Notulen gemeenteraad van 30 01 2019

Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

NOTULEN VAN DE GEMEENTERAADSZITTING VAN 20 DECEMBER 2018: GOEDKEURING

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

          Artikel 28, §1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat over dit punt in openbare zitting wordt vergaderd.

          Artikel 32 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat behalve in spoedeisende gevallen de notulen van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking worden gesteld van de gemeenteraadsleden en dat het huishoudelijk reglement de wijze bepaalt waarop de notulen ter beschikking worden gesteld.

Dat verder bepaalt dat elk gemeenteraadslid het recht heeft om tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast en dat ook nog verduidelijkt dat als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering, de notulen als goedgekeurd beschouwd worden.

          Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

 

Feiten

          De notulen werden ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraad.

          Er werden geen opmerkingen gemaakt en een aangepaste versie werd aan de raadsleden ter beschikking gesteld.

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de notulen van de zitting van de gemeenteraad van 18 december 2018 goed.

 

Artikel 2:

De voorzitter en de algemeen directeur worden gemandateerd om de notulen na deze goedkeuring te ondertekenen.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

NOTULEN VAN DE INSTALLATIEVERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 7 JANUARI 2019: GOEDKEURING

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

          Artikel 28, §1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat over dit punt in openbare zitting wordt vergaderd.

          Artikel 32 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat behalve in spoedeisende gevallen de notulen van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking worden gesteld van de gemeenteraadsleden en dat het huishoudelijk reglement de wijze bepaalt waarop de notulen ter beschikking worden gesteld.

Dat verder bepaalt dat elk gemeenteraadslid het recht heeft om tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast en dat ook nog verduidelijkt dat als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering, de notulen als goedgekeurd beschouwd worden.

          Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017  waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

 

Feiten

          De notulen werden ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraad.

          Er werden geen opmerkingen gemaakt en een aangepaste versie werd aan de raadsleden ter beschikking gesteld.

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het verslag van de zitting van de installatievergadering van de gemeenteraad op 7 januari 2019 goed.

 

Artikel 2:

De voorzitter en de algemeen directeur worden gemandateerd om de notulen na deze goedkeuring te ondertekenen.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

TOESPRAKEN DOOR DE FRACTIELEIDER: KENNISNEMING

Juridische gronden

          Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

          Artikel 36 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 betreffende de fractievorming.

          Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

          De notulen van de installatievergadering van 7 januari 2019 waaruit blijkt dat de gemeenteraad volgende fracties vaststelde:

          De Open Vld-fractie met dhr. Kiran Van Landschoot als fractieleider;

          De CD&V-fractie met dhr. Marten De Jaeger als fractieleider;

          De N-VA-fractie met mevr. Katleen De Kesel als fractieleider;

          De Merlaan-fractie met dhr. Geert De roo als fractieleider;

          De Groen-fractie met dhr. Stefaan Standaert als fractieleider;

          De VLAAMS BELANG-fractie als éénmansfractie.

 

Argumentatie

          Het lijkt aangewezen bij het begin van de legislatuur aan de fractieleiders van de minderheid de kans te bieden een toespraak te houden in de gemeenteraadszitting.

 

Tussenkomst raadsleden

          fractieleider CD&V Marten De Jaeger,

          fractieleider VLAAMS BELANG Timothy De Groote,

          raadslid Dino Lateste die kort het woord neemt namens de Groen-fractie en meedeelt dat de toespraak van de fractieleider tijdens de volgende zitting zal gehouden worden.

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de toespraken van volgende fractieleiders:

          dhr. Marten De Jaeger als fractieleider van CD&V,

          dhr. Timothy De Groote als fractieleider van VLAAMS BELANG.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

GELDIGHEIDSDUUR OF UITVOERINGSTIJD VAN HET GEMEENTERAADSADVIES VOOR DE PLAATSING EN HET GEBRUIK VAN 'VERPLAATSBARE' TIJDELIJKE VASTE CAMERA'S OP OPENBAAR DOMEIN

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

Juridische gronden

            Het Europees verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en fundamentele vrijheden

            Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming (AVG of GDPR) (in voege vanaf 25 mei 2018).

            De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

            Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

            Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

            Artikel 40 § 3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt.

            Artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat volgende bevoegdheden niet aan het college van burgemeester en schepenen kunnen worden toevertrouwd:

2° het vaststellen van gemeentelijke reglementen en het bepalen van straffen en administratieve sancties op de overtreding van die reglementen

            De wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte de verwerking van persoonsgegevens (Privacywet)

            Artikel 5§2 van de wet van 1 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's, zoals gewijzigd

            De wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's, gewijzigd door de wet van 21 maart 2018, art. 5, §2

            Wet tot wijziging van de wet op het politieambt om het gebruik van camera’s door de politiediensten te regelen, en tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s, van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid (in voege vanaf 25 mei 2018)

            Het KB van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt, zoals gewijzigd door het KB van 21 augustus 2009

            Het KB van 8 mei 2018 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's en betreffende het register van de beeldverwerkingsactiviteiten van bewakingscamera's. (in voege vanaf 25 mei 2018).

            Het KB van 28 mei 2018 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt;

            De Ministeriële omzendbrief van 10 december 2009 betreffende de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's zoals gewijzigd door de omzendbrief van 13 mei 2011.

            De beslissing van de gemeenteraad van 28 juni 2018 betreffende het gebruik van een tijdelijke vaste camera op een niet-besloten plaats inzake preventie en handhaving van sluikstort en zwerfvuil.

 

Feiten

            Art. 69. van de wet van 21 maart 2018 tot wijziging van de wet op het politieambt om het gebruik van camera's door de politiediensten te regelen, en tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's, van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid stelt dat :

" De gemeenteraad verstrekt zijn advies na voorafgaandelijk de korpschef van de politiezone waar de plaats zich bevindt, te hebben geraadpleegd, en bepaalt de geldigheidsduur van dit advies. De verantwoordelijke voor de verwerking kan een met redenen omkleed verzoek indienen met het oog op de hernieuwing van het positief advies bij het verstrijken van de geldigheidsduur ervan."

            Er werd nog geen geldigheidsduur bepaald bij de beslissing van de gemeenteraad van 28 juni 2018. Het opnemen van een geldigheidsduur is, zoals hierboven omschreven, wel wettelijk verplicht.

 

Advies

Zowel IVM als de dienst veiligheid van de gemeente adviseren om als geldigheidstermijn 31/12/2025 te nemen. Deze termijn komt overeen met één legislatuur wat ervoor zorgt dat de beslissing niet elk jaar dient hernieuwd te worden.

 

Tussenkomst raadsleden

             Raadslid Dino Lateste (Groen) licht toe dat Groen niet warm loopt voor het plaatsen van camera's overal, maar dat ze zich kunnen vinden in het voorstel betreffende de plaatsing van deze camera's in dit specifieke geval.  Groen vindt het wel lang om onmiddellijk te beslissen voor 6 jaar en vraagt om te evalueren na 2 jaar of 2 keer per legislatuur.

          Voorzitter Peter Van Hecke (N-VA) gaat akkoord met het voorstel en vraagt de stemming.

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist dat de uitvoeringstijd voor de plaatsing en het gebruik van tijdelijke vaste bewakingscamera's of verplaatsbare vaste camera's wordt beperkt tot 31 december 2025.

 

Artikel 2:

De raad beslist dat na twee jaar en twee keer in deze legislatuur een evaluatie dient te gebeuren.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

LOKALE POLITIE - AKTENAME BESLUIT VAN DE BURGEMEESTER:

BASISPROTOCOLAKKOORD VAN INTERZONALE SAMENWERKING TUSSEN DE PZ GENT EN DE PZ MALDEGEM (INZET VEILIGHEIDSCONSULENT)

Juridische gronden

          Artikel 28 §1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat de vergaderingen van de gemeenteraad openbaar zijn.

          Artikel 40 §1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat, onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden van gemeentelijk belang.

          Titel II, hoofdstuk IV, afdeling 5, Art 63,64 en 65 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;

          Artikelen 8 en 9 van de Wet betreffende het politionele informatiebeheer en tot wijziging van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en het Wetboek van strafvordering, B.S. 28 maart 2014;

          Het Koninklijk Besluit van 6 december 2015 betreffende de consulenten voor de veiligheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het platform voor de veiligheid en de bescherming van de gegevens, B.S. 28 december 2015;

          Artikel 44/3 Wet van 5 augustus 1992, Wet op het politieambt, B.S. 22 december 1992 dat voorziet dat de consulent voor de veiligheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zijn functies kan uitoefenen voor verschillende lokale politiezones;

          Artikel 7/1, 1° van de Wet op het Politieambt die in het bijzonder het gezamenlijk optreden van verschillende korpsen van lokale politie definieert;

          De ministeriële omzendbrief PLP27 van 4 november 2002 inzake de intensifiëring en bevordering van de interzonale samenwerking, B.S. 4 december 2002;

          Burgemeesterbesluit dd. 27 februari 2017 inzake het basisprotocolakkoord van interzonale samenwerking tussen de PZ Gent en de PZ Maldegem (inzet veiligheidsconsullent)

 

Feiten

          In het kader van de uitvoering van de wet betreffende het politionele informatiebeheer was de politiezone verplicht om een autonome (externe) veiligheidsconsulent aan te stellen;

          De PZ Maldegem maakt gebruik van een medewerker van de PZ Gent (functionaris voor gegevensbescherming);

          De functionaris voor gegevensbescherming vervult in het bijzonder oa. de volgende opdrachten:

1)      de verwerkingsverantwoordelijke en de werknemers die de verwerking verrichten informeren en adviseren over hun verplichtingen met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens;

2)      toezien op de naleving van de regelgeving en de interne regels van de verwerkingsverantwoordelijke met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens, met inbegrip van de toewijzing van verantwoordelijkheden, de bewustmaking en de opleiding van het bij de verwerking betrokken personeel en de betreffende audits;

3)      desgevraagd advies verstrekken met betrekking tot de gegevensbeschermingseffect-beoordeling en toezien op de uitvoering daarvan in overeenstemming met artikel 58;

4)      met de bevoegde toezichthoudende autoriteit samenwerken;

5)      optreden als contactpunt voor de bevoegde toezichthoudende autoriteit inzake met de verwerking verband houdende aangelegenheden, met inbegrip van de in artikel 59 bedoelde voorafgaande raadpleging, en, in voorkomend geval, overleg plegen over enige andere aangelegenheid.

6)      Het bestuderen en analyseren van de betrokken wetgeving en opvolgen van de rechtspraak en rechtsleer met het oog op de correctere toepassing van het wetgevend kader inzake het politioneel informatiebeheer;

7)      Het opstellen, het toepassen, het bijwerken en het controleren van een beleid inzake de beveiliging en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

8)      Andere opdrachten uitvoeren inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de beveiliging die door de korpschef worden toevertrouwd;

9)      Beheren van documentatie die nodig is voor de informatieveiligheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

10)  Bevorderen van risico-evaluatieactiviteiten op het gebied van informatieveiligheid;

11)  Fungeren als contactpersoon voor de uitoefening van de rechten van het individu ten aanzien van de controleoverheden.

          De kostprijs bedraagt een forfait van € 4.000 voor het jaar 2019.  Indien er in de volgende jaren een aanpassing van het bedrag genoodzaakt is, zal dit tijdig worden gecommuniceerd met de betrokken politiezones.

 

Tussenkomst raadsleden

          Burgemeester Bart Van Hulle licht de voorgestelde wijziging ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel toe.

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van het besluit van de burgemeester van 20 december 2018 betreffende de basisprotocolakkoord van interzonale samenwerking tussen de PZ Gent en de PZ Maldegem (inzet veiligheidsconsulent).

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

WIJZIGING EINDDATUM OVEREENKOMST GEMEENTEBESTUUR MET SCHOOLCOMITÉ VOOR HERAANLEG PLEIN EN ZIJMUUR SPORTHAL KLEIT

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

Juridische gronden

            De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

            Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 2005 waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

            Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

            Artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat volgende bevoegdheden niet aan het college van burgemeester en schepenen kunnen worden toevertrouwd:

            11° het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen

            De wet van 17 juni 2016 betreffende overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en meer bepaald artikel 42, §1 1° a.

            De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten

            Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende de overheidsopdrachten.

            Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen.

            De beslissing van de gemeenteraad van 26 april 2018.

            De goedkeuring van de overeenkomst in de gemeenteraad van 28 juni 2018.

 

Feiten

            De bestaande overeenkomst met de school voor de heraanleg plein tussen sporthal De Berken en VBS De Kleiheuvel en vernieuwen gevelbekleding sporthal werd op heden nog niet uitgevoerd. De school heeft vorige zomer nagelaten om opdracht te geven aan haar aannemer. Er werd ook gewacht op toezegging van bijkomende middelen van de zusterorde.

            De aannemer van zijn kant wilde alle werken in één keer afwerken.

            Er zijn nieuwe offertes gevraagd aan de aannemer voor diverse aspecten van de opdracht. Daartoe heeft de architect maar laat de meetstaten opgemaakt (28 november), waardoor de aannemer pas later kon onderhandelen met onderaannemers en later dan vooropgesteld offertes heeft kunnen afleveren (10 december). Daardoor zullen de werken niet op de vooropgestelde datum (5 januari 2019) kunnen gestart worden.

 

Argumentatie

            De einddatum van 9 maart 2019, zoals bepaald in art 4 van de overeenkomst is hierdoor achterhaald.

            Voorgesteld wordt om de datum in de overeenkomst aan te passen naar 31 augustus 2019 en de overeenkomst opnieuw te laten ondertekenen.

 

Financiële weerslag

          Geen. Het vooropgestelde budget in de overeenkomst (244 000 euro) blijft ongewijzigd.

 

Tussenkomst raadsleden

             raadslid Valerie Taeldeman (CD&V)

             antwoord door schepen Nicole Maenhout (N-VA)

             raadslid Dino Lateste (Groen)

          antwoord door schepen Jason Van Landschoot (Open Vld)

 

Artikel 1:

De gemeenteraad besluit om de einddatum uit art 4 van de overeenkomst voor uitvoering van werken aan het terrein en de gebouwen van SCC De Berken en het terrein van VBS De Kleiheuvel met gemeentelijke investeringstoelage door vzw Schoolcomité Adegem-Kleit te wijzigen naar 31 augustus 2019 ipv 9 maart 2019.

De gewijzigde overeenkomst wordt aldus vastgesteld als volgt:

 

Overeenkomst voor uitvoering van werken aan het terrein en de gebouwen van SCC De Berken en het terrein van VBS De Kleiheuvel met gemeentelijke investeringstoelage door vzw Schoolcomité Adegem-Kleit

 

Overeenkomst tussen volgende partijen :

Gemeentebestuur Maldegem Marktstraat 7 9990 Maldegem, vertegenwoordigd door Burgemeester Bart Van Hulle en algemeen directeur Tijs Van Vynckt enerzijds

en

Vzw Schoolcomité Adegem en Kleit pa Adegem-Dorp 16a 9991 Adegem, vertegenwoordigd door haar voorzitter Veronique Gantois anderzijds.

 

Voorwerp van de overeenkomst

Resultaatsverbintenis voor vernieuwings-en renovatiewerken aan het terrein palend aan gedeeltelijk VBS De Kleiheuvel en gedeeltelijk de gebouwen en terreinen van SCC De Berken, gelegen Kleitkalseide  107 + 109  9990 Maldegem, volgens bijgevoegd plan.

Dit omvat :

-vernieuwen van gevelbekledingen van de sportzaal aan de kant van het plein/de school

-Aanleggen van een nieuwe pleininrichting

 

Tussen boven vernoemde partijen wordt overeengekomen :

 

1/ Het Gemeentebestuur van Maldegem engageert zich in een financiële tussenkomst in bovenomschreven project onder de vorm van een investeringstoelage , te betalen (ten laatste een week voor vervaldatum) op basis van de haar voorgelegde en goedgekeurde vorderingsstaten. De kredieten hiertoe zijn vastgelegd in budget 2018 – actie 1-03-03-06 0740-06 664000 voor een totaalbedrag van 244 000 euro. Het bedrag van de financiële tussenkomst kan enkel worden opgetrokken in de mate het budget daartoe wordt opgetrokken middels een budgetwijziging van gemeente Maldegem.

2/ Het schoolbestuur van VBS De Kleiheuvel zal optreden als bouwheer in boven omschreven project. Het gemeentebestuur van Maldegem verleent toestemming aan de school om de volgens plan omschreven werken uit te voeren ook op de gedeelten ( SCC de Berken) die eigendom zijn van de gemeente Maldegem, zonder dat hierdoor een recht van opstal ontstaat in hoofde van de school.

3/ Het schoolbestuur van VBS De Kleiheuvel engageert zich wel om financieel binnen het bedrag van de gemeentelijke toelage te blijven bij de realisatie van boven omschreven project. Dit, in samenspraak met de aangestelde architect. Maar het schoolbestuur is gevrijwaard van enige financiële aansprakelijkheid.

4/ Het schoolbestuur van VBS De Kleiheuvel engageert zich om boven omschreven project  te realiseren tegen uiterlijk 31 augustus 2019. De school zal boven vernoemde timing en budgetbegrenzing expliciet stipuleren in haar overeenkomst die ze als bouwheer aangaat met de aannemer die de opdracht toegewezen krijgt.

Om die reden zal ook een vertegenwoordiger van het gemeentebestuur aanwezig zijn op de periodieke werfvergaderingen.

5/Beide partijen van deze overeenkomst zullen elkaar onverwijld en schriftelijk op de hoogte stellen van elk feit dat invloed heeft op  de realisatie, timing of budget van het boven omschreven project.

6/ Indien bij de realisatie van het boven omschreven project fouten worden gemaakt in hoofde van anderen, zal het gemeentebestuur Maldegem de school vrijwaren van procedures en zal zij zelf rechtstreeks in rechte treden ten overstaande van  andere partijen en derden betrokken bij het project.

 

Opgemaakt te Maldegem op  1 februari 2019 in twee exemplaren, waarvan elk van de partijen verklaart er één ontvangen te hebben.

Namens het gemeentebestuur Maldegem

Tijs Van VyncktBart Van Hulle

Namens het Vzw Schoolcomité Adegem en Kleit

Veronique Gantois

 

Artikel 2:

De in die zin gewijzigde overeenkomst zal daarom opnieuw worden ondertekend. Namens het gemeentebestuur zullen de burgemeester en de algemeen directeur tekenen.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

OPRICHTING GEMEENTELIJKE EN INTERGEMEENTELIJKE BEGELEIDINGSCOMMISSIE

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

Juridische gronden

          Gelet op de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988

          Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005

          Het decreet van 20 maart 2009 betreffende het mobiliteitsbeleid, artikel 26/1 tot en met 26/5, artikel 26/8 en 26/9, ingevoegd bij het decreet van 10 februari 2012;

          Het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking van het mobiliteitsbeleid, artikel 2 tot en met 17, en artikel 28 tot en met 33

          Overwegende dat artikel 26/1 van het Decreet bepaalt dat elke gemeente een Gemeentelijke Begeleidingscommissie (afgekort 'GBC') zal oprichten en ook de minimale samenstelling van de GBC vastlegt.

          Overwegende dat artikel 2 tot en met 5 van het Besluit nadere regels bevat omtrent de aanwijziging van de vaste, de variabele en de adviserende leden.

          Overwegende dat het overeenkomstig artikel 5 van het Besluit aan de gemeente toekomt adviserende leden van de GBC te wijzigen.

          Overwegende dat artikel 26/1 van het Decreet bepaalt dat de gemeenteraad in het kader van participatie kan beslissen de vergaderingen van de GBC open te stellen voor vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en de bevolking.

          Overwegende dat het volgens artikel 26/2 van het Decreet in sommige gevallen zinvol en noodzakelijk kan zijn de werkzaamheden van de GBC of deelaspecten ervan te bundelen op  bovengemeentelijk vlak. Deze beslissing komt volgens artikel 9, §1, tweede lid van het besluit toe aan het College van Burgemeester en Schepenen.

          Overwegende de nota aan het schepencollege van 22 januari 2019 houdende de oprichting van de gemeentelijke en intergemeentelijke begeleidingscommissie.

 

Feiten

          Naar aanleiding van de start van de nieuwe legislatuur dient een nieuwe gemeentelijke begeleidingscommissie (GBC) te worden aangesteld. De GBC is een multidisciplinair en beleidsdomeinoverschrijdend overlegforum, waarin de betrokken partners gezamenlijk mobiliteitsknelpunten onderzoeken en voorstellen tot oplossingen uitwerken.

 

          Het decreet van 20 maart 2009 betreffende het mobiliteitsbeleid (hierna 'het Decreet' te noemen) voorziet in de oprichting per gemeente van een GBC als multidisciplinair en beleidsdomeinoverschrijdend overlegforum om te komen tot een multimodale aanpak van de mobiliteitsproblemen. Artikel 8 van het besluit van de Vlaamse regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking voor het mobiliteitsbeleid (hierna het 'Besluit' te noemen) bepaalt dat de GBC over een huishoudelijk reglement (zie bijlage) moet beschikken. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de Intergemeentelijke Begeleidinscommissie (IGBC). Het Besluit bepaalt de minimuminhoud van dit reglement en stelt dat de minister het model van huishoudelijk reglement moet bepalen waarin de minimumbepalingen zijn vastgesteld.

 

          Verantwoordelijkheid van de (I)GBC in het plan- en ontwerpproces

Zoals eerder in deze nota vermeld, is de (I)GBC een multidisciplinair en beleidsdomeinoverschrijdend overlegforum waarin de betrokken partners samen mobiliteitsknelpunten en voorstellen tot oplossingen uitwerken. De (I)GBC is verantwoordelijk voor:

          De voorbereiding, de opmaak, de opvolging, de evaluatie en, in voorkomend geval, de herziening van het gemeentelijk mobiliteitsplan.

          De begeleiding van de voorbereiding, de opmaak, de opvolging en de evaluatie van projecten die aansluiten bij het duurzame lokale mobiliteitsbeleid, meer bepaald op (een geheel van) maatregelen met betrekking tot de ondersteuning van andere strategische plannen, de verbetering van bestaande infrastructuur, de aanleg van nieuwe infrastructuur, de uitbouw van een kwaliteitsvol openbaar vervoer en op andere maatregelen die bijdragen tot duurzame mobiliteit.

 

          Oprichting en samenstelling (I)GBC

Oprichting GBC

De GBC wordt opgericht bij besluit van de gemeenteraad (zie ontwerpreglement in de bijlage). Het gemeenteraadsbesluit geeft onder andere aan hoe de GBC wordt samengesteld, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het Decreet en het Besluit.

 

Oprichting van de IGBC

Als de reikwijdte van een plan of project verschillende gemeenten betreft, kunnen de werkzaamheden of deelaspecten van GBC's worden gebundeld in een gezamenlijk bovenlokaal overlegplatform: de intergemeentelijke GBC, afgekort IGBC. De IGBC neemt voor het specifiek plan of project de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende GBC's over. Het voorstel om een IGBC op te richten gaat uit van de initiatiefnemer van het plan of project. Het inschakelen van de GBC in het intergemeentelijk forum IGBC gebeurt bij besluit van het college van burgemeester en schepenen van de betrokken gemeenten. Om een efficiënt overleg te garanderen, wordt de IGBC samengesteld uit een delegatie van de betrokken GBC's. Het besluit van het college van burgemeester en schepenen geeft aan welke leden van de GBC voor de betrokken gemeente moeten worden uitgenodigd op de vergadering van de IGBC, naast de vaste en noodzakelijke variabele leden. Tenzij het uitdrukkelijk aangegeven is, zijn de regels in dit huishoudelijk reglement van overeenkomstig toepassing op de IGBC.

 

Aanwijzing van de vaste leden

De vaste leden van de GBC vormen de vaste kern van de (I)GBC in haar minimale samenstelling:

1)      De initiatiefnemer van het plan of het project, tenzij deze al aanwezig is in een andere hoedanigheid hieronder vermeld;

2)      Een vertegenwoordiger van de gemeente;

3)      Een vertegenwoordiger van de afdeling Beleid van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken;

4)      Een vertegenwoordiger van de Vlaamse Vervoersmaatschappij - De Lijn;

5)      Een vertegenwoordiger van de betrokken wegbeheerder(s).

 

Als de initiatiefnemer of de wegbeheerder samenvalt met een van de andere vermelde vaste leden, wordt die voor het bepalen van het quorum en de vaststelling van de consensus als één lid beschouwd. Elk vast lid wijst zelf zijn vertegenwoordigers aan. Volgens de noodzakelijkheden van het dossier kan hij een of meer vertegenwoordigers afvaardigen naar de vergaderingen (I)GBC. Het quorum om te beraadslagen en de consensus vast te stellen, wordt bepaald ongeacht het aantal vertegenwoordigers dat aanwezig is voor het vaste lid.

 

 

Aanwijzing van de variabele leden:

Vertegenwoordigers van andere besturen en administraties kunnen als variabel lid aan de (I)GBC worden toegevoegd. Een belangrijke afweging bij de aanwijzing van die variabele leden is of het lid in de toekomst voor het project in kwestie optreedt als adviesverlenende of vergunningsverlenende instantie in kader van een vergunning die vereist is voor dat project.

 

De volgende vertegenwoordigers zijn van rechtswege variabel lid van de (I)GBC:

1)      Een vertegenwoordiger van het departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed;

2)      Een vertegenwoordiger van de provincie.

 

Bij de opmaak of herziening van een gemeentelijk mobiliteitsplan wordt een vertegenwoordiger van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie uitgenodigd om als variabel lid deel uit te maken van de (I)GBC.

Als voor de uitvoering van een project een stedenbouwkundige vergunning is vereist, worden vertegenwoordigers van diensten die advies zullen verlenen over de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning voor de uitvoering van het project in kwestie, uitgenodigd om als variabel lid deel uit te maken aan de (I)GBC.

In de volgende gevallen wordt naargelang het geval een vertegenwoordiger van NMBS holding, de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen of Infrabel uitgenodigd om als variabel lid deel uit te maken van de GBC:

          Bij de begeleiding van de voorbereiding en de opmaak van een openbaar vervoerproject;

          Bij de begeleiding van de voorbereiding en de opmaak van doorstromingsmaatregelen voor het geregeld vervoer;

          Bij de begeleiding van de voorbereiding en de opmaak van projecten voor de herinrichting van stationsomgevingen;

          Bij de begeleiding van de voorbereiding en de opmaak van projecten die liggen in de nabijheid van spoorinfrastructuur voor treinverkeer.

 

Elk variabel lid wijst zelf zijn vertegenwoordigers aan. Volgens de noodzakelijkheden van het dossier kan hij een of meer vertegenwoordigers afvaardigen naar de vergaderingen van de (I)GBC. Het quorum om te beraadslagen en de consensus vast te stellen, wordt bepaald ongeacht het aantal vertegenwoordigers dat aanwezig is voor dat lid. De voorzitter van de (I)GBC kan ook ambtshalve of op verzoek van een of meer vaste leden beslissen om bijkomende variabele leden uit te nodigen op de vergadering volgens de vereisten van het dossier.

 

Aanwijzing van de adviserende leden:

De toevoeging van adviserende leden vergroot de technische en terreinkennis in de (I)GBC en draagt zo bij aan de kwaliteit van het ontwerp en het draagvlak voor het plan of project. De gemeenteraad kan bij de oprichting van de GBC beslissen om diensten waarvan of personen van wie de aanwezigheid op alle vergaderingen van de GBC nuttig wordt geacht, als adviseren leden op te nemen in de GBC. Het is daarbij wenselijk minstens de (gemeente)diensten of personen op te nemen die zich op het lokale vlak bezighouden met mobiliteit, ruimtelijke ordening, verkeersveiligheid,  milieu en duurzaamheid. Om het draagvlak van het overleg en de besluitvorming in de GBC te verhogen, wordt bij de samenstelling van de GBC een weerspiegeling van de maatschappelijke (belangen)actoren nagestreefd. De gemeenteraad kan in hetzelfde oprichtingsbesluit ook besluiten om de vergaderingen van de GBC open te stellen voor vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en de bevolking om de participatie te verhogen. De adviserende leden worden uitgenodigd op alle vergaderingen van de GBC.

 

Daarnaast kan de voorzitter van de (I)GBC ook ambtshalve of op verzoek van een of meer vaste leden beslissing om personen van wie de aanwezigheid op de vergaderingen van de (I)GBC met betrekking tot een bepaald plan of project nuttig wordt geacht, als adviserend lid uit te nodigen om aan de vergadering deel te nemen.

De adviserende leden kunnen alleen de vergaderingen van de GBC bijwonen waarvoor ze uitgenodigd zijn.

 

          Voorzitterschap

Het voorzitterschap van de GBC ligt bij de gemeente. De gemeenteraad wijst daarvoor een vertegenwoordiger aan. Het voorzitterschap kan gedelegeerd worden aan een vaste lid van de GBC.

Het voorzitterschap van de IGBC wijkt af van die regel:

          bij de bespreking van een intergemeentelijk mobiliteitsplan wijzen de vaste en de variabele leden van de IGBC in onderling overleg een van hun vertegenwoordigers als voorzitter aan;

          bij de bespreking van een intergemeentelijk project wordt de IGBC voorgezeten door de initiatiefnemer van het project. Het voorzitterschap kan gedelegeerd worden aan een vast of variabel lid van de IGBC.

De voorzitter van de GBC waakt over de samenstelling van de GBC, leidt de vergaderingen en stelt het quorum vast.

 

          Quorum

Alle vaste leden van de GBC moeten aanwezig zijn om rechtsgeldig te kunnen beraadslagen en een consensus te kunnen vaststellen. Een vast lid dat een schriftelijke volmacht verleend heeft aan een aanwezig vast of variabel lid, wordt als aanwezig beschouwd. Het quorum om te beraadslagen en de consensus vast te stellen, wordt bepaald ongeacht het aantal vertegenwoordigers dat aanwezig is voor het vaste lid. De aanwezigheid van variabele en adviserende leden is niet bepalend voor het vaststellen van het quorum. De consensus wordt bepaald door de vaste en de variabele leden die aanwezig zijn of die een volmacht hebben gegeven.

 

          Beraadslaging en consensus

De (I)GBC vergadert zo vaak als dat nodig is voor de uitvoering van haar taken. Om het draagvlak voor het plan of project te vergroten, streeft de (I)GBC naar een consensus.

De (I)GBC formuleert aanbevelingen aan de initiatiefnemer. Die aanbevelingen gaan zowel over de grote lijnen van het project of plan als over de details ervan. De (I)GBC beslist over de aanbevelingen bij consensus tussen de vaste en de aanwezige (fysiek of bij volmacht) variabele leden. Als er geen consensus wordt bereikt, vermeldt het verslag van de vergadering de minderheidsstandpunten. Zo kan de kwaliteitsadviseur een correcte inschatting maken bij zijn advies. Het advies van de adviseren leden is niet bindend en evenmin bepalend voor de consensus. Het verslag van de vergaderingen van de (I)GBC vermeldt de adviezen en geeft aan hoe er rekening mee is gehouden.

 

Argumentatie

          Zolang er geen GBC officieel werd opgericht door de gemeenteraad, kan er niet geldig worden beslist over de plannen en projecten die op de GBC worden besproken.

 

Adviezen

          Zoals hierboven vermeldt beslist de gemeenteraad wie de adviserende leden zijn. De adviserende leden worden uitgenodigd op elke vergadering van de GBC. De dienst mobiliteit stelt volgende adviseren leden voor:

          De burgemeester

          De schepen van de openbare werken

          De algemeen directeur

          Diensthoofd infrastructuur

          De gemeentelijke mobiliteitsambtenaar

          Een vertegenwoordiger van de lokale politie

          Een vertegenwoordiger van de brandweer

          Eén van de leden van elke gemeenteraadsfractie

          De fietsersbond (maakte eerder al deel uit van de GBC)

          De gemeenteraad beslist ook wie de voorzitter wordt van de GBC. De dienst mobiliteit stelt voor om de burgemeester aan te duiden als voorzitter van de GBC.

 

Tussenkomst raadsleden

          Voorzitter Peter Van Hecke (N-VA) deelt mee dat Wim Swyngedouw, Nicole Maenhout en Valentijn De Lille door de meerderheid zullen voorgedragen worden als effectieve vertegenwoordigers van Open Vld, N-VA en De Merlaan in de GBC.
De plaatsvervangers zullen vóór de volgende gemeenteraadszitting meegedeeld worden.
Hij vraagt aan de raadsleden van de minderheid om ook hun voorgedragen vertegenwoordigers en plaatsvervangers vóór de eerstvolgende gemeenteraadszitting te willen kenbaar maken aan de mobiliteitsambtenaar.

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

Er wordt een Gemeentelijke Begeleidingscommissie of GBC opgericht als een multidisciplinair en beleidsdomeinoverschrijdend overlegforum verantwoordelijk voor:

1)      De voorbereiding, de opmaak, de opvolging, de evaluatie en, in voorkomend geval, de herziening van het gemeentelijke of intergemeentelijk mobiliteitsplan;

2)      De begeleiding van de voorbereiding, de opmaak, de opvolging en de evaluatie van projecten die aansluiten bij het duurzame lokale mobiliteitsbeleid.

 

Artikel 2:

Met behoud van de toepassing van artikel 26/1, §2, derde lid van het Decreet en artikel 2 en artikel 5 van het Besluit, worden de volgende adviserende leden toegevoegd aan de GBC:

          De burgemeester

          De schepen van openbare werken en mobiliteit

          De algemeen directeur

          Het diensthoofd van de dienst infrastructuur

          Het diensthoofd mobiliteit

          Projectleider wegenis en riolering

          Gemeentelijke omgevingsambtenaar

          Een vertegenwoordiger van de lokale politie

          Een vertegenwoordiger van de brandweer

          Een vertegenwoordiger namens elke lijst waarop kandidaten verkozen zijn bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

          De Fietsersbond

 

Deze adviserende leden worden uitgenodigd op elke vergadering van de GBC.

 

Artikel 3:

De burgemeester wordt aangewezen als voorzitter van de GBC. In geval van verhindering, kan de voorzitter deze bevoegdheid delegeren aan een ander lid van het college of een gemeentelijke ambtenaar.

 

Artikel 4:

De Raad draagt haar bevoegdheid om te beslissen tot het openstellen van de vergaderingen van de GBC voor vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en de bevolking over aan de voorzitter van de GBC, die dit doet in overleg met de vaste leden.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

OPRICHTING GEMEENSCHAPPELIJKE INTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK (GIDPBW) VERGUND BIJ MB 10.12.2018

Mededeling

          In haar zitting van 22 maart 2018 ging de gemeenteraad akkoord met de oprichting van een 'gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk' die werkzaam zal zijn voor zowel het OCMW van Maldegem als het Gemeentebestuur van Maldegem.

          In haar zitting van 27 maart 2018 ging eveneens de raad voor maatschappelijk welzijn akkoord met de oprichting van een 'gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk' die werkzaam zal zijn voor zowel het OCMW van Maldegem als het Gemeentebestuur van Maldegem.

          In uitvoering van beide besluiten werd hiervoor een gezamenlijke aanvraag ingediend bij de Algemene Directie Humanisering van de arbeid van de FOD WASO (Federale Overheidsdienst voor Werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg), Ernest Bierotstraat 1 te 1070 Brussel.

          Met haar schrijven van 9 januari 2019 brengt de FOD WASO het gemeentebestuur van Maldegem in kennis van het ministerieel besluit van 10 december 2018 waarbij toelating wordt verleend een 'gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk' op te richten voor zowel het Gemeentebestuur van Maldegem als het OCMW van Maldegem.

          Dit ministerieel besluit zal eveneens op het eerstvolgend Hoog Overleg Comité /CPBW (Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk) ter kennisgeving worden voorgelegd.

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van het schrijven van de FOD WASO van 9 januari 2019 waarin het gemeentebestuur van Maldegem in kennis wordt gebracht van het ministerieel besluit van 10 december 2018 waarbij toelating wordt verleend een 'gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk' op te richten voor zowel het Gemeentebestuur van Maldegem als het OCMW van Maldegem.

 

Artikel 2:

Dit ministerieel besluit zal eveneens op het eerstvolgend Hoog Overleg Comité /CPBW ter kennisgeving worden voorgelegd.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

COMEET - AANDUIDING VERTEGENWOORDIGERS

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

          Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

          Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017  waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

          Artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat volgende bevoegdheden niet aan het college van burgemeester en schepenen kunnen worden toevertrouwd:

22°de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in deel 3, titel 3 houdende de intergemeentelijke samenwerking.

          Artikel 34, 2° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de stemming in de gemeenteraad geheim is, wanneer wordt gestemd over het aanwijzen van de ... vertegenwoordigers, vertegenwoordigers van de gemeente in ...de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen.

          De vzw-wet van 27 juni 1921, gewijzigd door de wet van 2 mei 2002;

          Artikel 401 tot 412 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 houdende "Intergemeentelijke samenwerking - projectvereniging".

          De statuten van Comeet.

 

Feiten

          Het schrijven van Comeet dd° 29/10/2018 betreffende de aanstelling van de nieuwe bestuursleden van Comeet.

          Het voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen om Nicole Maenhout, schepen van cultuur, aan te stellen als stemgerechtigd lid van de Raad van Bestuur van Comeet; zij kan zich kandidaat stellen als voorzitter of als ondervoorzitter.

          Het voorstel van Groen om Dino Lateste, verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen of aangesteld is als voorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, aan te stellen als lid met raadgevende stem uit de minderheid voor de Raad van Bestuur van Comeet.

          De gemeenteraad gaat over tot geheime stemming in toepassing van artikel 34, 2° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De stembriefjes worden geteld, wat het volgende stemresultaat oplevert :

- Nicole Maenhout. bekomt 19 ja-stemmen; er zijn 7 blanco-stemmen

- Dino Lateste bekomt 20 ja-stemmen; er zijn 6 blanco-stemmen

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad gaat akkoord met de verlenging van het lidmaatschap in Comeet.

 

Artikel 2:

Nicole Maenhout, schepen van cultuur, wonende te ............................. te 9990 Maldegem, wordt aangeduid als stemgerechtigd lid van de gemeente in de Raad van bestuur van Comeet.

 

Artikel 3:

Raadslid Dino Lateste, wonende te                                  te 9990 Maldegem, die deel uitmaakt van een politieke fractie die niet behoort tot het college van burgemeester en schepenen of aangesteld is als voorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, wordt aangeduid als lid met raadgevende stem uit de minderheid in de Raad van Bestuur van Comeet.

 

Artikel 4:

Nicole Maenhout, schepen van cultuur, wordt voorgesteld als kandidaat-voorzitter of -ondervoorzitter.

 

Artikel 5:

Afschrift van dit besluit wordt toegezonden aan Comeet, Pastoor De Nevestraat 8 te 9900 Eeklo.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

DE VIERKLAVER VZW - AANDUIDING VERTEGENWOORDIGERS

 

eenparig

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

          Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017  waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

          Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017  waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

          Artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat volgende bevoegdheden niet aan het college van burgemeester en schepenen kunnen worden toevertrouwd:

22°de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in deel 3, titel 3 houdende de intergemeentelijke samenwerking.

          Artikel 34, 2° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de stemming in de gemeenteraad geheim is, wanneer wordt gestemd over het aanwijzen van de ... vertegenwoordigers, vertegenwoordigers van de gemeente in ...de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen.

          De vzw-wet van 27 juni 1921, gewijzigd door de wet van 2 mei 2002;

          De statuten van VZW De Vierklaver.

          De toelage-overeenkomst afgesloten met het gemeentebestuur op 20 augustus 2009 waarin gestipuleerd werd dat een lid van het schepencollege dient opgenomen te worden in de raad van bestuur van vzw De Vierklaver.

 

Feiten

          De voordracht door het College van Burgemeester en Schepenen van Glenn Longeville als vertegenwoordiger en van Nicole Maenhout als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente in de Raad van Bestuur van vzw De Vierklaver

          De gemeenteraad gaat over tot geheime stemming ingevolge artikel 34, 2° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Na het openen van de stembus worden de stembrieven geteld.

- Glenn Longeville bekomt 19 ja-stemmen; er zijn 7 onthoudingen

- Nicole Maenhout bekomt 17 ja-stemmen, Marleen Van den Bussche bekomt 1 ja-stem; er zijn 8 onthoudingen

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad gaat akkoord om de verbintenis met de vzw De Vierklaver verder te zetten.

 

Artikel 2:

Glenn Longeville, wonende te ........................................., wordt aangeduid als vertegenwoordiger van de gemeente in de Raad van Bestuur van vzw De Vierklaver.

 

Artikel 3:

Nicole Maenhout, wonende te ............................., wordt aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de Raad van Bestuur van de vzw De Vierklaver.

 

Artikel 4:

Afschrift van dit besluit wordt toegezonden aan vzw De Vierklaver, Haarkenstraat 32a, 9850 Landegem.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

MEETJESLANDSE BURENSPORTDIENST - AANDUIDING VERTEGENWOORDIGERS

 

eenparig

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

          Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017  waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

          Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017  waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

          Artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat volgende bevoegdheden niet aan het college van burgemeester en schepenen kunnen worden toevertrouwd:

22° de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in deel 3, titel 3 houdende de intergemeentelijke samenwerking.

          Artikel 34, 2° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de stemming in de gemeenteraad geheim is, wanneer wordt gestemd over het aanwijzen van de ... vertegenwoordigers, vertegenwoordigers van de gemeente in ...de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen.

          De vzw-wet van 27 juni 1921, gewijzigd door de wet van 2 mei 2002;

          Artikel 401 tot 412 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 houdende "Intergemeentelijke samenwerking - projectvereniging".

          De statuten van de Meetjeslandse Burensportdienst.

 

Feiten

          Het gemeentebestuur is lid van de Meetjeslandse Burensportdienst.

          Volgens artikel 7 van de statuten van de Meetjeslandse Burensportdienst wordt het beheerscomité samengesteld uit 1 afgevaardigde met stemrecht van elke gemeente nl. de schepen van sport en een plaatsvervanger die gemeenteraadslid is.

          Het voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen om schepen Glenn Longeville voor te stellen als stemgerechtigd lid van het Beheerscomité van de Burensportdienst en Danny Vannevel als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente.

          De stemuitslag van de geheime stemming overeenkomstig artikel 34, 2° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 :

- stemgerechtigd lid :

- Glenn Longeville : 19 ja-stemmen; er zijn 7 onthoudingen

- plaatsvervangend lid :

- Danny Vannevel bekomt 21 ja-stemmen; er zijn 5 onthoudingen

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad gaat akkoord om het lidmaatschap van de Meetjeslandse Burensportdienst te verlengen.

 

Artikel 2:

Glenn Longeville, schepen van sport, wonende te .......................... , wordt aangeduid als stemgerechtigd lid van het beheerscomité van de Meetjeslandse Burensportdienst.

 

Artikel 3:

Raadslid Danny Vannevel, wonende te .................................., wordt aangeduid als plaatsvervangend lid van het beheerscomité van de Meetjeslandse Burensportdienst.

 

Artikel 4:

Afschrift van dit besluit wordt toegezonden aan de Meetjeslandse Burensportdienst, Guldensporenlaan 34, 9940 Evergem.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

OOSTKUSTPOLDER - AANDUIDING VERTEGENWOORDIGERS

 

eenparig

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

          Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017  waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

          Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017  waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

          Artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat volgende bevoegdheden niet aan het college van burgemeester en schepenen kunnen worden toevertrouwd:

22°de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in deel 3, titel 3 houdende de intergemeentelijke samenwerking.

          Artikel 34, 2° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de stemming in de gemeenteraad geheim is, wanneer wordt gestemd over het aanwijzen van de ... vertegenwoordigers, vertegenwoordigers van de gemeente in ...de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen.

          De vzw-wet van 27 juni 1921, gewijzigd door de wet van 2 mei 2002;

          Artikel 401 tot 412 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 houdende "Intergemeentelijke samenwerking - projectvereniging".

          De Polderwet dd° 3 juni 1957, zoals gewijzigd.

          Het Besluit van de Vlaamse Regering dd. 3 december 2010 houdende de oprichting van de Oostkustpolder.

          Volgens artikel 24 van het huishoudelijk reglement dd. 9 maart 2011van de Oostkustpolder en artikel 28 van de Wet op de Polders zijn de gemeenten met raadgevende stem vertegenwoordigd in het Polderbestuur door de burgemeester of de plaatsvervangende schepen.

          In overeenstemming met artikel 18 van de Wet betreffende de Polders maakt de burgemeester of zijn gemachtigde deel uit van de algemene vergadering van de polder.

 

Feiten

          Het voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen om Nicole Maenhout, .............................................. aan te duiden als effectief vertegenwoordiger met raadgevende stem en om Henk Deprest, ............................................................, aan te duiden als plaatsvervangend vertegenwoordiger met raadgevende stem van de gemeente in de algemene vergadering van Oostkustpolder.

          Het voorstel van het College van Burgemeester en schepenen om Nicole Maenhout, .................................................... aan te duiden als vertegenwoordiger met raadgevende stem en om Jason Van Landschoot, ................................................................. aan te duiden als plaatsvervangend vertegenwoordiger met raadgevende stem namens de gemeente, in de raad van bestuur van de Oostkustpolder.

          De gemeenteraad gaat over tot geheime stemming ingevolge artikel 34, 2° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

          Na het openen van de stembus worden de stembrieven geteld.

Algemene Vergadering - vertegenwoordiger met raadgevende stem

- Nicole Maenhout bekomt 18 ja-stemmen; er zijn 8 blanco stemmen

Algemene Vergadering - plaatsvervangend vertegenwoordiger met raadgevende stem

- Henk Deprest bekomt 18 ja-stemmen; er zijn 8 blanco stemmen

 

Raad van Bestuur - vertegenwoordiger met raadgevende stem

- Nicole Maenhout bekomt 18 ja-stemmen; er zijn 8 blanco stemmen

Raad van Bestuur - plaatsvervangend vertegenwoordiger met raadgevende stem

- Jason Van Landschoot bekomt 19 ja-stemmen; er zijn 7 blanco stemmen

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad gaat akkoord om de verbintenis met de Oostkustpolder te verlengen.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad duidt Nicole Maenhout, wonende te .......................................................... aan als effectief vertegenwoordiger met raadgevende stem namens de gemeente in de algemene vergadering van Oostkustpolder.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad duidt Henk Deprest, wonende te ......................................................., aan als plaatsvervangend vertegenwoordiger met raadgevende stem namens de gemeente in de algemene vergadering van de Oostkustpolder.

 

Artikel 4:

De gemeenteraad duidt Nicole Maenhout, wonende te ..............................................., aan als vertegenwoordiger met raadgevende stem namens de gemeente, in de raad van bestuur van de Oostkustpolder.

 

Artikel 5:

De gemeenteraad duidt Jason Van Landschoot, wonende te ............................................................., aan als plaatsvervangend vertegenwoordiger met raadgevende stem namens de gemeente, in de raad van bestuur van de Oostkustpolder.

 

Artikel 6:

Afschrift van dit besluit wordt toegezonden aan Oostkustpolder, Arendstraat 34, 8000 Brugge.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

TOERISME OOST-VLAANDEREN - AANDUIDING VERTEGENWOORDIGERS

 

eenparig

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

          Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017  waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

          Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017  waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

          Artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat volgende bevoegdheden niet aan het college van burgemeester en schepenen kunnen worden toevertrouwd:

22°de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in deel 3, titel 3 houdende de intergemeentelijke samenwerking.

          Artikel 34, 2° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de stemming in de gemeenteraad geheim is, wanneer wordt gestemd over het aanwijzen van de ... vertegenwoordigers, vertegenwoordigers van de gemeente in ...de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen.

          De vzw-wet van 27 juni 1921, gewijzigd door de wet van 2 mei 2002;

          Artikel 401 tot 412 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 houdende "Intergemeentelijke samenwerking - projectvereniging".

          De statuten van de vzw Toerisme Oost-Vlaanderen dd° 24/09/2015.

 

Feiten

          Het voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen om Peter E. Van Hecke, ............................................................. aan te stellen als vertegenwoordiger en om Peter T. Van Hecke, .......................................................................... aan te stellen als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente in de algemene vergadering van vzw Toerisme Oost-Vlaanderen.

          Het voorstel van het College van Burgemeester en schepenen om Peter E. Van Hecke, .................................................................... aan te duiden als kandidaat van de gemeente in de raad van bestuur van de vzw Toerisme Oost-Vlaanderen.

          De gemeenteraad gaat over tot geheime stemming ingevolge artikel 34, 2° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Na het openen van de stembus worden de stembrieven geteld.

Algemene Vergadering

afgevaardigde

- Peter E. Van Hecke, .................................................. bekomt 17 stemmen

- Peter T. Van Hecke, .................................................. bekomt 1 stem

- Er zijn 8 blanco stemmen

plaatsvervangend afgevaardigde

- Peter T. Van Hecke, ................................................. bekomt 19 stemmen

- Er zijn 7 blanco stemmen

 

Schepen Rudi De Smet verlaat de vergadering

 

Raad van Bestuur

- Peter E. Van Hecke, .............................................. bekomt 17 ja-stemmen

- Er zijn 8 blanco stemmen

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad gaat akkoord om de verbintenis met de vzw Toerisme Oost-Vlaanderen verder te zetten.

 

Artikel 2:

Peter E. Van Hecke, wonende ........................................................, wordt aangeduid als effectief vertegenwoordiger van de gemeente in de algemene vergadering van vzw Toerisme Oost-Vlaanderen.

 

Artikel 3:

Raadslid Peter T. Van Hecke, wonende ......................................................., wordt aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de vzw Toerisme Oost-Vlaanderen.

 

Artikel 4:

De gemeenteraad draagt Peter E. Van Hecke, wonende ................................................................... voor als vertegenwoordiger namens de gemeente Maldegem, in de raad van bestuur van de vzw Toerisme Oost-Vlaanderen.

 

Artikel 5:

Afschrift van dit besluit wordt toegezonden aan vzw Toerisme Oost-Vlaanderen, PAC Het Zuid, Woodrow Wilsonplein 2 te 9000 Gent.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

VOORDRACHTEN INTERGEMEENTELIJKE ONROEREND ERFGOEDDIENST MEETJESLAND (IOED MEETJESLAND)

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

          Het wijzigingsdecreet van het onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

          De gemeenteraadsbeslissing van 17 november 2016 houdende de toetreding van Maldegem tot de Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst (IOED) Meetjesland en de goedkeuring van het beleidsplan van IOED Meetjesland.

          Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

          Artikel 34, 2° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de stemmingen in de gemeenteraad over de aanwijzing van de leden van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen, geheim zijn.

          Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

          Artikel 41 22° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in deel 3, titel 3 houdende de intergemeentelijke samenwerking niet aan het college van burgemeester en schepenen kunnen worden toevertrouwd.

          De gemeenteraadsbeslissing van 7 januari 2019 houdende de installatie van de nieuwe gemeenteraad.

 

Feiten

          ln 2016 beslisten de Meetjeslandse gemeenten Aalter, Eeklo, Evergem, Knesselare, Lovendegem, Waarschoot, Wachtebeke, Zomergem, Sint-Laureins, Nevele en Maldegem om in te stappen in de IOED Meetjesland.

          De IOED ondersteunt de betrokken gemeentebesturen en ambtenaren in hun beleid en dienstverlening inzake bouwkundig, landschappelijk en archeologisch erfgoed. Om een kwaliteitsvolle werking te garanderen stellen Veneco, Cultuuroverleg Meetjesland (COMEET) en Regionaal Landschap Meetjesland (RLM) hun expertise ter beschikking.

          De IOED wordt aangestuurd door een feedbackgroep waarin twee vertegenwoordigers per gemeente zetelen (1 bestuurlijke en 1 ambtelijke vertegenwoordiger). Deze feedbackgroep komt 3-6 keer per jaar samen. De bedoeling is wisselwerking te stimuleren tussen de besturen en betrokken ambtenaren, externe partners en de medewerkers van de IOED. Daarbij wordt vooral gerekend op inbreng op vlak van ruimtelijke ordening en cultuur. Er zijn geen vergoedingen voorzien.

          Gelet op de installatie van de nieuwe gemeenteraden moeten er ook nieuwe vertegenwoordigers aangeduid worden. In hun brief van 14 januari 2019 vraagt Veneco om hun de voordrachten voor de IOED Meetjesland voor Maldegem te bezorgen tegen uiterlijk 28 februari 2019.

 

Argumentatie

          Van de vertegenwoordigers in de feedbackgroep wordt vooral gerekend op inbreng op vlak van ruimtelijke ordening en cultuur.

          Qua bestuurlijke vertegenwoordiger is het voorstel om mevrouw Nicole Maenhout als schepen van cultuur en ruimtelijke ordening aan te duiden.

          Wat de ambtelijke vertegenwoordiging betreft, is het voorstel om met een vertegenwoordiger en plaatsvervanger te werken en hiertoe cultuurbeleidscoördinator Isabel Ginneberge aan te duiden en mevrouw Fien Devuyst van ruimtelijke ordening als plaatsvervanger.

 

Adviezen

          Ruimtelijke ordening: gunstig

          Stafmedewerker toerisme & erfgoed: gunstig

 

Financiële weerslag

          De jaarlijkse bijdrage voor de gemeente Maldegem aan IOED Meetjesland bedraagt 5.500 euro (met jaarlijkse indexering).

 

Stemming

          De gemeenteraad gaat over tot geheime stemming voor de aanduiding van een effectief vertegenwoordiger in de feedbackgroep van de Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst Meetjesland.

          Na het openen van de stembus worden de stembrieven geteld.
Nicole Maenhout bekomt 18 stemmen, er zijn 8 onthoudingen

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad duidt mevrouw Nicole Maenhout, schepen van cultuur en ruimtelijke ordening, aan als bestuurlijke vertegenwoordiger van gemeentebestuur Maldegem voor de feedbackgroep van de IOED Meetjesland.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad duidt mevrouw Isabel Ginneberge, cultuurbeleidscoördinator, aan als ambtelijke vertegenwoordiger van gemeentebestuur Maldegem voor de feedbackgroep van de IOED Meetjesland en mevrouw Fien Devuyst van de dienst ruimtelijke ordening als plaatsvervanger.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad belast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van de hierbij genomen beslissingen en deze over te maken aan Veneco, Panhuisstraat 1, 9070 Destelbergen.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

UITBREIDING VERKAVELING TESTENHOEK - GOEDKEUREN TRACÉ WEGENIS EN TECHNISCH DOSSIER BETREFFENDE DE VERKAVELINGSAANVRAAG OMV 2018 088888

 

17 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel en Danny Vannevel

9 stemmen tegen: Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Leandra Decuyper, Dino Lateste en Timothy De Groote

 

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

          Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

          Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

          Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

          De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 19 mei 2009 (VCRO), en latere aanpassingen

Art.4.2.15. §1. Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van een stuk grond  een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt. [...]

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.

§2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.

§3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.

Art. 4.2.17. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken, zoals in het bijzonder:

1° de aanleg van nieuwe verkeerswegen, of de tracéwijziging, verbreding of opheffing daarvan;

2° de wijziging van het reliëf van de bodem;

3° de ontbossing, met behoud van de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990;

4° het afbreken van constructies.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt tevens als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie, vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken.

Het eerste en het tweede lid gelden als de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden voldoet aan de vereisten inzake ontvankelijkheid en volledigheid die gelden voor de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen of voor het wijzigen van de vegetatie.

Het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, inz. art. 31:

Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft en de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, oordeelt dat de omgevingsvergunning kan worden verleend, neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen voor de bevoegde overheid een beslissing neemt over de aanvraag.

Als dat nodig is, roept de provinciegouverneur op verzoek van de deputatie respectievelijk de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar, de gemeenteraad samen. De gemeenteraad neemt een beslissing over de zaak van de wegen en deelt die beslissing mee binnen een termijn van zestig dagen vanaf de samenroeping door de provinciegouverneur.

          Het Gewestplan Eeklo-Aalter zoals goedgekeurd bij K.B. van 24 maart 1978

 

Feiten

            Op 17 juli 2018 werd een verkavelingsaanvraag OMW 2018088888 ingediend door dhr Tom Pollet van het studiebureau / landmetersbureau Pollet, Klaprozenlaan 1 te Loppem, namens de verkavelaar Vennootschap Henja NV, Hoornstraat 100 te 8340 Damme (Moerkerke).

 

Argumentatie

             Het betreft de ontwikkeling van het gebied Testenhoek / Kleitkalseide, omvattende de kadastrale percelen Maldegem, 2de afdeling sectie D, nummers 908 T2, 908 W2, 908 F2, 908 E 2, 909 F en 909 G.

             De aanvraag voorziet 8 loten voor ééngezinswoningen, de aanleg van wegenis- en rioleringsinfrastructuur en de bijhorende nutsvoorzieningen.

 

          Het advies van de groendienst van 19 september 2018, vermeldt volgende bijgevoegde voorwaarden:

          Het onderhoud van het openbaar domein en verkaveling moet gebeuren volgens het Decreet Gereduceerd Pesticidengebruik.

          Bij inplanting van D1 moet rekening worden gehouden met het behoud van de aanwezige straatboom.

          De bestaande wegenis ter hoogte van de bocht in de Testenhoek dient te worden aangepast zodat de nieuwe verkaveling toegankelijk wordt voor zwaar vrachtwagenverkeer. Hiervoor kan een aanpassing van de noordelijk wegrand een eerste stap zijn.

          Ter hoogte van lot 1 en lot 2 moet langs de volledige wegenis een berm worden aangelegd van minstens 1 meter.

          Het gebruik van schanskorven ter versteviging van de waterlopen wordt niet toegestaan.

          In de verkavelingsvoorschriften wordt het volgende opgenomen:

          De plaatsing van drainage is verboden

          Het onderhoud van de waterlopen is de verantwoordelijkheid van de eigenaars. Bij beplantingen langs de waterlopen moet hiermee rekening gehouden worden. Eventuele afsluitingen, verhardingen, constructies, bomen of struikgewas langs de waterloop moeten op minstens 0,75 m van de taludinsteek worden geplaatst. Jaarlijks dient de aangelande het bestaande grachtenstelsel vrij te maken van obstakels en overtollig slib.

          De Gemeente en/of haar aangestelden dienen ten allen tijde een toe- en doorgangsrecht te voet en met alle nuttige vervoersmiddelen, materialen en werktuigen, derwijze dat het toezicht, het buitengewoon onderhoud en de vervanging van de infrastructuur (waterlopen en rioleringen) te allen tijde mogelijk is.

          Er wordt gewezen op de bepalingen van artikels 12, 14 en 17 van de wet van 28 december 1967 en van de artikels 8, 10, 12 en 13 van het KB van 5 augustus 1970 houdende algemeen politiereglement op de onbevaarbare waterlopen.

 

             Het advies van de dienst infrastructuur van 24 oktober 2018 vermeldt volgende bijgevoegde voorwaarden:

          De bepalingen voor de erfdienstbaarheidszone, opgenomen hogerop in het advies, dienen strikt te worden gevolgd

          De erfdienstbaarheidszone dient eveneens op Testenhoek 18 te worden gevestigd vanwege de constructie O1

          Er dient een werkzone voorzien te worden langsheen de volledige erfdienstbaarheidszone voor de uitvoering van deze werken

          Aan lot 8 dient de gracht volledig te worden geherwaardeerd

          Wijziging typeprofiel grachten (zie hoger in het advies)

          De werken moeten worden uitgevoerd volgens standaardbestek 250 en de algemene wijzigingen en aanvullingen van Aquafin aan het standaardbestek 250.

          De bouw van een nieuwe inspectieput moet worden uitgevoerd volgens standaardbestek 250, hoofdstuk VII, artikel 3.9.

          De afmetingen van de put moeten zodanig gekozen worden dat aan beide zijden op de bestaande leiding korte inbouwstukken ontstaan met een maximale lengte van 0,75 m, gemeten vanaf de binnenzijde van de wand van de inspectieput, in de geest van het standaardbestek 250, hoofdstuk VII, artikel 1.1.2.3.A

          Voor de aantakking op de bestaande riolering voor het DWA stelsel dient de weg hersteld te worden, alsook voor de doorsteek in de Nieuwhofdreef. De wegbeheerder kan extra voorwaarden opleggen bij de uitvoering. Dit dient mee opgenomen te worden.

          Aanpassing voorschrift bijgebouwen

          As-builtdossier dient te voldoen aan de bepalingen in bijlage

 

          Het advies van de dienst mobiliteit van 25 oktober 2018, met volgende bijgevoegde voorwaarden:

          de keuze moet worden gemaakt tussen ofwel het voorzien van een garage met oprit of een carport met oprit

          bermen moeten worden voorzien in het doodlopende gedeelte en de rijbaan van 4 m dient in dit deel behouden te blijven

          de bocht ter hoogte van de nieuwe aantakking Testenhoek met de nieuw aangelegde weg moet breder worden aangelegd

          om het parkeren op de gelijkgrondse berm te voorkomen dienen afgebakende parkeerplaatsen voorzien te worden. Om de snelheid te reduceren is het raadzaam om de parkeerplaatsen geschrankt aan te leggen. De afmetingen van de parkeerplaatsen moeten voldoen aan de voorwaarden opgenomen in het Vademecum voor Duurzaam Parkeerbeleid.

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad verleent haar goedkeuring aan het plan voor het tracé en het technisch dossier van de verkavelingsaanvraag OMW 2018088888 op naam van Pollet Tom, namens verkavelaar Vennootschap Henja NV, Hoornstraat 100 te 8340 Damme (Moerkerke), voor de gronden kadastrale gekend Maldegem, 2de afdeling sectie D, nummers 908 T2, 908 W2, 908 F2, 908 E 2, 909 F en 909 G, mits de aanvullende voorwaarden opgenomen in art. 2 van dit besluit.

 

Artikel 2:

§1 Het advies van de groendienst van 19 september 2018 wordt toegevoegd aan het technische dossier van de verkaveling:

1)      Het onderhoud van het openbaar domein en verkaveling moet gebeuren volgens het Decreet Gereduceerd Pesticidengebruik.

2)      Bij inplanting van D1 moet rekening worden gehouden met het behoud van de aanwezige straatboom.

3)      De bestaande wegenis ter hoogte van de bocht in de Testenhoek dient te worden aangepast zodat de nieuwe verkaveling toegankelijk wordt voor zwaar vrachtwagenverkeer. Hiervoor kan een aanpassing van de noordelijk wegrand een eerste stap zijn.

4)      Ter hoogte van lot 1 en lot 2 moet langs de volledige wegenis een berm worden aangelegd van minstens 1 meter.

5)      Het gebruik van schanskorven ter versteviging van de waterlopen wordt niet toegestaan.

6)      In de verkavelingsvoorschriften wordt het volgende opgenomen:

          De plaatsing van drainage is verboden

          Het onderhoud van de waterlopen is de verantwoordelijkheid van de eigenaars. Bij beplantingen langs de waterlopen moet hiermee rekening gehouden worden. Eventuele afsluitingen, verhardingen, constructies, bomen of struikgewas langs de waterloop moeten op minstens 0,75 m van de taludinsteek worden geplaatst. Jaarlijks dient de aangelande het bestaande grachtenstelsel vrij te maken van obstakels en overtollig slib.

          De Gemeente en/of haar aangestelden dienen ten allen tijde een toe- en doorgangsrecht te voet en met alle nuttige vervoersmiddelen, materialen en werktuigen, derwijze dat het toezicht, het buitengewoon onderhoud en de vervanging van de infrastructuur (waterlopen en rioleringen) te allen tijde mogelijk is.

          Er wordt gewezen op de bepalingen van artikels 12, 14 en 17 van de wet van 28 december 1967 en van de artikels 8, 10, 12 en 13 van het KB van 5 augustus 1970 houdende algemeen politiereglement op de onbevaarbare waterlopen.

 

§2 Het advies van de dienst infrastructuur van 24 oktober 2018 wordt toegevoegd aan het technische dossier van de verkaveling:

7)      De bepalingen voor de erfdienstbaarheidszone, opgenomen hogerop in het advies, dienen strikt te worden gevolgd

8)      De erfdienstbaarheidszone dient eveneens op Testenhoek 18 te worden gevestigd vanwege de constructie O1

9)      Er dient een werkzone voorzien te worden langsheen de volledige erfdienstbaarheidszone voor de uitvoering van deze werken

10)  Aan lot 8 dient de gracht volledig te worden geherwaardeerd

11)  Wijziging typeprofiel grachten (zie hoger in het advies)

12)  De werken moeten worden uitgevoerd volgens standaardbestek 250 en de algemene wijzigingen en aanvullingen van Aquafin aan het standaardbestek 250.

13)  De bouw van een nieuwe inspectieput moet worden uitgevoerd volgens standaardbestek 250, hoofdstuk VII, artikel 3.9.

14)  De afmetingen van de put moeten zodanig gekozen worden dat aan beide zijden op de bestaande leiding korte inbouwstukken ontstaan met een maximale lengte van 0,75 m, gemeten vanaf de binnenzijde van de wand van de inspectieput, in de geest van het standaardbestek 250, hoofdstuk VII, artikel 1.1.2.3.A

15)  Voor de aantakking op de bestaande riolering voor het DWA stelsel dient de weg hersteld te worden, alsook voor de doorsteek in de Nieuwhofdreef. De wegbeheerder kan extra voorwaarden opleggen bij de uitvoering. Dit dient mee opgenomen te worden.

16)  Aanpassing voorschrift bijgebouwen

17)  As-builtdossier dient te voldoen aan de bepalingen in bijlage

 

§3 Het advies van de dienst mobiliteit van 25 oktober 2018, met volgende bijgevoegde voorwaarden, wordt toegevoegd aan het technische dossier van de verkaveling:

18)  De keuze moet worden gemaakt tussen ofwel het voorzien van een garage met oprit of een carport met oprit

19)  Bermen moeten worden voorzien in het doodlopende gedeelte en de rijbaan van 4 m dient in dit deel behouden te blijven

20)  De bocht ter hoogte van de nieuwe aantakking Testenhoek met de nieuw aangelegde weg moet breder worden aangelegd

21)  Om het parkeren op de gelijkgrondse berm te voorkomen dienen afgebakende parkeerplaatsen voorzien te worden. Om de snelheid te reduceren is het raadzaam om de parkeerplaatsen geschrankt aan te leggen. De afmetingen van d e parkeerplaatsen moeten voldoen aan de voorwaarden opgenomen in het Vademecum voor Duurzaam Parkeerbeleid.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad legt de verkavelaar de verplichting op om op zijn kosten:

a) de wegenis en rioleringswerken uit te voeren conform de goedgekeurde plannen en het bestek van het dossier van het studiebureau landmeterskantoor Pollet, Klaprozenlaan 1 te Loppen, aangevuld met de voorwaarden opgenomen in de adviezen vanwege groendienst, dienst infrastructuur en de dienst mobiliteit.

b) de verkaveling te voorzien van elektriciteit, openbare verlichting, aardgas, ICS-distributie en waterleiding en dit overeenkomstig de plannen en verordeningen opgemaakt door de maatschappijen die deze nutsvoorzieningen beheren. De verkavelaar zal de desbetreffende maatschappijen contacteren om de modaliteiten ter kennis te krijgen.

 

Artikel 4:

De verkavelaar kan pas over gaan tot het vervreemden van de loten uit de verkaveling nadat hij een (verkoops)attest bekomen heeft van het college van burgemeester en schepenen, waarin het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat de verkavelaar aan de hem opgelegde lasten (inzake uitvoering van de wegenis en nutsvoorzieningen) heeft voldaan.

 

Artikel 5:

De verkavelaar is er overeenkomstig artikel 75 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, toe gehouden op eerste verzoek van de gemeente aan de gemeente gratis, vrij en onbelast de eigendom over te dragen van de in de vergunningsaanvraag vermelde openbare wegen, groene of verharde ruimten, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen, of de gronden waarop die worden of zullen worden aangelegd alsmede van alle uitrustingen in goede staat.

De verkavelaar zal ook instaan voor de kosten van het verlijden van de akte inzake overdracht.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

BELASTINGEN OP DE STANDPLAATSEN OP DE WEKELIJKSE MARKT

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

Juridische gronden

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

            Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

            Artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat volgende bevoegdheden niet aan het college van burgemeester en schepenen kunnen worden toevertrouwd:

het vaststellen van gemeentelijke reglementen en het bepalen van straffen en administratieve sancties op de overtreding van die reglementen

            De decreet van 24 februari 2017 betreffende uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten.

            Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017 betreffende uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten.

            De beslissing van de gemeenteraad van 19 december 2007 met betrekking tot het Reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein.

            De beslissing van de gemeenteraad van 20 december 2013 met betrekking tot het belastingsreglement op de standplaatsen op de wekelijkse markt.

 

Feiten

            In 2017 is de wetgeving op ambulante handel gewijzigd. Het Reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein (beslissing 19 december 2007) werd hier nog niet aan aangepast.

            De categorie 'standwerkers' is verdwenen uit de regelgeving.

            In Maldegem kennen we het fenomeen van marktkramers die geen jaarabonnement hebben maar de facto wel elke week komen tussen 1 oktober en 14 mei. In de overige (zomer-)maanden staan zij op maandag op de markt in Blankenberge. Speciaal voor deze categorie is er -naast het jaarabonnement- het aanbod van een 'klein abonnement' , zijnde een abonnement dat opgeschort wordt tussen 15 mei en 30 september. Net als bij de jaarabonnementen zouden zij per kwartaal betalen middels een toegestuurde factuur. Dit zal het aantal wekelijkse cash-vereffeningen tijdens het markt-gebeuren aanzienlijk doen verminderen. Want abonnementen betalen per factuur.

            Er zijn actueel 42 abonnementen. Er komen gemiddeld tussen de 10 en de 20 losse standhouders opdagen (afhankelijk van het weer en het seizoen).

            Er is momenteel geen tariefverschil tussen abonnees en losse standhouders. Het enige voordeel voor abonnees is dat zij een vaste standplaats hebben, wat losse standhouders niet hebben.

 

 

Argumentatie

          Het Reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein wordt aangepast aan de gewijzigde wetsbepalingen.

          Naast een jaarabonnement wordt voorzien in een klein abonnement voor die marktkramers die vast naar Maldegem komen maar in de zomerperiode op de markt in Blankenberge staan.

          Het aantal cash-betalingen wordt verminderd wat tijdwinst oplevert en de veiligheid verhoogt.

          Er wordt een onderscheid gemaakt in basistarief voor een standplaats van zes meter: voor abonnees blijft dit 7.5 euro, voor losse marktkramers (die komen op risico) wordt dit 8.5 euro. Dit maakt het aantrekkelijker om een abonnement te nemen: abonnees betalen per week iets minder en hebben recht op een vaste plaats.

          Deze tarieven blijven laag en aantrekkelijk, wat moet toelaten om een goed gevuld en levendig marktgebeuren te behouden.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De gemeenteraad stelt onderstaand belastingreglement op de standplaatsen op de wekelijkse markt, vast:

 

Belastingen op de standplaatsen op de wekelijkse markt

 

Artikel 1

Voor de aanslagjaren 2019 tot en met 2025 moet elke persoon die met het oog op de uitoefening van zijn beroep of de verkoop van waren, op de openbare pleinen en wegen van de gemeente plaats neemt, plaats- of standgeld betalen, tenzij dit gebruik van het openbaar domein aanleiding geeft tot de toepassing van een andere gemeenteverordening van belasting of retributie, of toegestaan werd krachtens een vergunning.

 

Artikel 2

De belasting is verschuldigd door de gebruiker van het openbaar domein, die een plaats inneemt met stand met of zonder kraam, al dan niet overdekt, voor allerlei zaken of waren; frietkraam of consumptiewagentje; stand met nieuwe autovoertuigen of landbouwmachines.

 

Artikel 3

De belasting wordt als volgt vastgesteld

1) de marktkramer met (klein of groot) abonnement:

per dag: 7,5 euro per stand of kraam van maximum 6m, verhoogd met 0,5 euro per lopende meter boven de 6m.

2) de marktkramer zonder abonnement:

per dag: 8,5 euro per stand of kraam van maximum 6m, verhoogd met 0,5 euro per lopende meter boven de 6m.

Elke begonnen lopende meter telt als een volledige meter.

Indien de maten van een mand, korf, bak, ren, stand of kraam betwist worden, zal de marktverantwoordelijke die onmiddellijk doen opmeten.

 

Voor de marktkramer die wenst te beschikken over de elektriciteitsaccommodatie geldt een bijkomend tarief volgens het terzake in voege zijnde retributiereglement.

Bij gebruik van de elektriciteitsaccommodatie mag deze enkel aangewend worden voor verkoopsdoeleinden zoals voor elektrische weegschalen, koelinstallaties, braadspitten, spots en verlichting in het algemeen.

Gebruik voor persoonlijke doeleinden zoals verwarming is uitgesloten. Het is tevens verboden, om veiligheidsredenen, om elektriciteit aan te sluiten bij particulieren.

 

Artikel 4

De belasting wordt als volgt betaald:

1) de marktkamer met (klein of groot) abonnement:

De belasting is betaalbaar per kwartaal en wordt gevorderd door middel van een betalingsuitnodiging. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar.

2) de marktkramer zonder abonnement:

De belasting moet contant betaald worden in handen van de daartoe belaste persoon, tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van contante betaling, wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar.

Het abonnement of betalingsbewijs moet bij iedere uitnodiging vertoond worden.

 

Artikel 5

De belastingplichtigen moeten zich schikken naar de voorschriften van het “Reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein” en naar de richtlijnen van de marktleider.

 

Artikel 6

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.

 

Artikel 2

Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

 

Artikel 3

De gemeenteraadsbeslissing van 20 december 2013 wordt opgeheven vanaf 1 maart 2019. Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2019.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

REGLEMENT AMBULANTE HANDEL - WIJZIGING EN VERVANGING

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

Juridische gronden

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

            Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

Artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat volgende bevoegdheden niet aan het college van burgemeester en schepenen kunnen worden toevertrouwd:

het vaststellen van gemeentelijke reglementen en het bepalen van straffen en administratieve sancties op de overtreding van die reglementen

            De decreet van 24 februari 2017 betreffende uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten.

            Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017 betreffende uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten.

            Het huidig reglement op ambulante activiteiten, zoals vastgesteld door de gemeenteraad in haar zitting van 19 december 2007.

 

Feiten

            In 2017 is de wetgeving op ambulante handel gewijzigd. Het Maldegemse marktreglement (uit 2007) is hier nog niet aan aangepast.

            De wijziging in wetgeving bestaat erin dat de termijn voor definitieve opzeg van een abonnementsplaats die opgegeven wordt nu minstens zes maanden bedraagt ipv voorheen minstens 1 jaar.

            Er is ook niet langer een minimum aantal losse standplaatsen vereist.

            Overdracht van een standplaats kan nu ook in andere gevallen (onder voorwaarden) dan enkel ten gevolge stopzetting.

            De categorie 'standwerkers' is verdwenen uit de regelgeving.

            Ambulante activiteiten buiten de openbare markt zijn nu opgesplitst in vooraf bepaalde plaatsen, niet-vooraf bepaalde plaatsen en op rondtrekkende wijze.

            Voor opmaak van het nieuwe reglement is vertrokken vanuit het modelreglement van VVSG.

            Onder 'vooraf bepaalde plaatsen' is nu in het reglement opgenomen de standplaatsen voor eetkramen lang het parcours tijden de Maldegemse carnavalsstoet. Evenals de buitenkant van de bocht Stationsplein en Nieuwstraat. Voor de parkcross achtte de dienst evenementen dit niet opportuun.

            In Maldegem kennen we het fenomeen van marktkramers die geen jaarabonnement hebben maar de facto wel elke week komen tussen 1 oktober en 14 mei. In de overige (zomer-)maanden staan zij op maandag op de markt in Blankenberge. Speciaal voor deze categorie is er -naast het jaarabonnement- het aanbod van een 'klein abonnement' , zijnde een abonnement dat opgeschort wordt tussen 15 mei en 30 september. Net als bij de jaarabonnementen zouden zij per kwartaal betalen middels een toegestuurde factuur. Dit zal het aantal wekelijkse cash-vereffeningen tijdens het markt-gebeuren aanzienlijk doen verminderen. Want abonnementen betalen per factuur.

            Er zijn actueel   42 abonnementen. Er komen gemiddeld tussen  de 10 en de 20 losse standhouders opdagen (afhankelijk van het weer en het seizoen).

            Er is momenteel geen tariefverschil tussen abonnees en losse standhouders. Het enige voordeel voor abonnees is dat zij een vaste standplaats hebben, wat losse standhouders niet hebben.

            De voorgestelde wijzigingen werden afgetoetst met Rita Verleye, de vorige marktleider evenals de vorige en huidige schepen lokale economie.

 

Argumentatie

          Het Maldegemse reglement voor ambulante handel wordt aangepast aan de gewijzigde wetsbepalingen.

          Standplaatsen voor eetkramen tijdens de Maldegemse carnavalsstoet worden opgenomen.

          Naast een jaarabonnement wordt voorzien in een klein abonnement voor die marktkramers die vast naar Maldegem komen maar in de zomerperiode op de markt in Blankenberge staan.

          Het aantal cash-betalingen wordt verminderd wat tijdwinst oplevert en de veiligheid verhoogt.

          De nieuwe reglementen zouden in voege kunnen gaan op 1 maart 2019.

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbare domein goed met volgende formulering die ingaat vanaf 1 maart 2019 en hiermee het vorige marktreglement van 19 december 2007 opheft en vervangt :

 

Reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten
en op het openbaar domein

 

AFDELING 1 ORGANISATIE VAN AMBULANTE ACTIVITEITEN OP DE OPENBARE MARKTEN

 

Artikel 1 Gegevens van openbare markten (Wet art 8 §2)

De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare markten in:

Wekelijkse markt te Maldegem-centrum

- Deze markt wordt gehouden op maandagvoormiddag op het Marktplein. Gedurende de

kermissen bijzondere feestelijkheden of gebeurtenissen en in alle onvoorziene

omstandigheden moeten de marktkramers zich schikken naar de speciale maatregelen

getroffen door het College van Burgemeester en Schepenen.

-De markt begint om 7.00 uur en eindigt om '13.00 uur.

De marktkramers die over een abonnement beschikken mogen hun standplaats innemen

vanaf 5.00 uur moeten ten laatste om 8.30 uur aanwezig zijn, zoniet worden zij als afwezig

beschouwd.

-De toevallíge marktkramers dienen hun kramen op te stellen voor 9 uur.

 

De gemeenteraad vertrouwt aan het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheid toe om de markten in te delen en wijzigingen op te nemen. Het college zal voor elke standplaats de ligging, de grootte en het gebruik bepalen.

 

Afdeling 1.1 : Toewijzing standplaatsen

 

Artikel 2 Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen (wet art. 8 §2, art. 10 §1 en KB art. 25)

Een standplaats op de openbare markt kan enkel toegewezen worden aan :

-de natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen houders van een “machtiging als werkgever”

-rechtspersonen die dezelfde activiteit uitoefenen. De standplaatsen worden toegekend door tussenkomst van een persoon verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de vennootschap die houder is van de “machtiging als werkgever”

-de verantwoordelijken van verkoopsacties zonder commercieel karakter, hiervoor toegelaten door een afzonderlijk collegebesluit.

Teneinde de diversiteit van het aanbod te waarborgen kan het college van burgemeester en schepenen het aantal standplaatsen per onderneming beperken.

 

Artikel 3 Verhouding abonnementen – losse plaatsen (KB art. 23)

De standplaatsen op de openbare markt worden toegewezen:

-hetzij per groot abonnement (doorlopend gedurende het volledige kalenderjaar)

-hetzij per klein abonnement (abonnement opgeschort tussen 15 mei en 30 september)

-hetzij van dag tot dag

 

Artikel 4 Toewijzingsregels losse plaatsen (KB art 27, gewijzigd door BVR)

De toewijzing van losse plaatsen gebeurt bij loting, in voorkomend geval per specialisatie.

De houder van de machtiging als werkgever moet bij de toewijzing van de standplaats aanwezig zijn.

 

Artikel 5 Toewijzingsregels per abonnement op de openbare markten

5.1. Vacature en kandidatuurstelling standplaats per abonnement (KB art. 28 & 30, gewijzigd door BVR)

Wanneer een standplaats die per abonnement toegewezen wordt, vrijkomt, gaat de gemeente na of er een geschikte kandidaat is in het register van kandidaturen, zoals omschreven in 5.2.

Als het register geen geschikte kandidaat bevat, wordt een vacature bekendgemaakt door publicatie van een kennisgeving.

Deze kennisgeving zal gebeuren door middel van een bericht aangeplakt aan het gemeentelijk infobord en/of via de website (www.maldegem.be)

De kandidaturen kunnen ingediend worden :

-per mail, per duurzame drager

-per post, postdatum geldt als indieningsdatum

-per aangetekende zending

 

5.2. Register van de kandidaturen (KB art. 31, gewijzigd door BVR)

Alle kandidaturen worden naargelang hun ontvangst (chronologisch) bijgehouden in een register van kandidaturen. Deze kandidaturen worden geklasseerd volgens datum (overhandiging, indiening bij de post, ontvangst op duurzame drager)

Overeenkomstig het decreet van 26 maart  2004 betreffende de openbaarheid van bestuur kan dit register steeds geraadpleegd worden.

De kandidaturen blijven geldig zolang ze niet werden nagekomen of ingetrokken door hun auteur.

Om de drie jaar zullen kandidaten opgenomen in het register de vraag krijgen om hun kandidatuur te bevestigen en dus in het register opgenomen te blijven.

 

5.3. Volgorde van toekenning standplaatsen op basis van register (KB art 29 en 31, gewijzigd door BVR)

Bij het vacant komen van een standplaats per abonnement zullen met het oog op de toekenning ervan, de kandidaturen als volgt geklasseerd worden in het register van kandidaturen :

1)      personen die een standplaats vragen als gevolg van de opheffing ervan die ze op één van de markten van de gemeente innamen of aan wie de gemeente een vooropzeg heeft gegeven omwille van definitieve opheffing van de markt of een deel van de standplaatsen ;

2)      personen die een uitbreiding van hun standplaats vragen;

3)      personen die een wijziging van hun standplaats vragen;

4)      de externe kandidaten.

 

De standplaatsen worden binnen elke categorie volgens datum chronologisch geordend.

Wanneer twee of meerdere aanvragen behorend tot dezelfde categorie tezelfdertijd ingediend worden, wordt als volgt voorrang gegeven :

A.voorrang wordt gegeven (uitgezonderd de categorie externe kandidaten) aan de aanvrager die de hoogste anciënniteit op de markten van de gemeente heeft; wanneer de anciënniteit niet kan vergeleken worden, wordt de voorrang bepaald bij loting;

B.voor de externe kandidaten wordt de voorrang bepaald bij loting.

 

5.4. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaatsen per abonnement (KB art. 33)

De toewijzing van de standplaats wordt bekend gemaakt aan de aanvrager :

          bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs;

          of door overhandiging van een brief tegen ontvangstbewijs;

          of bij elektronische post (duurzame drager) met ontvangstbewijs.

 

5.5. Het register van de standplaatsen toegewezen per abonnement (KB art. 34, gewijzigd BVR)

Een plan wordt bijgehouden waarop elke standplaats toegewezen per abonnement vermeld staat.

En ook een register wordt bijgehouden waarin voor elke standplaats toegewezen per abonnement vermeld staat :

          de naam, voornaam, het adres van de persoon aan wie of door wiens tussenkomst  de standplaats werd toegekend;

          in voorkomend geval, de handelsnaam van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegekend werd en het adres van haar maatschappelijke zetel;

          het ondernemingsnummer;

          de producten en/of diensten die te koop aangeboden worden;

          de prijs van de standplaats

 

Overeenkomstig  het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur kan dit plan of register steeds geraadpleegd worden.

 

Afdeling. 1.2 : Abonnementen

 

Artikel 6 Periodiciteit van abonnement (KB art. 32 en 37, gewijzigd door BVR) 

De abonnementen worden toegekend voor onbepaalde duur, behoudens intrekking bij aangetekend schrijven door het gemeentebestuur in de gevallen bepaald in artikel 9 van onderhavig marktreglement.

 

Artikel 7 Opschorting abonnement  (KB art. 32, gewijzigd door BVR)

De houder van een abonnement kan het abonnement opschorten voor een voorziene periode van tenminste een maand wanneer hij ongeschikt is zijn activiteit uit te oefenen:

          door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest

          door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond

De opschorting gaat in de dag waarop de gemeente op de hoogte gebracht wordt van de ongeschiktheid en houdt op ten laatste vijf dagen na de melding van het hernemen van de activiteiten. Na afloop van de opschorting krijgt de geabonneerde zijn standplaats terug.

De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voorkomen.

Gedurende de periode van opschorting kan de standplaats toegewezen worden als losse plaats.

 

Artikel 8  Afstand van het abonnement (KB art. 32, gewijzigd door BVR)

De houder van een abonnement kan afstand doen van het abonnement

          bij stopzetting van de ambulante activiteiten mits een opzegtermijn van tenminste 30 dagen

          indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in artikel 8 van dit reglement. In dit geval is geen vooropzeg nodig.

          op ieder ogenblik mits een opzegtermijn van tenminste 30 dagen

De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.

De aanvragen van opschorting, herneming of opzegging van een abonnement worden betekend volgens één van de vermelde modaliteiten:

          bij per post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs

          overhandiging tegen ontvangstbewijs

          op een duurzame drager (fax, email) tegen ontvangstbewijs

 

Artikel 9 Schorsing en opzegging van abonnement door de gemeente (KB art 32 laatste lid, gewijzigd door BVR)

Het abonnement zal door het college van burgemeester en schepenen geschorst of ingetrokken worden in volgende gevallen:

          bij niet of niet tijdige betaling standplaatsvergoeding

          bij afwezigheid gedurende vier opeenvolgende weken zonder de marktleider vooraf of tijdens zijn eerste week van afwezigheid ervan op de hoogte te stellen

          bij overdracht van een abonnement aan een derde zonder te voldoen aan voorwaarden bepaald in artikel 12 van onderhavig gemeentelijk reglement

          wanneer andere waren verkocht worden dan diegene vermeld op zijn abonnement

 

          bij het herhaaldelijk niet respecteren van de instructies van de marktleider

         

 

De beslissing tot schorsing of opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

 

Artikel 10 Vooropzeg vanuit de gemeente (Wet art. 8 § 2, gewijzigd door decreet)

Wanneer een deel van de markt of alle standplaatsen definitief worden opgeheven, geldt een termijn van vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement van ten minste 6 maanden. In gevallen van absolute noodzakelijkheid kan hier van afgeweken worden. De minimumtermijn kan dan ingekort worden.

Deze personen krijgen voorrang bij het toekennen van een vacante standplaats per abonnement (cf. artikel 5.3).

 

Artikel 11 Inname standplaatsen (KB art. 26, gewijzigd door BVR)

De standplaatsen op de openbare markt kunnen ingenomen worden door:

 

A.de natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen, houder van een “machtiging als werkgever”, aan wie een standplaats is toegewezen;

B.de verantwoordelijke(n) voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon, aan wie de standplaats is toegewezen,  houder(s) van een “machtiging als werkgever”;

C.de feitelijke venno(o)t(en) van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;

D.de echtgenoot of echtgenote en wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;

E.door de personen die beschikken over een “machtiging als aangestelde A” of een “machtiging als aangestelde B”, die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke per-soon of rechtspersoon bedoeld in A. tot D.;

F.De personen die verkopen realiseren zonder commercieel karakter binnen het kader van de acties bedoeld in artikel 7 van voornoemd BVR van 21 april 2017, kunnen een standplaats innemen, toegewezen aan de verantwoordelijke van de actie. Desgevallend kunnen zij deze innemen buiten de aanwezigheid van deze.

 

Artikel 12 Overdracht standplaats (KB art. 35, gewijzigd door BVR)

De overdracht van een standplaats is toegelaten onder de volgende voorwaarden:

 

A.indien de overnemer(s) houder(s) zijn van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten als werkgever

B.en de specialisatie van de overlater voortgezet wordt op de overgedragen standplaats.

Een eventuele wijziging van de specialisatie KAN aangevraagd worden bij het college van burgemeester en schepenen.

C.binnen het eerste jaar kan de standplaats NIET opnieuw overgedragen worden, behalve na expliciete goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen.

 

De inname van de overgedragen standplaats is pas toegelaten als de gemeente heeft vastgesteld dat :

5)      de overnemer beschikt over een machtiging tot uitoefening van ambulante activiteiten om dezelfde specialisatie als de overlater of de specialisaties die toegelaten zijn door de gemeente, uit te oefenen.

6)      Als het aantal toegestane standplaatsen per onderneming van de overnemer niet overschreden wordt.

 

AFDELING 2 : ORGANISATIE VAN AMBULANTE ACTIVITEITEN OP HET OPENBAAR DOMEIN BUITEN DE OPENBARE MARKTEN

 

Afdeling 2.1 Plaatsen op het openbaar domein waar de ambulante activiteit mag plaatsvinden zijn VOORAF BEPAALD

 

Artikel 13 Toepassingsgebied (KB art. 42 §1)

Op volgende plaatsen is de uitoefening van ambulante activiteiten toegelaten na een voorafgaande machtiging  van de gemeente naar aanleiding van de Maldegemse Carnavalsstoet :

-voor het Oud Schepenhuis

-op de hoek Marktstraat en markt (ter hoogte van de vroegere bank)

-op de hoek Marktstraat en Edestraat

-voor het St-Annakasteel

-op de markt, tegenover de huidige schoenwinkel (Bonne Shoe)

-op de hoek Nieuwstraat en markt (ter hoogte van de school)

-in de Nieuwstraat tegenover het huidig café Old Vick

Daarnaast is er ook een vaste plaats voor ambulante handel aan de buitenkant van de bocht Stationsplein en Nieuwstraat.

 

Artikel 14 Voorafgaande machtiging (KB art. 38)

14.1. Aanvraag machtiging

Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere van de vermelde plaatsen in artikel 13 om ambulante activiteiten uit te oefenen moet voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 2 van dit reglement en is onderworpen aan een voorafgaande machtiging. Deze machtiging moet voorafgaand aan het uitoefenen van de ambulante activiteit aangevraagd worden aan het college van burgemeester en schepenen, via de dienst lokale economie.

De aanvrager dient ook te vermelden op welke specifieke plaats(-en) hij ambulante activiteiten wenst uit te oefenen.

 

14.2. Beslissing machtiging (KB art 42, gewijzigd door BVR)

In geval van positieve beslissing verkrijgt de aanvrager een machtiging met daarin vermeld :

-Identiteit van de aanvrager

-de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen

-de plaats

-de datum en duur van de verkoop

 

De gevraagde machtiging kan geweigerd worden omwille van één of meerdere van onderstaande redenen :

          redenen van openbare orde en veiligheid

          redenen van volksgezondheid

          bescherming van de consument

          wanneer de machtiging ambulante handel en bijbehorende documenten niet in orde zijn

          de modaliteiten van het gemeentelijk reglement niet gerespecteerd worden

          de plaatsen zijn al toegewezen en ingenomen

De gemeente zal deze reden(-en) objectief en grondig motiveren in zijn kennisgeving van de negatieve beslissing aan de aanvrager en verwijst tevens naar rechtsmiddelen inzake beroep.

 

Artikel 15 Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen (KB art. 40 en 41)

De personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen (cf. supra Afdeling 1 artikel 2) en innemen van de standplaatsen op de openbare markt (cf. supra Afdeling 1 artikel 11) kunnen standplaatsen op het openbaar domein verkrijgen en innemen.

 

Artikel 16 Toewijzingsregels losse standplaatsen (art. 42 §2)

De toewijzing van losse plaatsen gebeurt volgens de chronologische volgorde van aanvragen en desgevallend in functie van de gevraagde plaats en specialisatie.

Wanneer twee of meerdere aanvragen voor standplaatsen gelijktijdig ingediend worden, gebeurt de toewijzing via loting.

 

Artikel 17 Toewijzingsregels per abonnement

Hier gelden dezelfde regels als voor de openbare markten (cf. supra).

 

Afdeling 2.2. Plaatsen op het openbaar domein waar de ambulante activiteit mag plaatsvinden zijn NIET VOORAF BEPAALD

 

Artikel 18. Toepassingsgebied (KB art. 43, gewijzigd door BVR)

Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van het openbaar domein buiten de openbare markten om ambulante activiteiten uit te oefenen, moet dit voorafgaand aanvragen  bij de gemeente.

 

Artikel 19 Voorafgaande machtiging

19.1. Aanvraag machtiging (KB art. 43, gewijzigd door BVR)

Om een standplaats in te nemen zoals vermeld in artikel 19 moet voldaan zijn  aan de voorwaarden vermeld in artikel 2 en dient men te beschikken over een machtiging. Deze machtiging moet voorafgaand aan het uitoefenen van de ambulante activiteit aangevraagd worden aan het college van burgemeester en schepenen, via de dienst lokale economie.

 

19.2. Beslissing machtiging

In geval van positieve beslissing verkrijgt de aanvrager een machtiging met daarin vermeld :

-Identiteit van de aanvrager

-de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen

-de plaats

-de datum en duur van de verkoop

 

De gevraagde machtiging kan geweigerd worden omwille van één of meerdere van onderstaande redenen :

-redenen van openbare orde en veiligheid

-redenen van volksgezondheid

-bescherming van de consument

-wanneer de machtiging ambulante handel en bijbehorende documenten niet in orde zijn

-de modaliteiten van het gemeentelijk reglement niet gerespecteerd worden

 

De gemeente zal deze reden(-en) objectief en grondig motiveren in zijn kennisgeving van de negatieve beslissing aan de aanvrager en verwijst tevens naar rechtsmiddelen inzake beroep.

 

Artikel 20 Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen

De personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen (cf. supra Afdeling 1 artikel 2) en innemen van de standplaatsen op de openbare markt (cf. supra Afdeling 1 artikel 11) kunnen standplaatsen op het openbaar domein verkrijgen en innemen.

 

Artikel 21 Toewijzingsregels losse standplaatsen (KB art. 43 §2, gewijzigd door BVR)

De toewijzing van losse plaatsen gebeurt volgens de chronologische volgorde van aanvragen en desgevallend in functie van de gevraagde plaats en specialisatie.

Wanneer twee of meerdere aanvragen voor standplaatsen gelijktijdig ingediend worden, gebeurt de toewijzing via loting.

 

Artikel 22 Toewijzingsregels per abonnement

Hier gelden dezelfde regels als voor de openbare markten (cf. supra). Voorwaarden inzake melding van vacature (cf. Afdeling 1 artikel 5.1 van dit reglement) geldt niet.

 

Afdeling 2.3. Ambulante activiteit op rondtrekkende wijze

 

Artikel 23. Toepassingsgebied (wet art 4 en 9)

Eenieder die op de openbare weg ambulante activiteiten wenst uit te oefenen, dient dit voorafgaand aan te vragen bij de gemeente.

 

Artikel 24 Voorafgaande machtiging

 

24.1. Aanvraag machtiging (KB art. 43, gewijzigd door BVR)

Om een ambulante activiteit op de openbare weg uit te oefenen, zoals vermeld in artikel 26, moet voldaan zijn  aan de voorwaarden vermeld in artikel 2 en dient men te beschikken over een machtiging. Deze machtiging dient voorafgaand aan het uitoefenen van de ambulante activiteit aangevraagd te worden aan het college van burgemeester en schepenen, via de dienst lokale economie.

 

24.2. Beslissing machtiging

In geval van positieve beslissing verkrijgt de aanvrager een machtiging met daarin vermeld :

-Identiteit van de aanvrager

-de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen

-de toegestane route

-de datum en duur van de verkoop (wet art 6 : beperkingen mogen betrekking hebben op de uren van uitoefening van het geheel of van een gedeelte van de activiteit)

 

De gevraagde machtiging kan geweigerd worden omwille van één of meerdere van onderstaande redenen :

-redenen van openbare orde en veiligheid

-redenen van volksgezondheid

-bescherming van de consument

-wanneer de machtiging ambulante handel en bijbehorende documenten niet in orde zijn

-de modaliteiten van het gemeentelijk reglement niet gerespecteerd worden

 

De gemeente zal deze reden(-en) objectief en grondig motiveren in zijn kennisgeving van de negatieve beslissing aan de aanvrager en verwijst tevens naar rechtsmiddelen inzake beroep.

 

AFDELING  3 : VERKOPEN VAN PRODUCTEN OF DIENSTEN MET NIET-COMMERCIEEL KARAKTER

 

Artikel 25 Specifieke voorwaarden voor verkopen met niet-commercieel karakter (KB art 7, gewijzigd door BVR)

De producten of diensten met een niet-commercieel karakter verkopen, te koop aanbieden of uitstallen is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet indien deze activiteiten aan al de volgende voorwaarden voldoen (KB Art. 7. § 1.) :

1)                        ze vinden plaats met één van volgende doelen

-menslievend doel,

-sociaal doel,

-cultureel doel,

-educatief doel,

-sportief doel

-de verdediging en promotie van de natuur,

-de verdediging en promotie van de dierenwereld,

-de verdediging en promotie van een ambacht

-de verdediging en promotie van streekproducten,

-steun bij een humanitaire catastrofe,

-steun bij een ramp of belangrijke schade;

2)  ze blijven occasioneel; occasioneel betekent niet periodiek, niet met een bepaalde regelmaat.

3)  het college van burgemeester en schepenen heeft vooraf toestemming verleend;

4)  als ze de grenzen van de gemeente overschrijdt en geen bijkomende toelating van de gemeente vereist is, dan heeft de organisatie een voorafgaande toelating gevraagd aan de Minister of de personeelsleden aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd.

De voorwaarde vermeld in het eerste lid, 3°, geldt niet ingeval toepassing wordt gemaakt van het eerste lid, 4°.

 

Artikel 26 Identificatievereiste

Tijdens de verkoop, te-koop-aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten voor een niet-commercieel doel zoals vermeld in art 30, is elke verkoper herkenbaar via een kenmerk dat het mogelijk maakt om de operatie te identificeren.

Op verzoek van de overheid die de toestemming heeft verleend, overhandigt de verantwoordelijke, binnen dertig dagen, het bewijs van de bestemming van de fondsen om het aangegeven doel te realiseren.

 

Artikel 27 Aanvraag voorafgaande machtiging (KB art 7 §2 en 3, gewijzigd door BVR).

De aanvraag van een toestemming zoals vermeld in art. 30, is afhankelijk van de situatie, gericht aan  het college van burgemeester en schepenen of aan de Minister of aan de personeelsleden aan wie hij die bevoegdheid heeft gedelegeerd, op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

De aanvraag omvat :

-de verantwoordelijke van de actie,

-het doel van de actie,

-de plaats of plaatsen,

-de periode of periodes van verkoop,

-de te koop aangeboden producten of diensten en een schatting van de hoeveelheid.

 

De toestemming, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3° of 4°, is beperkt tot één jaar. Ze is hernieuwbaar. Ze bevat de vermeldingen uit de aanvraag.

 

Artikel 28 Weigering en intrekking machtiging

De toestemming voor een specifiek niet-commercieel doel, zoals vermeld in art 30, eerste lid, 3° of 4°, kan geweigerd worden en de actie kan verboden worden als de doelstelling niet overeenstemt met de toegestane doelen of als de voorgestelde verkopen een risico vormen voor de openbare orde, veiligheid, gezondheid of rust.

 

Als de overheid die ervoor bevoegd is de toestemming te verlenen, argwaan heeft over de reële doelstellingen van de actie of over de moraliteit van de verantwoordelijke(n), kan ze een voorafgaand onderzoek laten uitvoeren door de personen, vermeld in artikel 11, §1, van de wet, en artikel 45 van dit besluit. Ze kan ook van een of meer verantwoordelijken eisen dat ze een uittreksel uit het strafregister voorleggen.

 

De toestemming, vermeld in art 7 §1, eerste lid, 3° of 4°, kan ingetrokken worden of de actie kan verboden worden, tijdens de manifestatie, door de bevoegde overheid als vastgesteld wordt dat de voorwaarden van de toestemming of van de verklaring of de voorschriften, vermeld in dit artikel, niet worden nageleefd.

Iedere nieuwe actie kan verboden worden voor een natuurlijke of rechtspersoon of een vereniging die de bepalingen van dit artikel niet naleeft, gedurende een periode van één jaar vanaf de vaststelling van de niet-naleving. In geval van recidive kan de duur van de voormelde periode op drie jaar worden gebracht.

 

De weigering, het verbod of de intrekking wordt betekend :

-met een aangetekende brief tegen ontvangstbewijs

-of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

 

AFDELING 4 : ALGEMENE EN AANVULLENDE BEPALINGEN

 

Artikel 29 Bevoegdheid marktleider (KB art. 44)

De marktleider, aangesteld door de burgemeester of zijn afgevaardigde, is bevoegd om documenten die de machtiging en identiteit van de personen die een ambulante activiteit uitoefenen aantonen te controleren.

 

Artikel 30 Verplichte documenten (KB art 15, gewijzigd door BVR)

De machtiging ambulante handel is alleen geldig als de volgende documenten erbij gevoegd zijn :

7)      het identiteitsbewijs van haar houder of, voor de niet-ingezeten en de buitenlandse onderdanen, een identiteitsbewijs dat dat vervangt;

8)      een bewijs waaruit blijkt dat de uitoefening van de ambulante activiteiten in kwestie behoorlijk gedekt wordt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s;

9)      het bewijs dat bij de uitoefening van een ambulante activiteit waarbij voeding wordt verkocht, voldaan wordt aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid.

 

De machtiging en de documenten, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, worden voorgelegd op elk verzoek van de personen, vermeld in artikel 11, §1, van de wet, en artikel 44 en 45 van dit besluit.

De gemeente of de concessionaris zal de machtiging en de documenten, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, bij de toekenning van een standplaats en nadien periodiek en steekproefsgewijs controleren.

 

Artikel 31 Identificatievereiste bij uitoefenen ambulante activiteiten (KB art 21)

Elke persoon die een ambulante activiteit uitoefent, dient zich te identificeren aan de hand van een leesbaar uithangbord, zichtbaar geplaatst op het kraam of het voertuig, indien hij de activiteit aan het kraam of het voertuig uitoefent. Het bord moet eveneens door de aangestelden aangebracht worden wanneer deze alleen werken.

 

Het bord bevat volgende vermeldingen:

10)  hetzij de naam, de voornaam van de persoon die een ambulante activiteit uitoefent als natuurlijk persoon voor eigen rekening of voor wiens rekening  of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend; hetzij de naam, de voornaam van de persoon die het dagelijks bestuur binnen een rechtspersoon waarneemt of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend;

11)  de firmanaam en/of de benaming van de onderneming;

12)  al naargelang het geval, de gemeente van haar maatschappelijke zetel of van de uitbatingszetel; en indien de onderneming niet in België gelegen is, het land en de gemeente waar deze zich bevindt;

13)  het inschrijvingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen (of een identificatie die deze vervangt, indien het om een buitenlands bedrijf gaat).

 

Artikel 2

Het reglement treedt in werking op 1 maart 2019. Het voorgaand gemeentelijke reglement van 19 december 2007 wordt opgegeven en vervangen door dit van 1 maart 2019.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

ACTIEPLAN COACHINGSTRAJECT MOOIMAKERS

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

Juridische gronden

            De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

            Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

            Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

Artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat volgende bevoegdheden niet aan het college van burgemeester en schepenen kunnen worden toevertrouwd:

het goedkeuren van beheers- en samenwerkingsovereenkomsten

22°de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in deel 3, titel 3 houdende de intergemeentelijke samenwerking

                               De overeenkomst ondertekend op 18 januari 2016 tussen de Vlaamse overheid enerzijds en Fost Plus, Comeos Vlaanderen en Fevia Vlaanderen anderzijds

 

Feiten

            Momenteel wordt er in de gemeente Maldegem al heel veel actie ondernomen in de strijd tegen zwerfvuil en sluikstort:

3 maandelijks overleg zwerfvuil en sluikstort met verschillende diensten (milieudienst, infrastructuur, technische dienst, groendienst, communicatie, MOP-team, pz Maldegem, …)

Systematisch legen van vuilnisbakken door technische dienst of MOP-team

Dagelijkse veegronde in centrum van Maldegem

Oplijsting zwerfvuil- en sluikstortmeldingen + locatie

MOP-team die systematische alle straten in Groot-Maldegem proper houdt + sites met glasbollen

MOP-team die systematisch sluikstorten gaan opruimen

Actieve deelname aan handhavingsweek zwerfvuil en sluikstort

10-tal vrijwillige ‘Mooimakers’ die tijdens hun dagelijkse of wekelijkse wandeling zwerfvuil rapen. Hiervoor krijgen ze materiaal aangeboden. (gefinancierd door Mooimakers)

Subsidie voor zwerfvuilopruimacties voor scholen en verenigingen die jaarlijks door verschillende verenigingen en scholen aangevraagd wordt.

Cameraproject in samenwerking met IVM op probleemlocaties

            Mooimakers is een Vlaams initiatief van de OVAM, Fost Plus en VVSG die elke dag werkt rond afval, zwerfvuil en sluikstort. Een coachingstraject met Mooimakers zorgt er voor dat wij het warm water niet hoeven uit te vinden.

            Het coachingstraject zorgt er voor dat we een subsidie ontvangen van 30.000 euro gespreid over 3 jaar. Hierdoor wordt per jaar 10.000 euro voorzien worden in het budget en wordt dit vanuit de gemeente aangevuld met 10.000 euro extra financiële middelen voor uitgaven die niet onder de subsidie van Mooimakers vallen.

 

UITGAVEN VOLLEDIG GESUBSIDIEERD IN HET KADER VAN EEN COACHINGTRAJECT

Communicatiemateriaal volgens de richtlijnen van Mooimakers. 

Proefopstellingen die een meerwaarde betekenen voor het traject kunnen vergoed worden, indien er een afstemming is met én goedkeuring van de medewerkers van Team Vlaanderen Mooi.

Organisatie van vergaderingen, persvoorstellingen, evenementen …

Maatregelen voor inventarisatie, opvolging en monitoring van het project in eigen beheer of uitbesteed

Maatregelen rond aanpak van hotspots en doelplaatsen

Verplaatsingsonkosten

Advies van externe consulenten, indien de medewerkers van het Team Vlaanderen Mooi dit wenselijk vinden. Deze kunnen dan volledig vergoed worden.

Personeelskosten voor kortlopende, heel specifieke opdrachten in het kader van het project, zoals jobstudenten en uitzendkrachten kunnen volledig gesubsidieerd worden. Hier gaat dan niet om personeel dat reeds in dienst was van de gemeente of van een partner van het project of personeel dat onder een andere subsidieregeling valt.

 

UITGAVEN GEDEELTELIJK GESUBSIDIEERD IN HET KADER VAN EEN COACHINGTRAJECT

Personeelskosten, gepresteerd door eigen personeel, kunnen voor een maximum van 75%  van het gevraagde subsidiebedrag in aanmerking komen. Daarbovenop mag maar voor 60% van de gepresteerde tijd in het kader van het project aangerekend worden. Enkel personeelskosten voor projectcoördinatie en -begeleiding, plus de uitvoering van de maatregelen van het coachingtraject, komen in aanmerking

 

Argumentatie

            Het is aangewezen om onze werking nog meer op elkaar af te stemmen en wat we doen te optimaliseren. Het coaching traject dat wordt aangeboden door Mooimakers zorgt voor financiële ondersteuning voor aankoop van materiaal, werkuren tijdens het traject, maar zorgt ook voor kennis over het thema.

 

Financiële weerslag

          Actienummer: 613-150

          Rekeningnummer: 0329-00

          Voorzien budget in 2019: 20.000 EUR

          Nodig budget: 20.000 EUR

          Te ontvangen subsidie: 30 000 EUR gespreid over 3 jaar.

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het actieplan dat opgesteld werd in samenwerking met OCMW-bestuur, gemeentebestuur Maldegem en Mooimakers goed.

 

Artikel 2:

Afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan het OCMW-bestuur Maldegem en aan Mooimakers.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

KOSTELOZE OVERNAME WEGENIS EN INFRASTRUCTUUR BAARLEHOF

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

          Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

          Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

          Artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat volgende bevoegdheden niet aan het college van burgemeester en schepenen kunnen worden toevertrouwd:

11°het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen

          De beslissing van de gemeenteraad van 9 februari 2012, houdende onder meer vaststelling van het tracé van de verkaveling De Roo-Vandevelde in de omgeving van de Buurtstraat en 't Rivierenhof.

 

Argumentatie

          Overeenkomstig artikel 3 van bovenvermeld besluit, diende de verkavelaar de gronden van de wegenis en de openbare infrastructuur kosteloos aan de gemeente af te staan.

          In opdracht van de firma's Terra² en Hyboma werd notaris Katia Denoo uit Oostkamp aangesteld voor de opmaak en het verlijden van de overdrachtsakte.

          De overname liep gedurende 2018 vertraging op door problemen met de uitvoering van de fase II, voetpaden, opritten en groenaanleg, die uiteindelijk eind 2018 kon opgeleverd worden.

          Gelet op de ontwerpakte kosteloze afstand wegenis en infrastructuur Baarlehof nr. 2130205-1, zoals opgemaakt door notaris Katia Denoo uit Oostkamp, in verband met de overname van het perceel Maldegem, 3de afdeling sectie H, nr. 846 G 2, zoals afgebeeld op het opmetingsplan 99900801 van 19 juni 2017 vanwege het studieburo Goegebeur.

          De overdracht gebeurt om reden van openbaar nut, namelijk om dit perceel te integreren in het gemeentelijke openbare domein.

          De notaris vraagt de ontwerpakte voor te leggen aan de gemeenteraad, en de raadsbeslissing en eventuele opmerkingen over te maken.

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de ontwerpakte kosteloze afstand wegenis en infrastructuur Baarlehof nr. 2130205-1 goed, opgemaakt door notaris Katia Denoo uit Oostkamp, in verband met de overname van het perceel Maldegem, 3de afdeling sectie H, nr. 846 G 2, zoals afgebeeld op het opmetingsplan 99900801 van 19 juni 2017 vanwege het studieburo Goegebeur.

 

Artikel 2:

De overdracht gebeurt om reden van openbaar nut, namelijk om dit perceel te integreren in het gemeentelijke openbare domein.

 

Artikel 3:

De burgemeester en de algemene directeur worden gemachtigd de authentieke akte te ondertekenen namens de gemeente Maldegem.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

OOSTKUSTPOLDER - RAMING ONDERHOUD WATERLOPEN 3E CATEGORIE 2019

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

          Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

          Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

          De wet van 3 juni 1957 betreffende de Polders, inz. op art. 80.

          Het decreet van 18 juni 2003 op het integraal waterbeleid en latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten.

 

Feiten

          De Polders en Wateringen moeten jaarlijks instaan voor het onderhoud van de waterlopen van de 3de categorie gelegen binnen de omschrijving van hun gebied. De kosten hiervoor kunnen zij doorrekenen aan het bevoegde gemeentebestuur.

 

Argumentatie

          Het bestuur van de Oostkustpolder stelde op 21 november 2018 de raming op voor de onderhoudswerken aan de waterlopen van de 3de categorie in Maldegem voor het werkingsjaar 2019, met een totaal geraamde kostprijs van 5.362,70 euro.

 

Financiële weerslag

 

Budget is toereikend

Actienr: GBB-GRD

Actie-omschrijving: Polders en Wateringen

Budgetbeheerder: Nico Willemarck

Alg.rek/beleidscode

Budget 2018

Saldo bij opmaak nota

Nodig budget bij beslissing

Saldo na beslissing

0319-00

649300

79.196,94 euro

15.304,69 euro

5.362,70 euro

9.942,00 euro

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de raming voor 2019 goed, voor de onderhoudswerken aan de waterlopen van de 3de categorie, gelegen binnen de gebiedsomschrijving van de Oostkustpolder, met een totaal geraamde kostprijs van 5.362,70 euro, zoals opgemaakt op 21 november 2018.

 

Artikel 2:

De nodige kredieten voor deze onderhoudswerken worden voorzien onder actie GBB-GRD, algemeen rekeningnummer 0319-00 649300 van de gemeentelijke meerjarenplanning.

 

Artikel3:

Een afschrift van dit besluit wordt samen met de goedgekeurde raming overgemaakt aan het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

POLDER VAN MALDEGEM - RAMING ONDERHOUD WL  2019

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

          Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

          Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

          De wet van 3 juni 1957 betreffende de Polders, inz. op art. 80.

          Het decreet van 18 juni 2003 op het integraal waterbeleid en latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten.

 

Feiten

          De Polders en Wateringen moeten jaarlijks instaan voor het onderhoud van de waterlopen van de 3de categorie gelegen binnen de omschrijving van hun gebied. De kosten hiervoor kunnen zij doorrekenen aan het bevoegde gemeentebestuur.

 

Argumentatie

          Het bestuur van de Polder Van Maldegem stelde op 20 november 2018 de raming op voor de onderhoudswerken aan de waterlopen van de 3de categorie in Maldegem voor het werkingsjaar 2019, met een totaal geraamde kostprijs van 63.892,25 euro.

 

Financiële weerslag

 

Budget is toereikend

Actienr: GBB-GRD

Actie-omschrijving: Polders en Wateringen

Budgetbeheerder: Nico Willemarck

Alg.rek/beleidscode

Budget 2018

Saldo bij opmaak nota

Nodig budget bij beslissing

Saldo na beslissing

0319-00

649300

79.196,94 euro

79.196,94 euro

63.892,25 euro

15.304,69 euro

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de raming voor 2019 goed, voor de onderhoudswerken aan de waterlopen van de 3de categorie, gelegen binnen de gebiedsomschrijving van de Polder van Maldegem, met een totaal geraamde kostprijs van 63.892,25 euro, zoals opgemaakt op 20 november 2018.

 

Artikel 2:

De nodige kredieten voor deze onderhoudswerken worden voorzien onder actie GBB-GRD, algemeen rekeningnummer 0319-00 649300 van de gemeentelijke meerjarenplanning.

 

Artikel3:

Een afschrift van dit besluit wordt samen met de goedgekeurde raming overgemaakt aan het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

WATERING VAN DE WAGEMAKERSTROOM - RAMING ONDERHOUD WATERLOPEN 3E CATEGORIE 2019

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

          Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

          Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

          De wet van 3 juni 1957 betreffende de Polders, inz. op art. 80.

          Het decreet van 18 juni 2003 op het integraal waterbeleid en latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten.

 

Feiten

          De Polders en Wateringen moeten jaarlijks instaan voor het onderhoud van de waterlopen van de 3de categorie gelegen binnen de omschrijving van hun gebied. De kosten hiervoor kunnen zij doorrekenen aan het bevoegde gemeentebestuur.

 

Argumentatie

          Het bestuur van de Watering van de Wagemakerstroom stelde op 26 november 2018 de raming op voor de onderhoudswerken aan de waterlopen van de 3de categorie in Maldegem voor het werkingsjaar 2019, met een totaal geraamde kostprijs van 31.704,50 euro.

          Uit een nazicht van de geraamde onderhoudskosten en de effectief jaarlijks aangerekende onderhoudskosten in het recente verleden blijkt dat het in het meerjarenprogramma voorziene budget voor de polders en wateringen zeker voorlopig volstaat.

 

Financiële weerslag

 

Budget is toereikend

Actienr: GBB-GRD

Actie-omschrijving: Polders en Wateringen

Budgetbeheerder: Nico Willemarck

Alg.rek/beleidscode

Budget 2018

Saldo bij opmaak nota

Nodig budget bij beslissing

Saldo na beslissing

0319-00

649300

79.196,94 euro

9.942,00 euro

31.704,50 euro

- 21.762,51 euro

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de raming voor 2019 goed, voor de onderhoudswerken aan de waterlopen van de 3de categorie, gelegen binnen de gebiedsomschrijving van de Watering van de Wagemakerstroom, met een totaal geraamde kostprijs van 31.704,50 euro, zoals opgemaakt op 26 november 2018.

 

Artikel 2:

De nodige kredieten voor deze onderhoudswerken worden voorzien onder actie GBB-GRD, algemeen rekeningnummer 0319-00 649300 van de gemeentelijke meerjarenplanning.

 

Artikel3:

Een afschrift van dit besluit wordt samen met de goedgekeurde raming overgemaakt aan het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

DEFINIËREN BEGRIP DAGELIJKS BESTUUR

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

Juridische gronden

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

            Artikel 28 § 1 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2018 waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

Artikel 40 § 1 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2018 waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

Artikel 41 § 2 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2018 waarin wordt bepaald dat volgende bevoegdheden niet aan het college van burgemeester en schepenen kunnen worden toevertrouwd:

8° het vaststellen van wat onder het begrip `dagelijks bestuur' moet worden verstaan;

10° het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, tenzij:

a) de opdracht past binnen het begrip `dagelijks bestuur', vermeld in punt 8°, waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is;

b) de raad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor die overheidsopdracht nominatief aan het college van burgemeester en schepenen heeft toevertrouwd;

 

Feiten

            De definitie dagelijks bestuur, zoals opgenomen in het decreet lokaal bestuur, handelt over het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten.

            Het decreet lokaal bestuur stelt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de wijze van gunnen en de voorwaarden van overheidsopdrachten wanneer het gaat om opdrachten van dagelijks bestuur

            Het behoort hierbij tot de bevoegdheid van de gemeenteraad om vast te stellen welke opdrachten van werken, leveringen en diensten kunnen worden beschouwd als opdrachten van dagelijks bestuur.

 

Argumentatie

             Dit dient te gebeuren om een aantal zaken vlot te laten verlopen :

             ivm overheidsopdrachten : Het vaststellen van de wijze van gunning en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten komt de gemeenteraad toe, tenzij het gaat om een opdracht die past binnen het begrip ‘dagelijks bestuur’. In dat geval is het college van burgemeester en schepenen bevoegd.

             ivm budgethouderschap : Het budgethouderschap komt toe aan het college van burgemeester en schepenen. Voor aangelegenheden van dagelijks bestuur kan zij dit echter  delegeren aan de algemeen directeur die het op zijn/haar beurt verder kan  delegeren naar ambtenaren/budgethouders.

             Door de omschrijving van het begrip dagelijks bestuur door de gemeenteraad kunnen een heel aantal zaken vlotter en op continue basis afgehandeld worden. Een goed afgewogen definiëring van het begrip dagelijks bestuur op maat van de eigen organisatie is van groot belang. Om de bevoegdheidsregeling binnen het bestuur duidelijk af te lijnen en de financiële procedures vlot hanteerbaar te stellen, dient de gemeenteraad het begrip ‘ dagelijks bestuur’ duidelijk te omschrijven.

             Voor de soepele werking van het bestuur is het wenselijk dat het college van burgemeester en schepenen alle beslissingen inzake overheidsopdrachten kan treffen binnen de perken van de daartoe in het meerjarenplan ingeschreven kredieten.

             Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het bepalen van de wijze van gunning en het vaststellen van de gunningsvoorwaarden, in de gevallen van dringende spoed die voortvloeien uit niet te voorziene omstandigheden waarvoor een krediet is voorzien op het budget.

             Het is daarnaast aangewezen om het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheid op te dragen van het verlenen of vernieuwen van grafconcessies;

 

Adviezen

             positief advies M-team: omwille van de efficiëntie en een sneller beslissingsproces is het aangewezen om het begrip dagelijks bestuur zo breed als mogelijk te definieren.

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist dat volgende overheidsopdrachten vallen binnen het begrip dagelijks bestuur, waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is om de plaatsingsprocedure en

voorwaarden vast te stellen van de opdrachten:

             waarvoor kredieten voorzien zijn op het exploitatiebudget;

             waarvoor kredieten voorzien zijn op het investeringsbudget ;

                       die betrekking hebben op het dagelijks beheer van de gemeente;

                       die de dagelijkse werking van de gemeente moeten verzekeren;

                       die een dringend karakter vertonen en een snel optreden vereisen;

            waarvoor geen kredieten voorzien zijn, enkel deze die noodzakelijk zijn wegens dwingende en onvoorziene omstandigheden. De besluiten van het college in deze zin worden overeenkomstig artikel 269, lid 2 DLB meegedeeld aan de gemeenteraad die er op zijn eerstvolgende vergadering akte van neemt.

 

Artikel 2:

Het college kan aan overeenkomsten en bijhorende verbintenissen mbt investeringen wijzigingen aanbrengen die het bij de uitvoering van de opdracht nodig acht voor zover hier geen bijkomende uitgaven van meer dan 10 procent uit voortvloeien en dit binnen de grenzen van de beschikbare kredieten. De beschikbare kredieten zijn af te lezen uit de schema’s van de beleidsdocumenten: meerjarenplan of haar aanpassing

 

Artikel 3:

De gemeenteraad beslist dat ook volgende opdrachten onder het begrip dagelijks bestuur vallen :

          in uitvoering van artikel 6 van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, de grafconcessies voor maximum 50  (vijftig) jaar te verlenen op de gemeentelijke kerkhoven, onder de eerbiediging van de concessievoorwaarden vastgesteld door de gemeenteraad;

          de uitvoering van artikel 7 § 1 van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en lijkbezorging, te verzekeren betreffende de hernieuwing van de vergunningen, waarvan de concessietermijn verstreken is;

          hernieuwing telkens na 50 jaar van de altijddurende concessie krachtens het keizerlijk decreet van 23 pairial , jaar XII, verleend voor de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971, conform artikel 9 van het bovenvermeld decreet;

          de vervreemding van roerende goederen, welke volledig afgeschreven zijn

 

Artikel 4:

Het raadsbesluit van 27 februari 2014 waarbij het begrip dagelijks bestuur gedefinieerd werd, wordt opgeheven.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

AANSTELLING LEDEN RAAD VAN BESTUUR AGB MALDEGEM

 

26 stemmen voor: Bart Van Hulle, Nicole Maenhout, Peter E. Van Hecke, Rudiger De Smet, Jason Van Landschoot, Glenn Longeville, Marleen Van den Bussche, Geert De Roo, Boudewijn De Schepper, Anneke Gobeyn, Valerie Taeldeman, Annelies Lammertyn, Koenraad De Ceuninck, Marten De Jaeger, Peter T. Van Hecke, Wim Swyngedouw, Leandra Decuyper, Dino Lateste, Kiran Van Landschoot, Annuska Van Hoorebeke, Henk Deprest, Raf Pauwels, Christine Verplaetse, Katleen De Kesel, Danny Vannevel en Timothy De Groote

 

Juridische gronden

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

            Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

            Artikel 6 § 2 van de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Maldegem, goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 30 mei 2017 waarin wordt bepaald dat de benoeming van de leden van de Raad van Bestuur gebeurt door de gemeenteraad in openbare zitting en bij geheime stemming.

            Artikel 7 van de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Maldegem, goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 30 mei 2017 waarin wordt bepaald dat na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad tot volledige vernieuwing van de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf wordt overgegaan.

 

Feiten

            Na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad dient tot volledige vernieuwing van de Raad van Bestuur overgegaan te worden.

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om de gemeenteraadsleden aan te stellen als lid van de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Maldegem.

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

SCHRIFTELIJKE VRAAG VAN RAADSLID VALERIE TAELDEMAN

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

MONDELINGE VRAGEN

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

OPENBARE ZITTING

 

SCHORSING VAN DE ZITTING

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

BESLOTEN ZITTING

 

LOKALE POLITIE - CONSOLIDATIE ARBEIDSONGEVAL

 

eenparig

Juridische gronden

          Artikel 28, §1, 1 ° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 dat stelt dat er in besloten zitting vergaderd wordt bij aangelegenheden die de persoonlijke levenssfeer raken.

          De Arbeidsongevallenwet van 03 juli 1967 waarin de voorwaarden van een arbeidsongeval worden bepaald.

          Artikel 20 van de wet van 3 juli 1967 van toepassing voor arbeidsongevallen in de publieke sector.

Het slachtoffer beschikt over een termijn van drie jaar vanaf de datum van deze betekening, die kan geschorst of gestuit worden, om deze beslissing te betwisten voor de bevoegde arbeidsrechtbank door middel van een dagvaarding enerzijds, of door een verzoekschrift op tegenspraak of door een gezamenlijk verzoekschrift anderzijds.

          Het koninklijk besluit van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding ten gunste van personeelsleden van de overheidssector, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk, gewijzigd bij latere koninklijke besluiten.

          Het koninklijk besluit van 30 maart 2001 houdende regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.

          Artikel X.III.20 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.

De aanvraag tot herziening van de vergoedingen ingediend op grond van een verergering of van een vermindering van de gebrekkigheid van de getroffene of wegens diens overlijden te wijten aan de gevolgen van het ongeval, mag gedaan worden gedurende drie jaar te rekenen van het besluit of van een beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan.

          Het decreet van de Vlaamse Raad van 28 april 1993, gewijzigd door het decreet van 15 juli 2002, houdende regeling voor het Vlaams Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten.

          Artikel 85 en 86 van de wet van 07 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, houdende algemeen administratief toezicht op de overige handelingen van de gemeentelijke instellingen.

 

Feiten

          Inspecteur van politie ...................... werd het slachtoffer van een arbeidsongeval op 22 maart 2018.

          De dienst steun van de Politiezone Maldegem heeft dit ongeval als arbeidsongeval erkend op 23 maart 2018.

          Inspecteur van politie ...................... werd op 4 oktober 2018 onderzocht door een arts van de gerechtelijk geneeskundige dienst naar aanleiding van het arbeidsongeval waarvan zij het slachtoffer was op 22 maart 2018.

          De besluiten van de medische expertise werden aan het slachtoffer aangetekend verstuurd op 24 oktober 2018.

          Inspecteur van politie ............................. heeft geen beroep aangetekend bij de gerechtelijk geneeskundige dienst tegen de besluiten in 1e aanleg.

          De gerechtelijk geneeskundige dienst vermeldt in het schrijven van 13 december 2018 dat het arbeidsongeval van 22 maart 2018 overkomen aan inspecteur van politie ......................... geconsolideerd is op 1 juli 2018 en dat er geen blijvend restletsel weerhouden wordt ingevolge voormeld arbeidsongeval.

 

Argumentatie

          In het kader van het afsluiten van dit dossier dient de beslissing van de gerechtelijke medische dienst te worden omgezet in een gemeenteraadsbeslissing. 

          Deze beslissing dient nadien aan betrokkene te worden betekend zodat de 3-jarige herzieningstermijn een aanvang kan nemen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de besluiten van de gerechtelijk geneeskundige dienst omtrent het arbeidsongeval van 22 maart 2018 overkomen aan inspecteur van politie ........................... In deze besluiten staat vermeld dat het arbeidsongeval van 22 maart 2018 overkomen aan inspecteur van politie ................................... geconsolideerd is op 1 juli 2018 zonder blijvende arbeidsongeschiktheid.

 

Artikel 2:

Zoals voorzien in artikel X.III.20 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, kan een aanvraag tot herziening van de vergoedingen worden ingediend op grond van een verergering of van een vermindering van de gebrekkigheid van de getroffene of wegens diens overlijden te wijten aan de gevolgen van het ongeval, gedurende drie jaar te rekenen van dit besluit.

 

Artikel 3:

Zoals voorzien in artikel 20 van de wet van 3 juli 1967, van toepassing voor arbeidsongevallen in de publieke sector, beschikt inspecteur van politie ............................... vanaf de datum van betekening over een termijn van 3 jaar, die kan geschorst of gestuit worden, om deze beslissing te betwisten voor de bevoegde arbeidsrechtbank door middel van een dagvaarding enerzijds, of door een verzoekschrift op tegenspraak of door een gezamenlijk verzoekschrift anderzijds.

 

Artikel 4:

Een afschrift van deze beslissing wordt betekend aan inspecteur van politie ................................

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

BESLOTEN ZITTING

 

LOKALE POLITIE - CONSOLIDATIE ARBEIDSONGEVAL

 

eenparig

Juridische gronden

          Artikel 28, §1, 1 ° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 dat stelt dat er in besloten zitting vergaderd wordt bij aangelegenheden die de persoonlijke levenssfeer raken.

          De Arbeidsongevallenwet van 03 juli 1967 waarin de voorwaarden van een arbeidsongeval worden bepaald.

          Artikel 20 van de wet van 3 juli 1967 van toepassing voor arbeidsongevallen in de publieke sector.

Het slachtoffer beschikt over een termijn van drie jaar vanaf de datum van deze betekening, die kan geschorst of gestuit worden, om deze beslissing te betwisten voor de bevoegde arbeidsrechtbank door middel van een dagvaarding enerzijds, of door een verzoekschrift op tegenspraak of door een gezamenlijk verzoekschrift anderzijds.

          Het koninklijk besluit van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding ten gunste van personeelsleden van de overheidssector, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk, gewijzigd bij latere koninklijke besluiten.

          Het koninklijk besluit van 30 maart 2001 houdende regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.

          Artikel X.III.20 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.

De aanvraag tot herziening van de vergoedingen ingediend op grond van een verergering of van een vermindering van de gebrekkigheid van de getroffene of wegens diens overlijden te wijten aan de gevolgen van het ongeval, mag gedaan worden gedurende drie jaar te rekenen van het besluit of van een beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan.

          Het decreet van de Vlaamse Raad van 28 april 1993, gewijzigd door het decreet van 15 juli 2002, houdende regeling voor het Vlaams Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten.

          Artikel 85 en 86 van de wet van 07 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, houdende algemeen administratief toezicht op de overige handelingen van de gemeentelijke instellingen.

 

Feiten

          Inspecteur van politie ................................................. werd het slachtoffer van een arbeidsongeval op 8 september 2018.

          De dienst steun van de Politiezone Maldegem heeft dit ongeval als arbeidsongeval erkend op 13 september 2018.

          De gerechtelijk geneeskundige dienst nam op 10 december 2018 de beslissing dat er voor inspecteur van politie .................................... geen blijvend restletsel weerhouden werd ingevolge voormeld arbeidsongeval.

          Deze beslissing werd meegedeeld aan het slachtoffer.

          Op 10 december 2018 heeft inspecteur van politie ........................... zich met deze beslissing akkoord verklaard.

 

Argumentatie

          In het kader van het afsluiten van dit dossier dient de beslissing van de gerechtelijke medische dienst te worden omgezet in een gemeenteraadsbeslissing. 

          Deze beslissing dient nadien aan betrokkene te worden betekend zodat de 3-jarige herzieningstermijn een aanvang kan nemen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de besluiten van de gerechtelijk geneeskundige dienst omtrent het arbeidsongeval van 8 september 2018 overkomen aan inspecteur van politie ......................... In deze besluiten staat vermeld dat het arbeidsongeval van 8 september 2018 overkomen aan inspecteur van politie ........................ geconsolideerd is op 10 december 2018 zonder blijvende arbeidsongeschiktheid.

 

Artikel 2:

Zoals voorzien in artikel X.III.20 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, kan een aanvraag tot herziening van de vergoedingen worden ingediend op grond van een verergering of van een vermindering van de gebrekkigheid van de getroffene of wegens diens overlijden te wijten aan de gevolgen van het ongeval, gedurende drie jaar te rekenen van dit besluit.

 

Artikel 3:

Zoals voorzien in artikel 20 van de wet van 3 juli 1967, van toepassing voor arbeidsongevallen in de publieke sector, beschikt inspecteur van politie ....................... vanaf de datum van betekening over een termijn van 3 jaar, die kan geschorst of gestuit worden, om deze beslissing te betwisten voor de bevoegde arbeidsrechtbank door middel van een dagvaarding enerzijds, of door een verzoekschrift op tegenspraak of door een gezamenlijk verzoekschrift anderzijds.

 

Artikel 4:

Een afschrift van deze beslissing wordt betekend aan inspecteur van politie ..................................

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 30 01 2019

 

BESLOTEN ZITTING

 

LOKALE POLITIE - CONSOLIDATIE ARBEIDSONGEVAL

 

eenparig

Juridische gronden

          Artikel 28, §1, 1 ° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 dat stelt dat er in besloten zitting vergaderd wordt bij aangelegenheden die de persoonlijke levenssfeer raken.

          De Arbeidsongevallenwet van 03 juli 1967 waarin de voorwaarden van een arbeidsongeval worden bepaald.

          Artikel 20 van de wet van 3 juli 1967 van toepassing voor arbeidsongevallen in de publieke sector.

Het slachtoffer beschikt over een termijn van drie jaar vanaf de datum van deze betekening, die kan geschorst of gestuit worden, om deze beslissing te betwisten voor de bevoegde arbeidsrechtbank door middel van een dagvaarding enerzijds, of door een verzoekschrift op tegenspraak of door een gezamenlijk verzoekschrift anderzijds.

          Het koninklijk besluit van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding ten gunste van personeelsleden van de overheidssector, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk, gewijzigd bij latere koninklijke besluiten.

          Het koninklijk besluit van 30 maart 2001 houdende regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.

          Artikel X.III.20 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.

De aanvraag tot herziening van de vergoedingen ingediend op grond van een verergering of van een vermindering van de gebrekkigheid van de getroffene of wegens diens overlijden te wijten aan de gevolgen van het ongeval, mag gedaan worden gedurende drie jaar te rekenen van het besluit of van een beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan.

          Het decreet van de Vlaamse Raad van 28 april 1993, gewijzigd door het decreet van 15 juli 2002, houdende regeling voor het Vlaams Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten.

          Artikel 85 en 86 van de wet van 07 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, houdende algemeen administratief toezicht op de overige handelingen van de gemeentelijke instellingen.

 

Feiten

          Inspecteur van politie ......................... werd het slachtoffer van een arbeidsongeval op 9 oktober 2018.

          De dienst steun van de Politiezone Maldegem heeft dit ongeval als arbeidsongeval erkend op 10 oktober 2018.

          De gerechtelijk geneeskundige dienst nam op 9 januari 2019 de beslissing dat er voor inspecteur van politie ........................r geen blijvend restletsel weerhouden werd ingevolge voormeld arbeidsongeval.

          Deze beslissing werd meegedeeld aan het slachtoffer.

          Op 15 januari 2019 heeft inspecteur van politie ............................ zich met deze beslissing akkoord verklaard.

 

Argumentatie

          In het kader van het afsluiten van dit dossier dient de beslissing van de gerechtelijke medische dienst te worden omgezet in een gemeenteraadsbeslissing. 

          Deze beslissing dient nadien aan betrokkene te worden betekend zodat de 3-jarige herzieningstermijn een aanvang kan nemen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de besluiten van de gerechtelijk geneeskundige dienst omtrent het arbeidsongeval van 9 oktober 2018 overkomen aan inspecteur van politie ......................... In deze besluiten staat vermeld dat het arbeidsongeval van 9 oktober 2018 overkomen aan inspecteur van politie ................................... geconsolideerd is op 9 januari 2019 zonder blijvende arbeidsongeschiktheid.

 

Artikel 2:

Zoals voorzien in artikel X.III.20 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, kan een aanvraag tot herziening van de vergoedingen worden ingediend op grond van een verergering of van een vermindering van de gebrekkigheid van de getroffene of wegens diens overlijden te wijten aan de gevolgen van het ongeval, gedurende drie jaar te rekenen van dit besluit.

 

Artikel 3:

Zoals voorzien in artikel 20 van de wet van 3 juli 1967, van toepassing voor arbeidsongevallen in de publieke sector, beschikt inspecteur van politie .............................. vanaf de datum van betekening over een termijn van 3 jaar, die kan geschorst of gestuit worden, om deze beslissing te betwisten voor de bevoegde arbeidsrechtbank door middel van een dagvaarding enerzijds, of door een verzoekschrift op tegenspraak of door een gezamenlijk verzoekschrift anderzijds.

 

Artikel 4:

Een afschrift van deze beslissing wordt betekend aan inspecteur van politie .............................

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2019