Notulen raad voor maatschappelijk welzijn van 26 09 2024

 

Aanwezig:

Marten De Jaeger, Voorzitter RMW;

Koenraad De Ceuninck, Voorzitter Vast Bureau;

Peter T. Van Hecke, Stefaan Standaert, Annelies Lammertyn, Nicole Maenhout, Danny Vannevel en Valerie Taeldeman, Leden vast bureau;

Anneke Gobeyn, Jason Van Landschoot, Peter E. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Henk Deprest, Christine Verplaetse, Timothy De Groote, Jan De Metsenaere, Hilde Versluys, Stefaan Heyndrikx, Cindy De Baets, Ineke Hebbrecht, Cedric De Smet en Evelien Van De Putte, Raadsleden;

Britt Schouppe, Algemeen directeur.

 

Verontschuldigd:

Bart Van Hulle en Eva Willems, Raadsleden;

 

Overzicht punten

 

Zitting van 26 09 2024

 

OPENBARE ZITTING

 

 

1.   MEDEDELINGEN

 

 

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2024
Overzicht punten

 

Zitting van 26 09 2024

 

OPENBARE ZITTING

 

 

2.   GOEDKEUREN NOTULEN EN AUDIOVISUELE OPNAME VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN 20 JUNI 2024

 

Juridische gronden

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

        Artikel 28, §1 juncto artikel 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn openbaar zijn.

        Artikel 32 juncto artikel 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat behalve in spoedeisende gevallen de notulen van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking worden gesteld van de raadsleden en dat het huishoudelijk reglement de wijze bepaalt waarop de notulen ter beschikking worden gesteld.

Dat verder bepaalt dat elk raadslid het recht heeft om tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast en dat ook nog verduidelijkt dat als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering, de notulen als goedgekeurd beschouwd worden.

        Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017  waarin wordt bepaald dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.

        Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 februari 2019 waarbij de raad beslist het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname.

 

Feiten

        De notulen werden ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de raadsleden.

        De audiovisuele opname werd gelivestreamd tijdens de zitting van 20 juni 2024 en bleef sindsdien gepubliceerd op de gemeentelijke website onder 'Vergaderingen OCMW-raad': zie https://web-maldegem.streamovations.be

        Er werden geen opmerkingen gemaakt.

 

Besluit

 

25 stemmen voor: Marten De Jaeger, Koenraad De Ceuninck, Peter T. Van Hecke, Stefaan Standaert, Annelies Lammertyn, Nicole Maenhout, Danny Vannevel, Valerie Taeldeman, Anneke Gobeyn, Jason Van Landschoot, Peter E. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Henk Deprest, Christine Verplaetse, Timothy De Groote, Jan De Metsenaere, Hilde Versluys, Stefaan Heyndrikx, Cindy De Baets, Ineke Hebbrecht, Cedric De Smet en Evelien Van De Putte

 

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen en audiovisuele opname van de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 20 juni 2024 goed.

 

Artikel 2:

De voorzitter en de algemeen directeur worden gemandateerd om de notulen na deze goedkeuring te ondertekenen.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2024
Overzicht punten

 

Zitting van 26 09 2024

 

OPENBARE ZITTING

 

 

3.   OPVOLGINGSRAPPORTERING 2024 - KENNISNAME

 

Juridische gronden

        Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

        Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

        Artikel 263 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn bepalen wanneer hen een opvolgingsrapportering, met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, wordt voorgelegd. Er wordt minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar voorgelegd.

 

Feiten

        De opvolgingsrapportering vergelijkt het gerealiseerde beleid van het lopende jaar met het geplande. Het rapport geeft aan de raadsleden de mogelijkheden om op te volgen hoe ver het staat met de uitvoering van beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties die in het meerjarenplan zijn opgenomen.

        Elk jaar moet ten laatste in september een opvolgingsrapportering voor de raad ter beschikking zijn. Deze bevat minstens volgende elementen:

        Een stand van zaken van de prioritaire actieplannen van het meerjarenplan;

        Een overzicht van de geraamde en gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar;

        In voorkomend geval, de wijzigingen en assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan;

        In voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico's.

        De rapportering voorziet ook een rapportering van de financieel directeur.

        De rapportering bevat ook statistieken die betrekking hebben op de dagdagelijkse werking van de diensten.

        De opvolgingsrapporting is te raadplegen via https://maldegem.begrotingsapp.be/ -> Beleidsopvolging

        gebruikersnaam: Maldegem

        wachtwoord: Maldegem9990

 

Besluit

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de opvolgingsrapportering die betrekking heeft op het eerste semester van het boekjaar 2024.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2024
Overzicht punten

 

Zitting van 26 09 2024

 

OPENBARE ZITTING

 

 

4.   ZORGBEDRIJF MEETJESLAND: JAARREKENING 2023 - KENNISNAME

 

Juridische gronden

           De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

           Artikel 28 §1 juncto 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB) bepaalt dat de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn openbaar zijn.

           Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.

           De organieke wet van 08.07.1976 betreffende de OCMW's.

           Het decreet betreffende de organisatie van de OCMW's d.d. 19.12.2008 en inzonderheid Titel VIII, Hoofdstuk I en inzonderheid op art. 490 §§ 2 en 3.

           De statuten van het Zorgbedrijf Meetjesland, vereniging van de OCMW's van Evergem, Maldegem en Deinze, zoals opgenomen in de notariële akte ondertekend op 20.10.2016, en inzonderheid op art. 14 en art. 22.

           Het huishoudelijk reglement van de beraadslagende organen van het Zorgbedrijf Meetjesland.

           Artikel 489 van het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2018 betreffende de de jaarrekening.

           Artikel 490 van het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2018 stelt dat de raad voor maatschappelijk welzijn advies kan uitbrengen over de jaarrekening van de welzijnsvereniging. Als de raad voor maatschappelijk welzijn geen advies verstuurd heeft aan de toezichthoudende overheid binnen een termijn van van vijfitg dagen, die ingaat op de dag na de ontvangst van de jaarrekening door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, wordt hij geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht. Als de raad voor maatschappelijk welzijn geen advies verstuurd heeft aan de toezichthoudende overheid binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na de ontvangst van de jaarrekening door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, wordt hij geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.

 

Feiten

           De algemene vergadering van de welzijnsvereniging spreekt zich uit over de vaststelling van de jaarrekening voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft. Een afschrift van de vastgestelde jaarrekening wordt binnen twintig dagen bezorgd aan de betrokken OCMW's, waarna de Raden voor maatschappelijk welzijn over de jaarrekening advies kunnen uitbrengen.

           De jaarrekening werd door de algemene vergadering vastgesteld op 19 juni 2024 en ontvangen door het OCMW Maldegem op 25 juni 2024.

 

Argumentatie

        Er kan geen tijdig advies gegeven worden aangezien de termijn maar 50 dagen is na ontvangst en er pas een raad in september is.  Dus de jaarrekening is ter kennisgeving.

        De jaarrekening is beschikbaar op de website: https://www.zorgbedrijfmeetjesland.be/bestuur/beleidsdocumenten/

Tussenkomsten

           Voorzitter Marten De Jaeger (CD&V) deelt mee dat de ontwerpnota het jaar 2024 vermeldt, maar dat dit in het definitief besluit verbeterd dient te worden naar 2023.

 

Besluit

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de jaarrekening 2023 van het Zorgbedrijf Meetjesland.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2024
Overzicht punten

 

Zitting van 26 09 2024

 

OPENBARE ZITTING

 

 

5.   BELEIDSPLAN E-INCLUSIE MALDEGEM - KENNISNAME

 

Juridische gronden

        Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

        Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

        Subsidiedossier e-inclusie OCMW's 2023 -goedgekeurd op 22 september 2023.

 

Feiten

        In het subsidiedossier werd opgenomen dat er een beleidsplan zou opgemaakt worden inzake e-inclusie.

        In bijlage zit het ontwerp beleidsplan.

 

Argumentatie

        Als lokaal bestuur kunnen we wel degelijk een verschil maken door in te spelen op de noden van de digitale kwetsbare Maldegemnaren. Met dit beleidsplan willen we inzetten op digitale inclusie door er voor te zorgen om de digitale drempels zoveel als mogelijk te verlagen en in te zetten op de 4 voorwaarden voor digitale inclusie: toegang, competenties, ondersteuningsnetwerk en ‘inclusion by design’.

        Er werden co-creatieworkshops georganiseerd, onder begeleiding van een extern bureau, samen met lokale partners en medewerkers van het lokaal bestuur Maldegem. Hierbij  werden doelstellingen en bijhorende acties verfijnd, aangevuld en geprioriteerd.

        Volgende doelstellingen werden bepaald:

 

  1.    We verbeteren digitale vaardigheden van (digitaal) kwetsbare personen in Maldegem via toegang, individuele begeleiding en collectieve activiteiten.
  2.    We verankeren e-inclusie op een gegronde manier in Maldegem.
  3.    We bouwen een gebruiksvriendelijk en laagdrempelig toegankelijke nieuwe website.
  4.    We verbeteren digitale vaardigheden van onze eigen medewerkers.
  5.    We stimuleren bewustwording en acties rond digitale inclusie in onze organisatie en lokale actoren.

 

Besluit

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het e-inclusie beleidsplan.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2024
Overzicht punten

 

Zitting van 26 09 2024

 

OPENBARE ZITTING

 

 

6.   AFSLUITEN VAN EEN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MET LIGO - GOEDKEUREN

 

Juridische gronden

           Artikel 1 van de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, dat bepaalt dat elke persoon recht heeft op maatschappelijke dienstverlening Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid;

           De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

           Artikel 2, §1 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (DLB) dat bepaalt dat de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn beogen om op het lokale niveau duurzaam bij te dragen aan het welzijn van de burgers en een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige uitoefening van hun bevoegdheden verzekeren;

           Artikel 28 §1 juncto artikel 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB) bepaalt dat de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn openbaar zijn.

           Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.

 

Feiten

        In het kader van het subsidieproject ' Digitaal voor elke Maldegemnaar' werd er gezocht naar mogelijke partners.

        Ligo bestaat uit 13 Centra voor Basiseducatie, waarvan één centrum in Eeklo. Zij geven cursussen op maat, die de communicatieve, numerieke en digitale vaardigheden van laaggeletterde volwassenen versterken. Samen met andere organisaties, ondersteunen ze cursisten bij het vergroten van hun kansen in de samenleving. In bijlage een presentatie over de werking van Ligo

 

Argumentatie

        Ligo lijkt de aangewezen partner om de digitale vaardigheden van bepaalde kwetsbare doelgroepen in Maldegem te verbeteren.

        Samen met hen wensen we volgende acties van het e-inlcusie beleidsplan (in opmaak) te realiseren:

        verhogen digitale vaardigheden van Maldegemnaren die zich in een kwetsbare doelgroep bevinden via collectieve activiteiten (cursussen of workshops)

        verhogen van digitale vaardigheden van medewerkers van het lokaal bestuur Maldegem, met lage digitale vaardigheden

        De maatschappelijk werkers kunnen OCMW cliënten doorverwijzen naar het open aanbod van Ligo, of er kan een cursus ter plaatse in Maldegem gegeven worden voor een groepje van OCMW Cliënten. In dit laatste geval dient het lokaal bestuur Maldegem gratis een lokaal te beschikking te stellen. Er wordt wel gerekend op een regelmatige aanwezigheid van minimaal 8 cursisten.

        De cursussen voor het eigen personeel gaan ook door in lokalen van het lokaal bestuur Maldegem. Dit tijdens de werkuren.

        Kostprijs:

        Inschrijvingsgeld

        1,5 euro per uur/cursist

        0 euro indien aan de vrijstellingscriteria van het decreet volwassenonderwijs is voldaan

        Cursusgeld 2 à 3 euro per cursist per cursus

        Verplaatsingskosten van de medewerkers Ligo

        Intake gesprek 65 euro/uur

 

Besluit

 

25 stemmen voor: Marten De Jaeger, Koenraad De Ceuninck, Peter T. Van Hecke, Stefaan Standaert, Annelies Lammertyn, Nicole Maenhout, Danny Vannevel, Valerie Taeldeman, Anneke Gobeyn, Jason Van Landschoot, Peter E. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Henk Deprest, Christine Verplaetse, Timothy De Groote, Jan De Metsenaere, Hilde Versluys, Stefaan Heyndrikx, Cindy De Baets, Ineke Hebbrecht, Cedric De Smet en Evelien Van De Putte

 

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk Welzijn keurt de samenwerkingsovereenkomst goed als volgt:

 

 

Samenwerkingsovereenkomst

Tussen enerzijds Ligo Centrum voor Basiseducatie Gent-Meetjesland-Leieland vzw, Kolveniersgang 133 te 9000 Gent (hierna Ligo GML genoemd), vertegenwoordigd door Lieve Van Valckenborgh, directeur.

En anderzijds OCMW/gemeente Maldegem, Marktstraat 7, 9990 Maldegem , vertegenwoordigd door Britt Schouppe, algemeen directeur, en Marten De Jaeger, voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, wordt volgende overeengekomen:

 

Artikel 1. opdracht

OCMW/Gemeente Maldegem en Ligo GML gaan een samenwerking aan in het kader van het e-inclusieproject kalenderjaar ‘24 en ‘25 van het OCMW/gemeente Maldegem. Ligo GML zal instaan voor begeleiding van cursussen in groep voor het versterken van digitale vaardigheden. De inhoud van de cursussen wordt vastgelegd in onderling akkoord. Ligo GML voorziet een leraar basiseducatie die werkt volgens de visie en methode van de basiseducatie.

Ligo GML staat in voor het ontwikkelen van gepast educatief materiaal. OCMW/gemeente Maldegem stelt alle nodige informatie en documenten hiervoor ter beschikking en geeft toegang aan de leraar voor specifieke (oefen)tools van OCMW/gemeente Maldegem waaraan medewerkers moeten werken.

 

 

Doelgroep van deze cursus(sen):

- inwoners van Maldegem

- medewerkers van gemeente en OCMW Maldegem met lage digitale vaardigheden.

 

Daarnaast verwijst OCMW/gemeente Maldegem ook mogelijke kandidaten door naar de lessen die doorgaan bij Ligo GML in Eeklo. Daartoe verschaft Ligo GML de nodige informatie aan betrokken doorverwijzers.

 

Artikel 2. cursusduur

De duur en tijdstip van de cursussen worden vastgelegd en kunnen gewijzigd worden in onderling akkoord.

 

Artikel 3. cursisten

OCMW/Gemeente Maldegem staat in voor bekendmaking van de cursus bij kandidaat cursisten en bezorgt voor de start van de cursus de cursistgegevens (naam, rijksregisternummer en scholingsgraad) aan Ligo GML.

Ligo GML bezorgt hiervoor een spreadsheet aan de contactpersoon van OCMW/gemeente Maldegem.

Om de beginsituatie en leervragen vooraf goed in kaart te brengen, zal een medewerker van Ligo GML met alle kandidaat cursisten een individuele intake hebben. De intakemomenten worden vastgelegd in onderling overleg.

Ligo GML registreert de persoonsgegevens, de intakegegevens en de aanwezigheden van de deelnemers in het registratiesysteem van de basiseducatie.

Door de overheid worden inschrijvingsvoorwaarden opgelegd. Cursisten moeten voor de start van de cursus hun wettig verblijf in België kunnen aantonen via het rijksregisternummer, een identiteitsbewijs van een EU-land of een geldig verblijfsdocument. Kandidaat cursisten die hun wettig verblijf niet kunnen of willen aantonen, kunnen niet deelnemen aan de cursus.

De overheid geeft prioriteit aan cursisten die geen diploma secundair onderwijs hebben behaald. We bevragen daarom het scholingsniveau van de cursisten. Cursisten die geen diploma secundair onderwijs hebben, vragen we om hierover een verklaring op eer te tekenen.

 

In de klas en tijdens de lessen van Ligo GML, gelden de regels zoals bepaald in het centrumreglement van Ligo GML.

 

Artikel 4. privacy

Ligo GML en OCMW/gemeente Maldegem erkennen het belang van gegevensbescherming en privacy en gaan zorgvuldig om met alle persoonlijke gegevens van de betrokkenen.

OCMW/gemeente Maldegem en opdrachtnemer bevestigen beide uitdrukkelijk dat alle persoonlijke gegevens behandeld worden volgens de Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (Privacywet) en de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (GDPR).

(We verwijzen hier ook naar de privacyregeling in het centrumreglement van Ligo GML)

 

Artikel 5. groepsgrootte

In de cursus starten er minimum 10 en maximum 14 cursisten. Als er onvoldoende kandidaat cursisten zijn, dan kan in gezamenlijk overleg beslist worden om de samenwerkingsafspraken aan te passen of de samenwerking te annuleren.

Er wordt gerekend op een regelmatige aanwezigheid van 8 cursisten gedurende de volledige cursus.

Wanneer er geen regelmatige aanwezigheid is, dan wordt dit onmiddellijk gemeld aan OCMW/gemeente Maldegem. In gezamenlijk overleg kan beslist worden om de samenwerkingsafspraken aan te passen of de cursus stop te zetten.

 

Artikel 6. lesplaats

De lessen in samenwerking gaan door in Maldegem, de exacte locatie en lokaal worden nog vastgelegd. Ligo GML kan dit lokaal gratis gebruiken voor deze cursussen.

OCMW/gemeente Maldegem zorgt voor een vlotte toegankelijkheid en een contactpersoon in het geval er zich problemen zouden voordoen. Er is voldoende pedagogisch comfort en ondersteunend materiaal aanwezig (oa. beamer, whiteboard, wifi, … ).

OCMW/gemeente Maldegem verklaart een preventiebeleid te voeren conform de richtlijnen die door de onderwijsinspectie voorgeschreven worden. De ter beschikking gestelde lokalen voldoen minimaal aan de basisrichtlijnen niveau 1 wat betreft veiligheid van de leer- en werkomgeving en milieu. De attesten m.b.t. brandveiligheid, veiligheid van de elektrische installaties en liften, de veiligheid van toestellen en de opmaak van een asbestinventaris kunnen desgevallend op vraag worden voorgelegd. De actuele versie van deze basisrichtlijnen is steeds te raadplegen op: https://www.onderwijsinspectie.be/nl/doorlichten/wat-onderzoeken-we/toelichting-processen-bvh

 

Artikel 7. kosten en financiering van de cursus

7.1. begeleiding van de cursus

Ligo GML vraagt voor deze cursus erkenning en subsidiëring aan bij het Vlaams Ministerie van Onderwijs. Er wordt geen kostprijs aangerekend voor de begeleiding van de cursus.

Wanneer lessen niet kunnen doorgaan, zal er in gemeenschappelijk overleg bekeken worden of en hoe dit opgevangen kan worden.

 

7.2. inschrijvingsgeld

Wanneer cursisten onder de vrijstellingscriteria van het decreet volwassenenonderwijs vallen, zullen ze geen of slechts gedeeltelijke inschrijvingsgeld moeten betalen. Ligo GML gaat dit na. Voor elke cursist die niet vrijgesteld is van inschrijvingsgeld, betaalt OCMW/gemeente Maldegem het inschrijvingsgeld van 1,5 euro per cursusuur.

 

7.3. cursusmateriaal

Het aangerekende bedrag voor de cursus is afhankelijk van de duur van de cursus. Per cursist is dit meestal 2 of 3 euro per cursus. (Uitzonderingen zijn cursussen Rijbewijs en cursussen waar een uitstap gedaan wordt. Kosten die betrekking hebben hierop worden onderling besproken).

 

7.4. verplaatsingskosten

Voor de verplaatsingen van medewerkers van Ligo GML naar de lesplaats of plaats waar de intake/screening doorgaat, worden per medewerker een kilometervergoeding van 0,42 € per km. Per les- en intakemoment heen en terug: 20 km.

 

7.5. ontwikkelkosten

Ligo GML werkt deze cursus uit op maat van OCMW/gemeente Maldegem . Hiervoor worden geen werkuren aangerekend aan OCMW/gemeente Maldegem.

 

7.6. intake, trajectbegeleiding en overleg

Voor de intake en screening van de kandidaat cursisten worden per dagdeel 3 werkuren voorzien.

Hiervoor wordt per werkuur 65€/u aangerekend aan OCMW/gemeente Maldegem.

 

7.7. andere kosten

/

Artikel 8. facturatie

Ligo GML stuurt na afloop van de cursus een factuur aan OCMW Maldegem, marktstraat 7 9990 Maldegem t.a.v. boekhouding via mail boekhouding@maldegem.be.

 

Artikel 9. algemene communicatie

Bij algemene communicatie over deze samenwerking worden zowel Ligo GML als OCMW/gemeente Maldegem vermeld. De mogelijke communicatiemiddelen zijn: drukwerk, sociale media, website, mediacampagnes, persberichten. Deze opsomming is niet limitatief.

 

Te gebruiken logo van:

₋ van OCMW/gemeente Maldegem:

 

₋ van Ligo GML: , het gewenste formaat kan verkregen worden via de contactpersoon van Ligo GML.

 

Te vermelden website:

- van OCMW/gemeente Maldegem: www.maldegem.be

- van Ligo GML: www.ligo-gml.be

-

Artikel 10. opvolging en evaluatie

Ligo GML informeert OCMW/gemeente Maldegem over het verloop van de opleiding. In overleg kunnen er afspraken gemaakt worden over de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van OCMW/gemeente Maldegem tijdens de cursusmomenten.

 

Alle deelnemers aan de cursus krijgen informatie over het overige aanbod van het CBE, met het oog op eventuele doorstroming.

 

Na afloop van de opleiding worden zowel de cursus als de samenwerking geëvalueerd.

 

De deelnemers die geslaagd zijn krijgen een (deel)certificaat of een attest van de gevolgde module. Deze worden na afloop van de opleiding bezorgd aan de contactpersoon van OCMW/gemeente Maldegem:

- voor medewerkers van OCMW/gemeente Maldgem aan de personeelsdienst:

personeelsdienst@maldegem.be tav Bert Buffel (Marktstraat 7 9990 Maldegem)

- Voor inwoners OCMW Maldegem aan onthaal@maldegem.be of Lazarusbron 1 9990

Maldegem tav Leen De Clercq

Artikel 11. contactpersonen

 

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2024
Overzicht punten

 

Zitting van 26 09 2024

 

OPENBARE ZITTING

 

 

7.   PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST LOKALE PARTNERSCHAPPEN MEETJESLAND - GOEDKEUREN

 

Juridische gronden

           Artikel 1 van de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, dat bepaalt dat elke persoon recht heeft op maatschappelijke dienstverlening Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid;

           De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

           Artikel 2, §1 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (DLB) dat bepaalt dat de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn beogen om op het lokale niveau duurzaam bij te dragen aan het welzijn van de burgers en een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige uitoefening van hun bevoegdheden verzekeren;

           Artikel 28 §1 juncto artikel 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB) bepaalt dat de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn openbaar zijn.

           Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.

           Het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn d.d. 15 december 2022 om de intentieverklaring te ondertekenen in het kader van de voorbereiding Europa WSE (ESF) Lokale partnerschappen.

           Het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen d.d. 3 oktober 2023 om in te stappen in de oproep Lokale Partnerschappen gepubliceerd door Europa WSE en de daarbij horende cofinanciering.

 

Feiten

           In juni 2023 werd in het kader van het ESF-programma (Europees Sociaal Fonds) 2021-2027 een oproep lokale partnerschappen gepubliceerd door Europa WSE (ESF). WSE staat voor Werk en Sociale Economie.

           Deze lokale partnerschappen konden opstarten vanaf 01.01.2024 en hebben een duurtijd van zes jaar.

           Deze partnerschappen komen in de plaats van de toenmalige ESF-projecten in onze regio: voor "outreach en activering" Link, Jobpit Meetjesland, Travak en voor "lokale partnerschappen jongeren" De Plek, Vlam en Start op. Deze projecten liepen ten einde op 31.12.2023.

           In zitting van 15 december 2022 ging de Raad voor Maatschappelijk Welzijn akkoord om de intentieverklaring te ondertekenen in het kader van de voorbereiding Europa WSE (ESF) Lokale partnerschappen.

           In de periode januari 2023 - maart 2023 werd een oefening "doelgroepbepaling" uitgevoerd; lokale noden en regio-uitdagingen voor het Meetjesland werden geformuleerd.

           Externe dienstverleners konden hierop een projectvoorstel indienen tegen 09.06.2023. Drie kandidaten werden weerhouden nml. Compaan, Fiola en Lejo. Zij vormen samen B-OOST.

           In zitting van 3 oktober 2023 ging het College van Burgemeester en Schepenen akkoord om in te stappen in de oproep Lokale Partnerschappen gepubliceerd door Europa WSE en de daarbij horende cofinanciering.

           De cofinanciering voor Lokaal Bestuur Maldegem bedraagt 12.145,29 euro per kalenderjaar gedurende zes jaar.

           B-OOST ging reeds van start in het voorjaar van 2024.

           De partnerschapsovereenkomst moet goedgekeurd en ondertekend worden door de verschillende partners waaronder de Meetjeslandse Lokale Besturen.

           Deze partnerschapsovereenkomst werd reeds op 6 juni 2024 goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de Welzijnsband waarvan de Algemeen Directeur, Britt Schouppe, deel uitmaakt.

 

Argumentatie

           Het goedkeuren en ondertekenen van deze partnerschapsovereenkomst is een logisch gevolg van de eerder genomen beslissingen betreffende dit onderwerp (RMW 15.12.2022 en CBS 03.10.2023).

 

Adviezen

           Deze partnerschapsovereenkomst werd reeds goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de Welzijnsband op 06 juni 2024.

 

Financiële weerslag

 

Budget is toereikend

Actienr: GBB-ATW 0904-00

Actie-omschrijving: Cofinanciering WSE ESF

Budgetbeheerder: Activering

Alg.rek/beleidscode

MJP 2024

Saldo bij opmaak nota

Nodig budget bij beslissing

Saldo na beslissing

613300

12.145 euro

0 euro

0 euro

0 euro

 

De factuur voor 2024 werd reeds betaald.

Dit budget werd reeds voorzien tem 2027.

 

Besluit

 

25 stemmen voor: Marten De Jaeger, Koenraad De Ceuninck, Peter T. Van Hecke, Stefaan Standaert, Annelies Lammertyn, Nicole Maenhout, Danny Vannevel, Valerie Taeldeman, Anneke Gobeyn, Jason Van Landschoot, Peter E. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Henk Deprest, Christine Verplaetse, Timothy De Groote, Jan De Metsenaere, Hilde Versluys, Stefaan Heyndrikx, Cindy De Baets, Ineke Hebbrecht, Cedric De Smet en Evelien Van De Putte

 

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met de ondertekening van onderstaande partnerschapsovereenkomst:

 

 

Partnerschapsovereenkomst  LP Meetjesland

 

Tussen de partijen:

Naam van de organisatie: Compaan - Job & Co vzw

Maatschappelijke zetel: Antwerpsesteenweg 573, 9040 Sint-Amandsberg

Vertegenwoordigd door: Liesbet Vercamer

Hierna vermeld als partner 1

Naam van de organisatie: LEJO vzw

Maatschappelijke zetel: Antwerpsesteenweg 701, 9040 Sint-Amandsberg

Vertegenwoordigd door: Peter Béatse, Directeur

Hierna vermeld als partner 2

Naam van de organisatie: Fiola vzw

Maatschappelijke zetel: Groot Begijnhof 73, 9040 St-Amandsberg

Vertegenwoordigd door: Mieke Van den Haute/ Ann Blomme

Hierna vermeld als partner 3

Naam van de organisatie: VDAB

Maatschappelijke zetel: Keizerslaan 11, 1000 Brussel

Vertegenwoordigd door: Freddy Van Malderen, Provinciaal Directeur Arbeidsmarktbeheer VDAB O.-Vl.

Hierna vermeld als partner 4

Naam van de organisatie: Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw

Maatschappelijke zetel: Bischoffsheimlaan 1-8, 1000 Brussel

Vertegenwoordigd door: Kris Snijkers, algemeen directeur Hierna vermeld als partner 5 

Naam van de organisatie: Welzijnsband Meetjesland wv Maatschappelijke zetel: Oostveldstraat 91 bus 1, 9900 Eeklo Vertegenwoordigd door: Isabel Pauwels, algemeen directeur wnd.

Hierna vermeld als partner 6 

Naam van de organisatie: OCMW Aalter

Maatschappelijke zetel: Europalaan 22, 9980 Aalter

Vertegenwoordigd door: Luc Jolie, algemeen directeur

Hierna vermeld als partner 7

 

 

Naam van de organisatie: OCMW Assenede

Maatschappelijke zetel: Kasteelstraat 1-3, 9960 Assenede

Vertegenwoordigd door: Frederik Willems, algemeen directeur

Hierna vermeld als partner 8

Naam van de organisatie: OCMW Eeklo

Maatschappelijke zetel: Zuidmoerstraat 136, 9900 Eeklo 

Vertegenwoordigd door: Meike Van Grembergen, algemeen directeur Hierna vermeld als partner 9

Naam van de organisatie: OCMW Evergem

Maatschappelijke zetel: Sleidinge-Dorp 54, 9940 Sleidinge

Vertegenwoordigd door: Danny Coene, algemeen directeur

Hierna vermeld als partner 10

Naam van de organisatie: OCMW Kaprijke

Maatschappelijke zetel: Veld 1, 9970 Kaprijke

Vertegenwoordigd door: Els Van Cleemput, algemeen directeur

Hierna vermeld als partner 11

Naam van de organisatie: OCMW Lievegem

Maatschappelijke zetel: Kasteeldreef 72, 9920 Lievegem

Vertegenwoordigd door: Eddy De Mits, algemeen directeur

Hierna vermeld als partner 12

Naam van de organisatie: OCMW Maldegem

Maatschappelijke zetel: Lazarusbron 1, 9990 Maldegem

Vertegenwoordigd door: Britt Schouppe, algemeen directeur

Hierna vermeld als partner 13

Naam van de organisatie: OCMW Sint-Laureins

Maatschappelijke zetel: Rommelsweg 12, 9980 Sint-Laureins

Vertegenwoordigd door: Melina Van Audenaerde, algemeen directeur

Hierna vermeld als partner 14

Naam van de organisatie: OCMW Wachtebeke

Maatschappelijke zetel: Godshuisstraat 13, 9185 Wachtebeke

Vertegenwoordigd door: Lise Gosseye, algemeen directeur

Hierna vermeld als partner 15

Naam van de organisatie: OCMW Zelzate

Maatschappelijke zetel: Kleine Landeigendomlaan 2a, 9060 Zelzate

Vertegenwoordigd door: Christine Coone, algemeen directeur Hierna vermeld als partner 16

 

 

 

De partners samen worden verder vermeld als het partnerschap.

 

Wordt overeengekomen 

 

Artikel 1 

Situering

Het hierboven vermelde partnerschap diende bij Europa WSE een projectaanvraag in onder het ESF+programma 2021-2027, oproep ‘Lokale Partnerschappen voor de duurzame participatie op de arbeidsmarkt van personen met een complexe multiproblematiek' met oproepnummer 64. De oproep situeert zich binnen het ESF+ programma onder prioriteit 2, ‘sociale inclusie’.

Met deze oproep wil Europa WSE duurzame en dynamische partnerschappen opzetten waarin VDAB, lokale overheden en andere relevante dienstverleners samen inspelen op de zeer diverse vragen en noden van niet-beroepsactieven en werkzoekenden met een complexe multiproblematiek. 

 

Artikel 2 

Definities 

Onderstaande begrippen worden in de uitvoering van deze overeenkomst als volgt begrepen:

Besluitvorming:

        Collectieve besluitvorming: Groepsbesluitvorming, ook wel gezamenlijke of collectieve besluitvorming genoemd, is een participatief proces waarbij individuen gezamenlijk deelnemen aan het besluitvormingsproces. Zij treden hierin gezamenlijk op en analyseren problemen of situaties, overwegen alternatieven en kiezen samen een oplossing.

        Consentbesluitvorming: De besluitvorming waarbij een besluit genomen is, wanneer geen van de aanwezigen beargumenteerd en overwegend bezwaar heeft tegen het nemen van het besluit. Consent verschilt van consensus in de zin dat degene die "consent geeft" niet "voor" het voorstel hoeft te zijn, alleen maar "niet tegen". Consent onthouden is niet gelijk aan een veto uitspreken omdat degene die consent onthoudt de argumenten moet geven waarop de consentonthouding is gebaseerd, bij veto is dit niet noodzakelijk.

        Unanieme besluitvorming: De beslissing wordt eensgezind, zonder verschil van mening genomen. Deze unanimiteit kan onder andere door consensus of consentbesluitvorming worden bekomen.

Dynamische partnerschap: Als uit het leerproces in het kader van de kwaliteitswerking na een bepaalde periode blijkt dat de samenstelling van het partnerschap onvoldoende aansluit bij de noden van de doelgroep, zal het partnerschap stappen ondernemen om de samenstelling te wijzigen. Dit door een partner toe te voegen omdat er expertise gemist wordt of een partner los te laten of een andere rol te geven (bv. als onderaannemer in plaats van als effectieve partner) omdat de expertise minder nodig blijkt te zijn dan ingeschat. 

Inrichtend kader: Het inrichtend kader vanuit Europa WSE is terug te vinden in volgende documenten: De oproepfiche van de oproep ‘Lokale Partnerschappen voor de duurzame participatie op de arbeidsmarkt van personen met een complexe Multiproblematiek’ van Europa WSE met oproepnummer 64 met inbegrip van de volgende bijlagen: 

        De algemene voorwaarden van Europa WSE,

        Het generieke Europese EU WSE kwaliteitskader,

        De selectiecriteria en beoordelingsvragen,

        Het overzicht van de maximale middelen gereserveerd per gedefinieerd werkingsgebied,

        Een overzicht van de persona’s ter illustratie, ● Een leidraad voor de partnerschappen.

Kwaliteitscoach: Kwaliteitscoaches zullen elk lokaal partnerschap ondersteunen bij het toepassen van het kwaliteitskader van Europa WSE. Ze maken deel uit van het ondersteunend team bestaande uit VVSG, steden Gent en Antwerpen en Europa WSE. Zij zullen het lokaal partnerschap ondersteunen zowel bij het leerproces op niveau van de dienstverlening aan de doelgroep als op niveau van de samenwerking als partnerschap.

Kwaliteitskader: Het toepassen van het Europa WSE-kwaliteitskader maakt intrinsiek deel uit van de werking van een lokaal partnerschap. Dit houdt zowel het organiseren van een ondersteunend partnerschap in als het realiseren van kwaliteit via leerprocessen zoals beschreven in het kwaliteitskader.

Ondersteunend team: Elk lokaal partnerschap wordt ondersteund bij de toepassing van het Europa WSE-kwaliteitskader. Het ondersteunend team bestaat uit: 

        Kwaliteitscoaches tewerkgesteld bij Europa WSE;

        Kwaliteitscoaches tewerkgesteld bij VVSG; 

        Kwaliteitscoaches tewerkgesteld bij Gent en Antwerpen;  ● Ondersteunende rollen bij VVSG, Gent en Antwerpen. 

VVSG zal als vaste partner, vanuit haar expertise in organisatienetwerken en vanuit haar gemandateerde rol als partner van de lokale overheden, voorzien in een ondersteuning voor alle lokale partnerschappen in Vlaanderen, uitgezonderd de partnerschappen in steden Gent en Antwerpen. Gent en Antwerpen nemen deze rol zelf op in de lokale partnerschappen op hun grondgebied. Het ondersteunend team vult een rol in op maat van de noden van de lokale partnerschappen.

Onderaanneming: Elke organisatie door de penhouder of partners aangesteld buiten het partnerschap voor de uitvoering van een project, voor een tijdelijke (kort of langlopende) opdracht. De onderaannemer speelt een rol in dienstverlening aan de doelgroep door een (tijdelijke) afgebakende opdracht voor het partnerschap te vervullen. Deze organisatie heeft specifieke expertise, die bij de penhouder of partners niet beschikbaar is of kunnen de penhouder of partners (tijdelijk) in volume versterken. Zij worden enkel en alleen voor hun geleverde prestaties waarvoor ze werden ingeroepen vergoed, en maken geen deel uit van het gevormde lokaal partnerschap. 

Organisatienetwerk: In een organisatienetwerk verbinden en delen autonome en unieke organisaties informatie, middelen, activiteiten en competenties om samen uitkomsten te bewerkstelligen die geen van de organisaties afzonderlijk tot stand kunnen brengen.

Partner: De partners voeren samen met de penhouder de dagdagelijkse werking uit in het partnerschap vanuit een cruciale bijdrage aan de dienstverlening, die nodig blijkt vanuit de identificatie van de lokale noden. De penhouder en partners zorgen samen dat de meest voorkomende noden van de doelgroep opgevangen worden door het partnerschap, waarbij de toegevoegde waarde van elk van deze organisaties helder is en de overlap beperkt is (tenzij noodzakelijk vanwege het volume van de vraag). Zij zijn verantwoordelijk voor het effectief uitvoeren van de dienstverlening aan de doelgroep en bewaren het overzicht over het traject met de doelgroep.

Projectcharter: Een afzonderlijk document waarin de verdere afspraken over samenstelling, organisatie, besluitvorming van de ondersteuningsgroep en ev. andere bestuursorganen wordt uitgewerkt.

Promotor: De organisatie die een projectaanvraag indient bij Europa WSE en de eindverantwoordelijke is voor de administratieve en financiële afhandeling. Als het project samen met andere partners wordt uitgevoerd, geldt de penhouder als het aanspreekpunt voor Europa WSE.

Samenwerkers op het terrein: Personeel van de partners dat de doelgroep zelf begeleidt en ondersteunt, eerstelijnsmedewerkers. 

Voor nieuwe definities eigen aan het Lokaal Partnerschap Meetjesland verwijzen we naar het projectcharter, dat later nog concreter vorm kan krijgen.

 

Artikel 3

Voorwerp 

Deze overeenkomst verankert de afspraken van het partnerschap met het oog op het verloop van het binnen deze oproep goedgekeurde project met naam Lokaal Partnerschap Meetjesland en nummer 1307. 

 

Artikel 4

Doelen 

Het partnerschap is erop gericht de doelgroep te helpen om, vanuit hun context, gehoord en gezien te worden wat betreft hun uitdagingen om ten volle te participeren in de samenleving, inclusief maar niet uitsluitend, met het oog op werk. Vanuit de sterkten, competenties en talenten, zal de doelgroep ondersteuning krijgen om zelf stappen te zetten om dergelijke participatie te realiseren. 

Het partnerschap werkt samen aan deze gedeelde doelen, geformuleerd vanuit het deelnemersperspectief: 

“Het hulp- en dienstverleningslandschap is voor mij een kluwen. Het voelt alsof ik van het kastje naar de muur word gestuurd. Ik kan nergens heen of moet wachten op afspraken op voor mij moeilijke locaties. Ik word als een nummer behandeld. Ik zit vast in een doolhof en ik raak er niet uit.

Het lokaal partnerschap luistert echt naar mij, ziet mij en apprecieert mij voor de kwaliteiten en krachten die ik wel heb. Ik ben geen nummer meer. Ik heb een vertrouwenspersoon die voor mij geen snelweg aanlegt, maar wegwijzers zet zodat ik mijn weg uit het doolhof kan vinden. Deze persoon helpt mij om verbinding te maken met andere organisaties die mij gepast kunnen ondersteunen en zorgt ervoor dat deze toegankelijker worden. We gaan samen op weg en zetten indien nodig stappen op verschillende levensdomeinen. 

Zo verlaat ik het doolhof, vind ik mijn weg, en word ik sterker en zelfredzamer. Zo beweeg ik mij verder richting de arbeidsmarkt.”

LOKALE BESTUREN

De lokale besturen kunnen met hun bestaande infrastructuur deelnemers toeleiden naar het partnerschap en kunnen bovendien gedeelde locaties voorzien. 

Ze bieden ook expertise zowel op beleidsmatig vlak, als op het vlak van eerstelijnshulp. Ze bieden cofinanciering aan het partnerschap en voegen een uitgebreid netwerk toe aan het netwerk van het partnerschap.

COMPAAN

Compaan biedt een specifieke expertise en een netwerk in het activeren van mensen met onderbenutte talenten, die bij de andere partners ontbreken. Zij vormen daarom een ideale aanvulling in het partnerschap en kunnen sterk bijdragen tot het bereiken van de ambitie en het vooropgestelde doel.

FIOLA

Fiola biedt een unieke expertise en een netwerk rond mensen met een (vermoeden van) beperking die geen van de andere partners heeft. Zij vormen daarom ook een ideale aanvulling in het partnerschap en kunnen sterk bijdragen tot het bereiken van de ambitie. Ze kunnen ook een gedeelde locatie voorzien.

LEJO

Lejo heeft zijn uitgebreide expertise en netwerk in outreachend werken. Dit is zeer waardevol voor het partnerschap (cfr. Gedeelde ambitie).

WELZIJNSBAND MEETJESLAND

Welzijnsband voert een opdracht uit voor en door lokale besturen. De welzijnsvereniging bewaakt de verbinding tussen de 10 lokale besturen in het Meetjesland. Welzijnsband biedt kennis en expertise die de expertise van de overige partners goed aanvult, onder meer in activering. Welzijnsband neemt ook de rol van het penhouderschap op zich.

VDAB

Voor VDAB zijn er een aantal drijfveren om deel uit te maken van het partnerschap.

  1.    Vanuit het perspectief van sociale inclusie zijn (werkbaar) werk en loopbanen belangrijke hefbomen. De netwerkfunctie van een lokaal partnerschap waarbij verschillende partners leren van elkaar is daarbij belangrijk. VDAB wil inzetten op samenwerking met en in deze ecosystemen.
  2.    Het uitbouwen van een aanpak en aanbod voor kwetsbare niet-beroepsactieven. (Waarbij bereiken van deze groepen en werk op de radar krijgen belangrijk is.)
  3.    Het partnerschap werkt aan sociale inclusie voor zowel werkzoekenden die al ingeschreven zijn bij VDAB, als niet-beroepsactieven met een aantal belemmerende (context)factoren die een traject naar werk in de weg staan via een integrale, aanklampende benadering. We willen inzetten op warme overdracht richting de reguliere dienstverlening van VDAB voor die burgers die klaar zijn om stappen naar werk te zetten. Daarnaast is het ook de rol van VDAB als arbeidsmarktregisseur om het onderscheid tussen het aanbod in het partnerschap en het reguliere VDAB-aanbod te bewaken.

 

Artikel 5

Te behalen resultaten en/of producten

Binnen deze regio kunnen we ervan uitgaan dat de vraag sowieso groter zal zijn dan de capaciteit. Welke precieze capaciteit haalbaar is, is op dit moment moeilijk te voorspellen gezien de uitgestrektheid van de regio en het feit dat er binnen de regio nog geen gelijkaardige samenwerkingsverbanden van zo’n omvang werden gerealiseerd. Daarnaast zal dit ook afhangen van de uiteindelijke samenstelling van het team en de praktische organisatie ervan. 

Wanneer we kijken naar begeleidingstrajecten bij de partners is een gemiddelde van 18 tot 20 lopende trajecten haalbaar. Wanneer we uitgaan van 5.6 VTE begeleiders voor individuele begeleiding, dan komen we uit op ongeveer 100 tot 112 gelijktijdig lopende begeleidingen. Afhankelijk van de duur van de begeleiding zullen dit er meer zijn.  Daarnaast kunnen ook groepssessies georganiseerd worden. 

Om een uitstroom naar werk te krijgen moeten bepaalde drempels worden weggewerkt. We moeten tijdig diagnosticeren of een traject met een deelnemer werkbaar blijft. Hoe we dit precies moeten aanpakken, moeten we nog verder uitwerken. 

Wanneer we ons baseren op de huidige cijfers en projecten, is een doorstroom van 20% naar werk niet voor alle persona’s haalbaar, door de aanwezige drempels. In deze gevallen is het nodig deze drempels weg te werken alvorens een traject kan worden aangevat. Toch wordt er voor elke deelnemer ten volle ingezet op deelname aan de arbeidsmarkt, een versterking van de positie van de deelnemer en een verhoging van zijn tevredenheid.

Voor de overige 80% van de begeleide trajecten zien we ook andere resultaten haalbaar:

        Het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt 

        Vrijwilligerswerk

        Toeleiding naar opleiding

        Ontwenningstraject starten bij afhankelijkheid van middelen

        De weg en het vertrouwen (terug)vinden naar het reguliere hulpverleningsaanbod 

        Deelname aan het maatschappelijk gebeuren

       

Gezien de complexiteit van de doelgroep, de uitgestrektheid van de regio en het feit dat het hier voor ons gaat om een volledig nieuwe vorm van samenwerken, is een exacte schatting van het aantal deelnemers een moeilijke zaak. De potentiële instroom is sowieso groter dan de capaciteit. Daarom zullen wij bij het evalueren van bestaande dossiers duidelijk inschatten of:

        De deelnemer binnen de doelgroep van het partnerschap past

        De deelnemer een vervolgtraject nodig heeft. We onderzoeken alternatieven, zoals doorstromen naar de reguliere werking.

Ook een precieze caseload per begeleider is op dit moment moeilijk in te schatten. Het gaat hier immers om de meest kwetsbare en complexe, en bijgevolg meest zorg-intensieve en tijdrovende profielen, zeker in de beginfase. Gebaseerd op ervaring, streven we naar een caseload van 18-20 lopende begeleidingen per begeleider.

Deelnemers uit bestaande projecten met een onafgewerkt traject vloeien in principe terug naar de VDAB. Toch kunnen we deze dossiers bekijken in functie van de deelnemers en hoe ze in de doelstellingen van het partnerschap passen. Voor een aantal van die dossiers is een warme overdracht naar het partnerschap mogelijk. Hierbij zal ook rekening moeten worden gehouden met aanwezige drempels en de motivatie van de deelnemer zelf. Dit zal op maat van de deelnemer worden bekeken. 

Algemeen kunnen we de evolutie wel als volgt stellen tijdens het eerste projectjaar:

        Q1: Opmaak aanmeldingsflow.

        Q2-Q3: Het aantal dossiers stijgt naar capaciteit ten gevolge van nieuwe instroom

        Q4: Het aantal deelnemers bereikt de totale capaciteit en schommelt rond die capaciteit ten gevolge van voltooien van trajecten en instroom van nieuwe trajecten.

Artikel 6 

Kwaliteitskader

Het partnerschap engageert zich om deel te nemen aan de kwaliteitswerking terug te vinden in de oproep. Het partnerschap engageert zich minimaal tot: 

        Het toepassen van het kwaliteitskader van Europa WSE; 

        Het uitvoeren van een review van het gelopen leerproces (minimaal om de drie maanden). Deze review heeft aandacht voor het leerproces op het niveau van het partnerschap en op het niveau van de dienstverlening aan de doelgroep. Partnerschappen staan stil bij de gerealiseerde successen en de uitdagingen die nog spelen;

        Het afnemen van een empowermentmeting minimaal bij begin en einde van de begeleiding om zo sneller de impact van het partnerschap op de doelgroep zichtbaar te maken, als voorspellende factor voor duurzame participatie aan werk.

 

Artikel 7

Organisatie van het partnerschap/governance 

Het partnerschap zet een effectieve governance op. Deze moet garanderen dat strategische, kaderende beslissingen op het niveau van het partnerschap genomen worden op een transparante wijze, waarbij alle partners gelijkwaardig zijn. Ook moet deze governance de vertegenwoordiging van de stem van doelgroep in het partnerschap verzekeren. Om het beheer en de samenwerking van het partnerschap en de realisatie van het Europa WSE project tot een goed einde te brengen, heeft het partnerschap de volgende overlegstructuren en instrumenten: 

 

 

ROLLEN

De gestelde ambitie en de te bereiken doelen vertalen zich in de volgende rollen:

        Begeleider: individuele begeleider van de deelnemer

        Intercultureel bemiddelaar: adviseert bij interculturele aangelegenheden

        Oriënteerder: Oriëntatie en trajectbepaling deelnemer

        Planner: opzetten van activiteiten (één-op-één of groepsactiviteiten)

        SPOC: (single point of contact) aanspreekpunt richting werk

        Werkvloerverkenner (WVV): doet de verkenning voor de mogelijke werkvloerprojecten en bouwt het netwerk uit met o.m. de werkgevers

        Communicator: verzorgt interne en externe communicatie

        Outreacher: bereikt de deelnemer op diens terrein

        Expert: brengt de nodige expertise aan. Dit kan intern of extern

        Penhouder: verzorgt en draagt de technische eindverantwoordelijkheid voor het financieel beheer en de administratie en rapportage

        Kernlid: vertegenwoordiger van de kernpartner (lid van de ondersteuningsgroep) Deze worden nog verder geconcretiseerd samen met het team, in het projectcharter.

Daarnaast zijn er nog de specifieke rollen van de coördinator:

        Overlegmomenten organiseren

        Beslissen en knopen doorhakken

        Bestaand aanbod in kaart brengen, netwerken

        Begeleiders ondersteunen en coachen 

        Deelnemers monitoren 

        Afstemmen met team, penhouder en ondersteuningsgroep

        Inhoudelijke verslaggeving

 


 

        Signaalfunctie en brugfunctie, intern (naar team, penhouder en ondersteuningsgroep, lokale besturen…) maar ook extern (naar partners, Europa WSE…)

        Tandemfunctie: De coördinator en penhouder zullen sterk in tandem moeten samenwerken (o.m.

voor de financiële afstemming). De coördinator zal ook de nodige input moeten geven voor de rapportage.

GOVERNANCE

De concrete uitwerking is terug te vinden in het projectcharter.

Deze rollen passen in de volgende governance structuur: 

● Strategisch Niveau: de ondersteuningsgroep

● Uitvoerend Niveau: het kernteam

De verbinding tussen beide niveaus gebeurt op een aantal manieren

STRATEGISCH NIVEAU: DE ONDERSTEUNINGSGROEP Wat?

De ondersteuningsgroep staat ten dienste van het team. Ze bewaken en evalueren de missie van het lokaal partnerschap en sturen bij waar nodig. Ze vormen een brug naar en hebben een signaalfunctie voor de lokale besturen. Ze kijken met een kritische blik naar zichzelf en naar het partnerschap. 

Wie?

De ondersteuningsgroep bestaat uit:

        De kernleden: vertegenwoordigers (leidinggevenden) van de moederorganisaties met een gedragen mandaat tot het nemen van beslissingen voor het partnerschap.

        De penhouder

        De coördinator

        De begeleiderstoel: een vertegenwoordiger van de begeleiders. Deze is aanwezig op agendabasis (indien relevant).

        De deelnemerstoel: een vertegenwoordiger van de deelnemers. Deze is aanwezig op agendabasis (indien relevant).

        De externe stoel: Deze is aanwezig op agendabasis (indien relevant). Dit kan ook een vertegenwoordiger zijn van het bredere netwerk.

We streven ernaar, voor de laatste drie stoelen, deze te bezetten met een fysiek persoon. Dit zal echter afhangen van agenda en relevantie. Indien onbezet houden we letterlijk een “lege stoel”, dit als manier om de focus erop te houden.

Waar?

De ondersteuningsgroep zal samenkomen in de kantoren van de lokale besturen en de partners en zal zo alle locaties aandoen. Dit wordt later praktisch uitgewerkt.

 

Frequentie?

De ondersteuningsgroep komt in principe samen per kwartaal maar in het begin van het partnerschap zal de frequentie hoger liggen (tweemaandelijks) aangezien er in de beginfase van het partnerschap meer ondersteuning vereist zal zijn.

HET UITVOEREND NIVEAU: HET KERNTEAM  Wat?

Het kernteam verzorgt de dagelijkse begeleiding van de deelnemer en staat hem bij in zijn individuele traject.

Wie?

Het kernteam bestaat uit:

        De begeleiders

        De coördinator

        IDV-bemiddelaars

Deze houden samen het (inhoudelijk) casusoverleg.

De begeleiders zijn breed inzetbaar en hebben goede kennis en expertise van de moederorganisatie. De begeleiding gebeurt met aandacht voor de verschillende domeinen en kwetsbaarheden, bv.:

        Armoede

        Alleenstaand ouderschap

        Cultuursensitiviteit

        Opleidingsniveau

        Tewerkstelling

        Psychische kwetsbaarheden

        Verslavingsgevoeligheid

        Vermoeden van beperking ● …

De deelnemer wordt begeleid vanuit het kernteam. De relatie primeert op de expertise. Dat wil zeggen dat wanneer een deelnemer een betere vertrouwensrelatie heeft met een bepaalde begeleider, deze band primeert op de aard van de expertise van die begeleider. De begeleiders kunnen elkaar blijven ondersteunen in functie van complementaire expertise.

Waar?

Dit moet nog verder worden uitgewerkt in aanloop naar het project. Dit hangt immers af van de uiteindelijke samenstelling van het uitvoerend team. 

Frequentie?

Bij de opstart zullen we een hogere frequentie hanteren. Dit zal nog verder worden uitgewerkt. 

a) De Ondersteuningsgroep Opdracht: 

        De Ondersteuningsgroep neemt alle strategische, kaderende en beleidsmatige beslissingen voor het partnerschap o.a. het dynamisch partnerschap, de bepaling en ev. aanpassing van de doelgroep, toewijzing middelen, de stopzetting van het partnerschap, … 

        De Ondersteuningsgroep volgt het kwaliteitsmanagement op binnen het partnerschap. Ze spelen snel en flexibel in op de kwesties die de samenwerkers op het terrein, vanuit hun leerprocessen, op de agenda zetten bv. kwesties die wijzen op een gebrek aan expertise/ capaciteit worden opgepakt door het partnerschap door ofwel in te zetten op vorming (incl. “on the job”), het toevoegen van een nieuwe partner of (wanneer de expertise niet voldoende frequent nodig is) via onderaanneming of netwerkactoren. 

        De Ondersteuningsgroep benoemt op constructieve wijze conflicten tussen raadsleden of tussen samenwerkers op het terrein en pakt ze aan. Spanning die ontstaat bij de samenwerkers op het terrein, door spanning die bestaat tussen de partnerorganisaties, wordt ook aangepakt door de Ondersteuningsgroep (bv. conflicterende praktijken rond rapportering, streefcijfers, afkomstig uit de partnerorganisaties). 

        De Ondersteuningsgroep zal ook andere zaken waar de samenwerkers op het terrein geen mandaat of vermogen toe hebben om dit zelf aan te pakken (bv. regels rond privacy, problemen met andere actoren op het terrein) oppakken. 

        De leden van de Ondersteuningsgroep escaleren in de eigen organisaties bepaalde problemen indien nodig (bv. naar topmanagement). Zolang de kwestie niet opgelost is, blijft diegene die escaleerde verantwoordelijk om dit te blijven aankaarten op de relevante fora en hierover terug te koppelen.

        De Ondersteuningsgroep verzekert dat de noodzakelijke rollen voor coördinatie binnen het partnerschap worden opgenomen. De rolhouders of de coördinator krijgen daartoe het mandaat van de Ondersteuningsgroep en verlaten het perspectief van de partner waaraan ze contractueel verbonden is.

        De ondersteuningsgroep keurt de uitwerking van een matchingsproces om nieuwe partners aan te trekken goed.

        De ondersteuningsgroep keurt het projectcharter en de eventuele aanpassing ervan goed.

        De ondersteuningsgroep bereidt aanpassingen aan de partnerschapsovereenkomst voor. 

Samenstelling: 

        De ondersteuningsgroep bestaat uit relevante leidinggevenden van de partnerorganisaties en de vertegenwoordiging van de doelgroep. Deze leidinggevenden staan dicht genoeg bij de werking van het partnerschap. De concrete samenstelling wordt opgenomen in het projectcharter.

Manier van besluitvorming en noodprocedure:

        Input voor wat leeft binnen het partnerschap komt maximaal vanuit het uitvoerende niveau. De ondersteuningsgroep werkt vanuit input van het kernteam en het kernteam vertaalt de

strategische lijnen van de ondersteuningsgroep. Daarnaast vormt de begeleiderstoel een belangrijk instrument voor het verbinden van het strategische en het uitvoerende niveau. De begeleiderstoel wordt ad hoc ingevuld op basis van expertise, agenda, beurtrol… De praktische kant zal verder worden uitgewerkt. Indien nodig wordt een informatief casusoverleg ingepast in de samenkomst van de ondersteuningsgroep. Ter verheldering kan een informatieve of anonieme casus gebracht worden, zodat de ondersteuningsgroep ook voldoende voeling kan houden met, en een goed beeld krijgt van, het werkveld. 

        De coördinator vormt de voornaamste brug tussen het kernteam en de ondersteuningsgroep. 

        Beslissingen over de casussen worden maximaal genomen door het team. Indien dit nodig is zal de coördinator de nodige knopen doorhakken. Bij verdere escalatie worden beslissingen genomen door de ondersteuningsgroep. Beslissingen in de ondersteuningsgroep worden genomen bij consensus. Indien dit niet mogelijk blijkt, gebeuren ze bij consent. Bezwaren en bezorgdheden worden dan genoteerd. 

        Evaluatie en ondersteuning van de begeleider gebeurt door de coördinator, in samenspraak met de moederorganisatie.

b) Penhouderschap / promotor Opdracht:

        De promotor is de eindverantwoordelijke voor het indienen van de aanvraag   De promotor is de eindverantwoordelijke voor de projectadministratie. 

        De promotor is de eindverantwoordelijke voor de uitvoering van het project. 

        De promotor is het enige aanspreekpunt voor Europa WSE met betrekking tot het project. 

        De promotor is de eindverantwoordelijke voor de rapportering de tussentijdse rapporten  het eindrapport.

        De promotor is eindverantwoordelijke voor de financiële afhandeling. De partners geven hun gemaakte kosten voor het project door aan de promotor, die ze bundelt in het rapport naar Europa WSE. 

c) Coördinatie  Opdracht:

        De aandacht van het partnerschap op de doelstellingen van het partnerschap en de potentiële bedreigingen houden. Zorg dragen voor transparante, gedragen besluitvorming op het niveau van de samenwerkers op het terrein, evenals binnen de ondersteuningsgroep. De coördinatie slaat de brug tussen de ondersteuningsgroep en de samenwerkers op het terrein om effectieve samenwerking op alle niveaus te faciliteren. Hij zit de vergaderingen van de ondersteuningsgroep en ev. andere organen voor. De coördinatie pakt eventuele conflicten binnen de ondersteuningsgroep aan. De coördinatie gaat in dialoog met de ondersteuningsgroep over het leerproces en laat hen mee leren wat geleerd wordt door de samenwerkers op het terrein. De coördinatie volgt op wie van het partnerschap wat bijdraagt, wie welke baten ontvangt, wie eventueel nadeel ondervindt en of er daarin voldoende evenwicht is. De coördinatie zorgt voor een faciliterende context waarin de samenwerkers op het terrein expertise bundelen en elkaar op constructieve manier uitdagen via systematische leerprocessen gericht op kwaliteit;

        Draagt zorg voor de praktische organisatie van vergaderingen, incl. opmaken agenda’s, verslagen, bijhouden afspraken, doorstroom van informatie…. 

        De zichtbaarheid van het partnerschap en de verantwoording naar externe stakeholders bewaken (bv. bredere netwerkactoren, beheerder vanuit EU WS E…) op. Alsook nuttige contacten onderhouden, in functie van het partnerschap.

d) Projectcharter

Elke aanpassing van de partnerschapsovereenkomst moet het goedkeuringsproces van elke partner doorlopen. Deze aanpassingen kunnen enige tijd in beslag nemen. Om de werking van een partnerschap flexibel te kunnen aanpassen, kan er gewerkt worden met een projectcharter. Een projectcharter wordt goedgekeurd en aangepast door de ondersteuningsgroep. Dit zorgt voor meer flexibiliteit. Het partnerschap bepaalt in de partnerschapsovereenkomst wat er in het charter allemaal verder wordt uitgewerkt.

In het projectcharter worden volgende zaken opgenomen:

        Verduidelijken welke overlegorganen (o.a. ondersteuningsgroep, ...) worden opgericht 

        De werking per bestuursorgaan concretiseren: de concrete samenstelling, de bevoegdheden, de vergaderfrequentie, het besluitvormingsproces, de praktische en teamwerking, … 

        De coördinatie toegewezen aan concrete personen

        Het uitgewerkt matchingsproces 

        Verduidelijkt wat de concrete activiteiten van het Lokale Partnerschap zijn (vraag 15)

        Verduidelijkt wat de toegewezen opdrachten per partner zijn (vraag 5)

 

Artikel 8

Leidende principes 

Het partnerschap verbindt zich ertoe loyaal samen te werken om de gemeenschappelijke ambitie van het project en het partnerschap tot een goed einde te brengen, binnen de voorwaarden van de oproep en de verdere beslissingen die daaromtrent binnen het partnerschap worden genomen. 

Het partnerschap verklaart zich akkoord om te werken volgens de leidende principes vermeld in de oproep: 

        Empowerment van deelnemers: 

Het partnerschap engageert zich om deelnemers alert te maken voor motivatie en zelf-regie met het oog op welslagen van hun traject naar een plaats in de maatschappij.  Hiertoe creëert het partnerschap veilige ruimtes om samen in beweging te komen. Deelnemers ontvangen tools en handvaten om de regie van hun traject in eigen handen te nemen, en weten zich tegelijkertijd ondersteund om nieuwe stappen te zetten. ● Betrekken van andere lokale actoren: 

Het partnerschap wil vooral aansluiten op deze lokale actoren en hun werking. Dit kan bijvoorbeeld door middel van: 

        Een actieve promotiecampagne, organiseren van en aanwezig zijn op events,

        Informeel en formeel aanwezig zijn bij de lokale actoren (contacten, deelname aan acties…)

        Gebruikmaken van de bestaande contacten en het netwerk van de moederorganisaties

Hoe dit praktisch moet worden aangepakt zal nog verder worden bekeken. We beschreven dit ook in het projectcharter.

        Betrekken van de doelgroep:

Het partnerschap engageert zich om de deelnemers zo actief mogelijk te betrekken, waar nodig, haalbaar, wenselijk…

De concrete uitwerking is terug te vinden in het projectcharter.

Het partnerschap verklaart zich akkoord om te werken volgens volgende samenwerkingsprincipes:  

  1. Het deelnemersperspectief bepaalt wie en wat er wanneer nodig is, ook in de communicatie (need to know, nice to know);
  2. We bouwen verder op de expertise die er al is;
  3. We erkennen dat de partners elkaars expertise nodig hebben en we haken aan bij expertise die we zelf niet in huis hebben;
  4. Alle partners hebben een gelijkwaardige stem en zijn samen verantwoordelijk;
  5. Wie rechtstreeks geïmpacteerd is door de beslissing, is betrokken bij het nemen van de beslissing: We hebben heldere rollen en mandaten, via flexibiliteit in engagement;
  6. We gaan maximaal voor kwaliteit: we doen wat nodig is zolang het nodig is;
  7. We blijven leren, actiegericht handelen, experimenteren en reflecteren; 
  8. We bepalen op lokaal niveau welke noden er zijn en welke expertise er nodig is;
  9. De lokale partnerschappen zijn duurzaam en dynamisch;
  10. We blijven er waakzaam over dat we geen nieuwe systeemproblemen creëren;
  11. Transparante en open communicatie ten goede van de deelnemer.

Artikel 9

Dynamisch partnerschap 

Als uit het leerproces na een bepaalde periode blijkt dat de samenstelling van het partnerschap onvoldoende aansluit bij de noden van de doelgroep, zal het partnerschap stappen ondernemen om de samenstelling te wijzigen. De samenstelling van het partnerschap kan ten vroegste 6 maanden na de opstart van het partnerschap wijzigen op basis van het leerproces. Zo heeft het partnerschap voldoende tijd gehad om lessen te trekken uit het leerproces over welke expertise niet meer nodig is, of welke er bijkomend nodig is. 

  1. Beslissen om een nieuwe partner aan te trekken 

Bij het uitnodigen/zoeken van nieuwe partners zorgt het lokaal partnerschap in dialoog met Europa WSE voor een ‘matchingsproces’ op maat van de lokale context. Het lokaal partnerschap legt dit proces op voorhand ter validatie aan Europa WSE voor. Het ‘matchingsproces’ voldoet aan de criteria van de oproep. Het goedgekeurde proces wordt als addendum toegevoegd aan deze overeenkomst en dit ten vroegste 6 maanden na de opstart van het partnerschap.

  1. Beslissen om een partner los te laten  

Een partner kan worden losgelaten, minder worden betrokken of op een andere manier worden betrokken (bv. via onderaanneming conform de Wet Overheidsopdrachten): 

        Deze wijziging van het partnerschap beslist de Ondersteuningsgroep op basis van het gelopen kwalitatieve leerproces (ev. evaluaties, remediëring, ...)/het matchingsproces en/of de ev. vastgestelde tekortkomingen ten aanzien van de goedgekeurde partnerschapsovereenkomst en het inrichtend kader. Na een opzegtermijn/aanpassingstermijn van minimum 6 maanden. Deze opzegtermijn/aanpassingstermijn begint te lopen de eerste dag volgend op het versturen van de beslissing (via mail met ontvangstbevestiging) door de coördinatie. Wanneer de continuïteit of ondersteuning van de doelgroep na 3 maanden niet gegarandeerd kan worden, kan de opzegtermijn in onderling overleg verlengd worden. 

        Een partner, inclusief de penhouder kan zelf beslissen om het partnerschap te verlaten. Deze partner of de penhouder brengt de leden van de Ondersteuningsgroep op de hoogte via een mail met ontvangstbevestiging. De partner motiveert zijn vertrek. De ondersteuningsgroep agendeert het vertrek op de volgende ondersteuningsgroep en keurt een opzegtermijn van minimum 6 maanden goed. Zo kan de continuïteit van de dienstverlening gegarandeerd worden. Wanneer de continuïteit van de ondersteuning van de doelgroep in het gedrang komt, kan de opzegtermijn in onderling overleg verlengd worden. 

        Een aanpassing aan de samenstelling van het partnerschap wordt beslist door de Ondersteuningsgroep met een 2/3de meerderheid.  

        De financiering wordt afgerekend op basis van de geleverde prestaties, de financiële afspraken en het ontvangen voorschot. Uitgekeerde middelen voor niet uitgevoerde prestaties zullen worden teruggevorderd. 

Artikel 10

Verantwoordelijkheden van het partnerschap m.b.t. rapportering aan Europa WSE

De penhouder is de eindverantwoordelijke voor de uitvoering van het project en is het aanspreekpunt met betrekking tot het project voor Europa WSE. De partners aanvaarden dat Welzijnsband Meetjesland handelt als penhouder, om hun te vertegenwoordigen bij de betrokken overheden, om als gesprekspartner op te treden en om de gelden van Europa WSE te beheren overeenkomstig de overeenkomst. Zij geven de penhouder hiertoe uitdrukkelijk mandaat.

Indien komt vast te staan dat een partner of penhouder van het partnerschap naliet enige verplichting volgend uit de partnerschapsovereenkomst, het inrichtend kader en de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen, na te leven, is hij ten volle aansprakelijk voor alle nadelige gevolgen die daaruit zouden voortvloeien voor het partnerschap, voor één of meerdere partners, penhouder of voor enige derden.

Indien een budgetoverschrijding- of verstoring het gevolg is van een nalatigheid of fout van één van de partners of penhouder zal deze de gevolgen daarvan dienen te dragen en eventueel de nodige bijkomende middelen ter beschikking moeten stellen om het budget opnieuw in evenwicht te brengen.

De betrokken partner, of penhouder vrijwaart het partnerschap ten volle in dat verband en komt op het eerste verzoek tussen in elke procedure. Het voorgaande geldt onder andere indien Europa WSE zou beslissen over te gaan tot een terugvordering van al verstrekte subsidies.

Jaarlijkse financiële rapporten 

De penhouder is de eindverantwoordelijke voor de tussentijdse rapporten, het eindrapport en de wederzijdse communicatie met Europa WSE. De gemaakte kosten worden door de penhouder gebundeld en ingediend als rapport.  

De penhouder verzamelt, controleert en organiseert de verwerking van alle informatie- en bewijsstukken voor de rapporten. Hij zorgt ervoor dat de rapporten geschieden binnen de termijnen zoals die zijn bepaald in het oproepdocument. 

Het partnerschap is gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van de opdracht waartoe de penhouder als eindverantwoordelijke kan worden aangesproken.

Het partnerschap is verantwoordelijk voor het rapport van de kosten en financiering. 

De penhouder houdt in samenwerking met zijn partners een overzichtelijke en geordende projectadministratie bij met het oog op:

        Een doeltreffende beheersing van de projectuitgaven;

        Het verschaffen van gedetailleerde en overzichtelijke financiële rapporten;

        Het opstellen van de vereiste inhoudelijke voortgangsrapporten en het eindrapport en een efficiënt verloop van controles tijdens en na de afloop van het project;   De partners van het partnerschap verbinden er zich toe:

        Aan de penhouder alle financiële, administratieve en boekhoudkundige gegevens mee te delen, voor tijdens en na het project. Bij de voorbereiding en de uitvoering van het partnerschap in volledige transparantie te werken ten aanzien van mekaar en ten aanzien van EU WSE;

        Binnen de afgesproken termijnen juiste en volledige informatie te verstrekken inzake hun activiteiten, werkingsmiddelen en financiering teneinde de betrokken autoriteiten toe te laten te beschikken over alle relevante elementen voor de beoordeling van het project en

de toekenning van de subsidies; daarbij melden de partners desgevraagd alle vormen van overheidssteun aan de penhouder, teneinde de penhouder toe te laten deze ander vormen van steun indien nodig aan te melden;

        Tijdens de uitvoering van het partnerschap onverwijld alle wijzigingen te melden in hun statuut, toegekende steunmaatregelen en andere componenten die van aard zijn om een impact te hebben op de aan het partnerschap toegekende subsidies of op de uitvoering van het project. 

Voortgangsmeetings

Het partnerschap is als geheel verantwoordelijk voor de opvolging m.b.t. voortgang en uitvoering van het project aan Europa WSE.

De kernpartners leveren alle inbreng in functie van de projectopvolging, zowel binnen het partnerschap als ten aanzien van de toeziende overheid/overheden.  Het partnerschap zorgt voor actieve voorbereiding en deelname aan de driemaandelijkse reviews in functie van rapportage van de leerprocessen.

De bestuursraad is verantwoordelijk voor het wederzijds engagement met de partners. Om dit engagement te waarborgen, bepaalt zij evaluatiecriteria en voert zij metingen uit. Op basis van die criteria evalueert de bestuursraad het partnerschap en de dienstverlening en kan zo, indien nodig, bijsturen op vlak van doelgroep, actoren, netwerk, aanpak, en goed bestuur.

 

Artikel 11

Financiële bepalingen

De (voorlopige) verdeling van de kosten (vraag 12 inhoudelijke projectaanvraag) en financiering wordt opgenomen als bijlage 5 van deze overeenkomst. Deze verdeling wordt jaarlijks aangepast in functie van het gelopen projectjaar en het komende projectjaar en toegevoegd als bijlage 5 aan deze overeenkomst. 

VDAB-steun

In het kader van de projectoproep 64: Lokale partnerschappen voor de duurzame participatie op de arbeidsmarkt van personen met een complexe Multiproblematiek, kent VDAB (partner binnen onderhavige partnerschapsovereenkomst) cofinanciering toe aan de promotor. De verleende steun heeft betrekking op een periode van 6 jaar, te rekenen vanaf 1 januari 2024, behoudens wanneer de uitvoeringstermijn van het partnerschap op een later tijdstip aanvangt, en uiterlijk tot en met 31 december 2029.

De EU WSE-oproep bepaalt op welke manier de verleende steun in overeenstemming is met de staatssteunregels.

De verleende steun is de (financiële) ondersteuning voor de realisatie in voormelde periode van de gesubsidieerde activiteiten zoals vermeld in de EU WSE-oproep, de algemene voorwaarden van Europa WSE die de promotor onderschreef bij indiening van de projectaanvraag en onderhavige partnerschapsovereenkomst. Door de realisatie van deze gesubsidieerde activiteiten wordt bijgedragen tot de doelstellingen zoals vermeld in de EU WSE-oproep. 

De verleende steun (co-financiering) bedraagt maximaal 15% van het totale toegewezen subsidiebudget voor de werking van het partnerschap en bestaat uit twee componenten:

        Overeenkomstig bijlage 5 bij onderhavige partnerschapsovereenkomst, zet VDAB 0,4 vte IDVbemiddelaars en 0,05 vte teamleiders in ter uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten en draagt zij hiervan de kosten.  

        Daarnaast kent VDAB een subsidie toe aan de promotor, het zogenaamde ‘restbedrag’, wat neerkomt op maximaal 15% van het toegewezen subsidiebudget voor de werking van het partnerschap, verminderd met de kosten van voormelde personeelsinzet. De aanvaarde kosten (in het kader van voormelde subsidie) worden bepaald door het inrichtend kader van EU WSE.  VDAB betaalt deze subsidie rechtstreeks aan de penhouder op rekeningnummer BE42 0910 2292 3654. En dit op volgende wijze: 

        Een jaarlijks voorschot van 70% op het ‘restbedrag’. 

        Het resterende gedeelte van dit restbedrag in het jaar volgend op de uitbetaling van het voorschot en in functie van het resultaat van de EU WSE-rapportage, desgevallend met mogelijkheid tot terugvordering. 

De EU WSE-oproep bepaalt de functionele en financiële verantwoording die de promotor moet verschaffen over de aanwending van de subsidie. De controle van de activiteiten wordt uitgevoerd door EU WSE. Op basis van deze controles kan VDAB-steun terugvorderen.

Voorschot

De penhouder verbindt er zich toe om de ontvangen Europa WSE steun (voorschot VCF- en ESFmiddelen) volgens de afgesproken regels zoals vermeld in bijlage 4 aan de overige partners van het partnerschap over te maken. Dit gebeurt zo snel mogelijk en uiterlijk binnen een termijn van 30 dagen na ontvangst van de betalingsautoriteit.

De partners Compaan, Lejo, Fiola en penhouder Welzijnsband hebben medewerkers in dienst voor het lokaal partnerschap. De partners bezorgen per kwartaal een onkostennota aan de penhouder waardoor een voorschot op de personeelskost wordt uitbetaald. Op het einde van elk kalenderjaar volgt een uitbetaling restsaldo voor de loonkost medewerkers volgens de berekeningswijze voorzien door Europa WSE + 15% forfait.

Kosten

De kosten worden opgebouwd door de inzet van projectmedewerkers van de penhouder en partners in het project. Boven op deze loonkosten wordt vanuit Europa WSE een forfait voor alle andere kosten toegekend. Het lokaal partnerschap bepaalt in samenspraak waarvoor het forfait wordt gebruikt. 

Er is een forfait van 40% toegekend door Europa WSE, hiervan wordt 15% voorzien als ‘overhead’ op de personeelskosten van inzet van projectmedewerkers van de penhouder en partners in het project.

Subsidie

De penhouder verbindt er zich toe om de ontvangen Europa WSE steun (subsidie) volgens de afgesproken regels zoals vermeld in bijlage 4 aan de overige partners van het partnerschap over te maken. Dit gebeurt zo snel mogelijk en uiterlijk binnen een termijn van 30 dagen na ontvangst van de betalingsautoriteit.

Indien de subsidies om welke reden ook (korting, kosten hoger dan subsidies, …) ontoereikend zijn om de gemaakte kosten te dekken en alle mogelijkheden uitgeput zijn om middelen te recupereren bij eventueel aansprakelijke partners (zie artikel 10 of derden, dan worden de verkregen subsidies verdeeld a rato van wat de partners in geval van volledige EU WSE betoelaging zouden verkregen hebben, tenzij het partnerschap (de ondersteuningsgroep) anders beslist. 

Afrekening

De afrekening wordt overgemaakt na ontvangst van de Europa WSE steun door de penhouder in naam van en voor rekening van het partnerschap. Het overmaken van de Europa WSE steun gebeurt slechts voor die kosten en uitgaven die overeenstemmen met het budget en het financieringsplan, waarvoor de passende rechtvaardigingsstukken voorliggen én die aanvaard werden door Europa WSE. De partners zijn zelf verantwoordelijk voor de aantoonbaarheid van de ingediende rechtvaardigingsstukken.

Indien een korting niet het gevolg is van nalatigheid of aantoonbare fout zoals opgenomen in artikel 10 wordt de vastgestelde korting doorgerekend aan de betrokken partner. Eventuele extrapolatie wordt a rato verdeeld over alle projectpartners.

Artikel 12

Verwerking van persoonsgegevens

In het licht van het doeleinde van het partnerschap, zoals uiteengezet in artikel 2 van deze Overeenkomst, worden persoonsgegevens van betrokkenen verwerkt.   

Een joint controller overeenkomst werkt de rollen, verantwoordelijkheden, rechten en verplichtingen van de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken uit en maakt integraal deel uit van deze Overeenkomst (zie Bijlage 7). 

Artikel 13

Duur

De overeenkomst treedt in werking op 01/01/2024 en zal gelden voor de duur van het ESF-project LP Meetjesland met begindatum 01/01/2024 en de einddatum 31 december 2029. 

Artikel 14

Controle en opvolging

De inhoudelijke evaluatie en kwaliteitscontrole vinden plaats binnen het project conform de oproep. 

Artikel 15

Wijzigingen, beëindiging

Deze overeenkomst kan slechts worden gewijzigd of aangepast met een schriftelijk en door alle partijen ondertekend addendum aan de overeenkomst. 

Wijzigingen aan deze partnerschapsovereenkomst worden voorbereid door de ondersteuningsgroep en goedgekeurd door alle partners en penhouder van het partnerschap.

Artikel 16

Diversen

Partijen erkennen het intuitu personae-karakter van deze overeenkomst. Zij kunnen hun rechten en plichten op grond van deze overeenkomst dan ook niet, geheel of gedeeltelijk, overdragen aan derden zonder het uitdrukkelijk voorafgaand akkoord van alle andere partijen.

Geen enkele partij bij deze overeenkomst kan geacht worden afstand te hebben gedaan van een recht of aanspraak uit de overeenkomst of betreffende een wanprestatie van de andere partijen, tenzij deze afstand schriftelijk is meegedeeld.

Indien zou worden geoordeeld dat een krachtens de overeenkomst aangegane verbintenis geheel of ten dele ongeldig, nietig of niet-afdwingbaar is, zal dat geen invloed hebben op de andere clausules of bepalingen van de overeenkomst. In voorkomend geval zullen partijen besprekingen met elkaar aanknopen om de ongeldige, nietige of niet afdwingbare verbintenis zowel qua inhoud als qua bedoeling te vervangen door een wettige, geldige en afdwingbare verbintenis.

De partnerschapsovereenkomst wordt beheerst door het Belgisch recht, inbegrepen van de relevante Europese wetgeving en reglementering. Alle geschillen in verband met de uitvoering van de partnerschapsovereenkomst worden beslecht door de bevoegde rechtbanken te Gent.

Aldus opgesteld in Eeklo op 30/06/2024 waarvan elk van de partijen erkent één exemplaar te hebben ontvangen.

Volgende handtekeningen:

 

Naam van de organisatie:  Compaan - Job & Co vzw

Naam van de ondertekenaar   

 

 

Naam van de organisatie:  Lejo vzw

Naam van de ondertekenaar   

 

 

Naam van de organisatie:

Fiola vzw

Naam van de ondertekenaar

 

 

 

Naam van de organisatie:

VDAB

Naam van de ondertekenaar

 

 

 

Naam van de organisatie:

Welzijnsband Meetjesland vzw

Naam van de ondertekenaar

 

 

Isabel Pauwels

Naam van de organisatie:

Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw

Naam van de ondertekenaar

 

 

 

Naam van de organisatie:

OCMW Aalter

Naam van de ondertekenaar

 

 

 

Naam van de organisatie:

OCMW Assenede

Naam van de ondertekenaar

 

 

 

Naam van de organisatie:

OCMW Eeklo

Naam van de ondertekenaar

 

 

 

Naam van de organisatie:

OCMW Evergem

Naam van de ondertekenaar

 

 

 

Naam van de organisatie:

OCMW Kaprijke

Naam van de ondertekenaar

 

 

 

Naam van de organisatie:

OCMW Lievegem

Naam van de ondertekenaar

 

 

 

Naam van de organisatie:

OCMW Maldegem

Naam van de ondertekenaar

 

 

 

Naam van de organisatie:

OCMW Sint-Laureins

Naam van de ondertekenaar

 

 

 

Naam van de organisatie:

OCMW Wachtebeke

Naam van de ondertekenaar

 

 

 

Naam van de organisatie:

OCMW Zelzate

Naam van de ondertekenaar

 

 

 


 

 

 

Partnerschapsovereenkomst   

 

BIJLAGEN 

BIJLAGE 1: Algemene voorwaarden

BIJLAGE 2: Kwaliteitskader

BIJLAGE 3: Call for intrest

BIJLAGE 4: Oproep ‘Lokale Partnerschappen voor de duurzame participatie op de arbeidsmarkt van personen met een complexe multiproblematiek’ van Europa WSE

BIJLAGE 5: Begroting project lokale partnerschap Meetjesland

BIJLAGE 6: Projectaanvraag lokale partnerschap Meetjesland voor de duurzame participatie op de arbeidsmarkt van personen met een complexe problematiek

BIJLAGE 7: Joint Controller Overeenkomst

 

 

 

////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

24

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2024
Overzicht punten

 

Zitting van 26 09 2024

 

OPENBARE ZITTING

 

 

8.   REGLEMENT LUIERBANK MALDEGEM - VASTSTELLEN

 

Juridische gronden

           Artikel 1 van de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, dat bepaalt dat elke persoon recht heeft op maatschappelijke dienstverlening Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid;

           De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

           Artikel 2, §1 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (DLB) dat bepaalt dat de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn beogen om op het lokale niveau duurzaam bij te dragen aan het welzijn van de burgers en een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige uitoefening van hun bevoegdheden verzekeren;

           Artikel 28 §1 juncto artikel 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB) bepaalt dat de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn openbaar zijn.

           Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.

           De beslissing van het vast bureau op 5 december 2023 om een luierbank op te starten in Maldegem.

 

Feiten

           Op het vast bureau van 5 december 2023 is het idee goedgekeurd om een luierbank in Maldegem op te starten.

           Gezinnen in een kwetsbare positie kunnen gratis beroep doen op de luierbank. Na een gesprek met Huis van het Kind kunnen zij ter ondersteuning van de zorg van hun kind maandelijks een pakket luiers komen ophalen, na afspraak. De luiers worden ingezameld via tonnen in openbare gebouwen, waarin ouders hun luieroverschotten kunnen doneren. Huis van het Kind maakt hier pakketten van om te verdelen over de aangemelde gezinnen. De tonnen wisselen om de twee maanden van locatie om zo een breed publiek aan te spreken.

 

Argumentatie

           Er is contact gelegd met andere gemeenten, onder andere Aalter, om zicht te krijgen op de werking van de luierbank.

           Om een vlotte gang van zaken te bevorderen is een reglement opgesteld voor 'Luierbank Maldegem'.

           Als Huis van het Kind willen we elk kind van een droge luier voorzien. Door de luierbank geven we gezinnen een ondersteuning in de aankoop van luiers.

Tussenkomst raadsleden

        door schepen Valerie Taeldeman (CD&V)

        door raadslid Wim Swyngedouw (Open Vld)

 

Besluit

 

25 stemmen voor: Marten De Jaeger, Koenraad De Ceuninck, Peter T. Van Hecke, Stefaan Standaert, Annelies Lammertyn, Nicole Maenhout, Danny Vannevel, Valerie Taeldeman, Anneke Gobeyn, Jason Van Landschoot, Peter E. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Henk Deprest, Christine Verplaetse, Timothy De Groote, Jan De Metsenaere, Hilde Versluys, Stefaan Heyndrikx, Cindy De Baets, Ineke Hebbrecht, Cedric De Smet en Evelien Van De Putte

 

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn stelt het reglement van de Luierbank vast als volgt:

 

 

Reglement Luierbank Maldegem

Artikel 1: doelgroep

De luierbank dient ter ondersteuning van elk kwetsbaar gezin. 

Voorwaarden om beroep te mogen doen op de luierbank:

        Gedomicilieerd in Maldegem

        Voor kinderen van 0 tot 6 jaar

        Doorverwezen door een partner (zie art. 2)

 

Artikel 2: partners

Een partner is een professionele hulp- en/of zorgverlener die in aanraking komt met gezinnen met jonge kinderen op de werkvloer. Een partner blijft beschikbaar als contactpersoon tussen het gezin en Huis van het Kind. Via de partners kunnen de luierpakketjes bezorgd worden aan het gezin.

Als professionele hulp- en/of zorgverlener kan je via een e-mail (huisvanhetkind@maldegem.be) gezinnen doorverwijzen.

Voorwaarden om partner te zijn:

        De hulpverlening is gevestigd in Maldegem

        Scholen uit Maldegem

        Verantwoordelijke van opvanginitiatieven uit Maldegem

        Sociale dienst Maldegem

        Sociaal Huis Maldegem

 

Artikel 3: aanvragen

Partners kunnen aanvragen van ouders doorsturen naar Huisvanhetkind@maldegem.be met volgende gegevens: naam, voornaam, woonplaats, gsmnummer en/of e-mailadres.  Een medewerker van Huis van het Kind neemt contact op met het gezin.

 

Artikel 4: luierkaart

Elk aangemeld gezin wordt gecontacteerd door Huis van het Kind. Na een intake gesprek ontvangt het gezin een luierkaart. Deze dient om de maandelijkse afhaling op aan te duiden.

De kaart moet elke 6 maanden vernieuwd worden bij Huis van het Kind Maldegem na een opvolggesprek. Op de luierkaart staan volgende gegevens: naam van het kind en geboortedatum.

 

Artikel 5: afhalen

Na het intake gesprek en het ontvangen van de luierkaart kan het gezin de luierpakketten komen ophalen. Dit kan na afspraak bij Huis van het Kind of het pakket kan via een partner bezorgd worden. Na aftekenen van de luierkaart krijgt men het voorziene pakket mee. 

 

Artikel 6: luiers

Alle luiers worden ingezameld via luierinzamelpunten. De luierton zamelt luiers in van maat 0 tot en met maat 6.

Voorwaarden om luiers te doneren:

        Ongebruikte luiers

        Onbeschadigde en niet vervuilde luiers

 

Artikel 7: luierinzamelpunten

De inzameltonnen zijn steeds in openbare gebouwen beschikbaar ter donatie. De tonnen worden tweemaandelijks verplaatst van locatie. De nieuwe locaties worden steeds via de facebookgroep van Huis van het Kind gedeeld. Deze zijn terug te vinden op de website van Huis van het Kind Maldegem. Huis van het kind Maldegem is een permanent inzamelpunt.

 

Artikel 8: pakketjes

De luiers worden gebundeld in pakketten:

        Maat 0-2: 40 luiers per pakket*

        Maat 3-6: 30 luiers per pakket*

 

* Afhankelijk van het aanbod en de vraag kunnen de hoeveelheden aangepast worden per pakket. De luierbank wordt gezien ter ondersteuning van het luiergebruik, niet ter vervanging van de volledige luieraankoop die nodig is voor het kind.

 

Artikel 9: donaties

Burgers of verenigingen die geen luiers doneren maar wel willen sponseren, kunnen storten op de luierrekening: BE52 0910 2173 5709 met de vermelding van ‘Luierbank Maldegem’. Hiermee worden de ontbrekende maten gekocht en aangevuld waar nodig.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2024
Overzicht punten

 

Zitting van 26 09 2024

 

OPENBARE ZITTING

 

 

9.   VRAGEN VAN RAADSLEDEN

 

Juridische gronden

        Artikel 21 juncto artikel 74 Decreet Lokaal Bestuur:
Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk 5 dagen voor de vergadering punten aan de agenda toevoegen.  Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad.

        Artikel 38, 5°juncto 74 Decreet Lokaal Bestuur:
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:
5° de voorwaarden waaronder de gemeenteraadsleden hun recht uitoefenen om aan de voorzitter en de leden van het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.

        Artikel 278 §1 Decreet Lokaal Bestuur:
De notulen van de vergaderingen van raad voor maatschappelijk welzijn vermelden ... alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat is gegeven aan de punten waarover de raad voor maatschappelijk welzijn geen beslissing heeft genomen.

        Artikel 7 van het Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en de OCMW-raad, vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 25 september 2019, waarin de voorwaarden waaronder de raadsleden hun recht uitoefenen om aan de voorzitter en de leden van het vast bureau vragen te stellen, zijn opgenomen.

 

Feiten

        Door de raadsleden werden geen vragen aan de leden van het vast bureau ingediend.

 

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2024
Disclaimer