019